TUSSENKOMST Voorbeeldclausules

TUSSENKOMST. De tussenkomst van de Verzekeraar bestaat uit alle uitgaven m.b.t. een schadegeval, inbegrepen de reddingskosten en de verdedigingskosten.
TUSSENKOMST. Werken volgens de voorgelegde overeenkomst kan leiden tot toepassing van de fictieve dienstb etrekking voor tussenkomstsituaties. Bij tussenkomst sluit een opdrachtnemer een overeenkomst met een intermediair, op grond waarvan de opdrachtnemer werkzaamheden verricht ten behoeve van een derde. Er is in die situatie geen juridische band tussen de derde en de opdrachtnemer. De intermediair is in deze arbeidsrelatie de opdrachtgever. De fictieve dienstbetrekking voor tussenkomst is niet van toepassing als, bezien vanuit de positie en optiek van de intermediair/opdrachtgever, redelijkerwijs aannemelijk is dat de opdrachtnemer zijn werkzaamheden verricht als zelfstandig ondernemer. In de beoordeelde overeenkomst zijn hiervoor de volgende voorwaarden opgenomen.
TUSSENKOMST. In geval van een vastgesteld gebrek dat inherent is aan het Product en derhalve niet het gevolg is van een externe oorzaak, heeft SECTEC de keuze om het gebrek te herstellen, dan wel het Product te vervangen, zonder dat SECTEC gehouden kan zijn tot betalen van enige schadevergoeding ;
TUSSENKOMST. 1. De xxxx Xxxxxxxx XXXXXXXX verzoekt met een aangetekende brief van 2 mei 2013 om in het geding te mogen tussenkomen. De voorzitter van de derde kamer heeft met een beschikking van 13 mei 2013 de tussenkomende partij toegelaten om tussen te komen in de debatten betreffende de vordering tot schorsing en vernietiging. Met het arrest van 17 september 2013 met nummer S/2013/0221 heeft de voorzitter van de derde kamer de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing verworpen en de behandeling van de vordering tot vernietiging toegewezen aan de vierde kamer. In het hiervoor vermeld schorsingsarrest van 17 september 2013 werd vastgesteld dat de tussenkomende partij het verschuldigde rolrecht laattijdig heeft betaald en werd aan de tussenkomende partij bevolen om in haar schriftelijke uiteenzetting daaromtrent toelichting te geven.
TUSSENKOMST. De Concessiehouder verbindt zich ertoe op eigen kosten en op eerste verzoek van de Concessiegever vrijwillig tussen te komen in elke procedure die - rechtstreeks of onrechtstreeks - betrekking heeft op of verband houdt met de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx, ongeacht voor welke rechtsmacht dit geschiedt.
TUSSENKOMST vraagt met een op 7 oktober 2011 ter post aangetekend verzoekschrift om in het geding te mogen tussenkomen. Met een beschikking van 10 november 2011 heeft de voorzitter van de eerste kamer de verzoekende partij tot tussenkomst voorlopig toegelaten en haar gevraagd een afschrift van haar actueel geldende statuten en van de akte van aanstelling van haar organen, alsmede het bewijs dat het daartoe bevoegde orgaan beslist heeft om in rechte te treden, ten laatste bij haar uiteenzetting ten gronde te voegen. De Raad stelt vast dat de verzoekende partij tot tussenkomst met een aangetekende brief van 20 december 2011 de gevraagde documenten samen met haar uiteenzetting ten gronde heeft bezorgd. Na onderzoek blijkt dat de verzoekende partij tot tussenkomst over de nodige procesbevoegdheid beschikt. Uit de gegevens van de zaak blijkt dat de belangen van de verzoekende partij tot tussenkomst kunnen worden beïnvloed door de oplossing die aan het beroep gegeven zou kunnen worden: de verzoekende partij tot tussenkomst kan worden beschouwd als belanghebbende, zoals bepaald in artikel 4.8.16, §1, eerste lid VCRO, en ze wordt bijgevolg toegelaten om voor die belangen op te komen.
TUSSENKOMST. 1. De comm. va verzoekt met een aangetekende brief van 12 oktober 2012 om in het geding te mogen tussenkomen. De voorzitter van de eerste kamer heeft deze tussenkomende partij met een beschikking van 30 oktober 2012 voorlopig toegelaten om in de debatten tussen te komen en haar gevraagd een afschrift te bezorgen van het bewijs dat het daartoe bevoegde orgaan beslist heeft om in rechte op te treden. Na onderzoek van de door deze tussenkomende partij ingediende documenten verklaart de Raad het verzoek tot tussenkomst ontvankelijk.
TUSSENKOMST. 1. De nv TOMAZ en de nv BOUWPROJECTEN COGGHE & CO verzoeken met een aangetekende brief van 23 november 2012 om in het geding te mogen tussenkomen. De voorzitter van de derde kamer heeft met een beschikking van 28 november 2012 de tweede tussenkomende partij toegelaten tot de debatten en de eerste tussenkomende partij voorlopig toegelaten tot de debatten en tevens verzocht om het bewijs dat het daartoe bevoegde orgaan beslist heeft om in rechte op te treden over te maken aan de Raad. De eerste tussenkomende partij heeft de gevraagde stukken neergelegd. Een uitspraak over de ontvankelijkheid van de tussenkomst van de eerste tussenkomende partij is evenwel slechts aan de orde wanneer de voorwaarden om de schorsing van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing te bevelen, zijn vervuld. Zoals hierna zal blijken, is dit niet het geval.
TUSSENKOMST. Het college van burgemeester en schepenen van de stad verzoekt met een aangetekende brief van 27 september 2012 om in het geding te mogen tussenkomen. De voorzitter van de eerste kamer heeft de tussenkomende partij met een beschikking van 15 oktober 2012 toegelaten om in de debatten tussen te komen. Uit de gegevens van het dossier blijkt dat het verzoek tijdig en regelmatig ingesteld is. Er worden geen excepties opgeworpen.
TUSSENKOMST. Werken volgens deze modelovereenkomst kan leiden tot toepassing van de fictieve dienstbetrekking voor tussenkomstsituaties. Bij tussenkomst sluit een opdrachtnemer een overeenkomst met een intermediair (het MSB), op grond waarvan de opdrachtnemer werkzaamheden verricht ten behoeve van een derde (het ziekenhuis). Er is in die situatie geen juridische band tussen het ziekenhuis en de opdrachtnemer. Het MSB is in deze arbeidsrelatie de opdrachtgever. Beoordeling Belastingdienst nr. 90516115141 | 8 november 2016 De fictieve dienstbetrekking voor tussenkomst is niet van toepassing als, bezien vanuit de positie en optiek van het MSB, redelijkerwijs aannemelijk is dat de opdrachtnemer zijn werkzaamheden verricht als zelfstandig ondernemer. Dit bewijsvermoeden geldt uitsluitend voor de loonheffingen voor de toepassing (en uitsluiting) van de fictieve dienstbetrekking (conform artikel 2e, eerste lid, Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965). Op basis van de modelovereenkomst en de bijbehorende toelichting van de NVZ en FMS is op basis van onderstaande punten aannemelijk dat de opdrachtnemer de werkzaamheden verricht als zelfstandig ondernemer. Opdrachtnemer: • is aan te merken als solistisch werkende zorgverlener als bedoeld in de Wkkgz; • heeft meerdere opdrachtgevers; • verleent de zorg zelfstandig; • heeft een eigen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg; • is aansprakelijk voor (de kwaliteit van) de verleende zorg; • heeft – indien nodig – een eigen klachtenregeling; • is ingeschreven in het BIG-register; • is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel; • is geheel vrij om (voor derden) andere werkzaamheden te verrichten (zowel binnen als buiten het adherentiegebied); • betaalt het MSB (naar rato) een vergoeding voor de beroeps- en bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering; • is werkzaam op basis van ‘zuivere waarneming’. Bij werken volgens deze afspraken en voorwaarden mag het MSB aannemen dat de opdrachtnemer werkzaam is in het kader van een bedrijf of zelfstandig beroep. Hierop maken wij een voorbehoud voor de situatie waarin de opdrachtnemer gedurende langere tijd maar voor één MSB werkzaam is. Onder langere tijd wordt met betrekking tot deze modelovereenkomst een periode van meer dan zes maanden verstaan.1 Als de opdrachtnemer voor het verwerven van opdrachten en opbrengsten te zeer afhankelijk is van (de) opdracht(en) van één MSB, is dat namelijk een belangrijke indicatie voor het ontbreken van de vereiste economische zelfstandigheid. Het MSB zal dit ...