Vakantie en vakantiegeld Voorbeeldclausules

Vakantie en vakantiegeld. 1. De werknemer heeft recht op vakantie met behoud van salaris van <aantal>> uur per kalenderjaar.
Vakantie en vakantiegeld. Artikel 49. Wat bedoelen we in dit hoofdstuk met vakantiedag of vakantie-uur? Een vakantiedag is een dag waarop de werknemer niet werkt omdat hij vakantie heeft. Een vakantie- uur is een uur waarop de werknemer niet werkt omdat hij vakantie heeft. Normaal gesproken zou hij volgens zijn dienstrooster wel hebben gewerkt.
Vakantie en vakantiegeld. AAllggeemmeeeenn Een vakantiedag is een dag waarop de werknemer niet werkt omdat hij vakantie heeft. Een vakantie-uur is een uur waarop de werknemer niet werkt omdat hij vakantie heeft. Normaal gesproken zou hij volgens zijn dienst- rooster wel hebben gewerkt.
Vakantie en vakantiegeld. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Vakantie en vakantiegeld. Werknemer heeft recht op ............ vakantiedagen per kalenderjaar met behoud van salaris. Hiervan moeten ten minste twee weken worden opgenomen in een aaneengesloten periode. Verlofdagen worden vastgesteld door de werkgever, na overleg met de werknemer. Per jaar heeft de werknemer recht op een vakantiebijslag van ...... % over het op jaar­basis berekende brutosalaris. Deze vakantietoeslag wordt over de achterliggende ­periode van 1 mei tot en met 30 april, in de maand mei, uitbetaald. Bij tussentijdse aanvang of beëindiging van het dienstverband worden de vakantie­rechten naar rato van het aantal maanden dat werknemer in dienst is, vastgesteld.
Vakantie en vakantiegeld. De werknemer heeft recht op vakantie met behoud van salaris van <aantal>> uur per kalenderjaar. De werknemer ontvangt jaarlijks achteraf in de maand mei een vakantie-uitkering van 8% over het in de periode 1 juni tot en met 31 mei van elk jaar ontvangen maandsalaris.

Related to Vakantie en vakantiegeld

  • Vakantiejaar Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar.

  • Vakantie-uren De bovenwettelijke vakantie-uren Vakantietoeslag Alles boven de vakantietoeslag van het wettelijk minimumloon Toeslag voor werk buiten de normale Maximaal de in de keuzeperiode te ontvangen toeslag werktijden van de onderneming Salaris Alles boven het wettelijk minimumloon Extra-uren De schriftelijk overeengekomen te werken extra uren boven de 36-urige werkweek, voor werknemers met een contractuele arbeidsduur van 36 uur per week, met een maximum van 4 uur per week, zoals bedoeld in artikel 3.1.2 CAO.

  • Vakantie en verlof art. 51 Algemene bepalingen vakantierechten art. 52 Berekening vakantiedagen

  • Vakantie De werknemer met een werkweek van: – 36 uur heeft per kalenderjaar recht op 219 uur vakantie met behoud van salaris – 38 uur heeft per kalenderjaar recht op 323 uur vakantie met behoud van salaris – 40 uur heeft per kalenderjaar recht op 428 uur vakantie met behoud van salaris Voor de werknemer met een deeltijdbetrekking wordt het aantal vakantie uren naar evenredigheid vastgesteld. Gedeeltes van uren worden naar boven op halve uren afgerond.

  • Vakantiebijslag 1. Per kalenderjaar heeft de werknemer recht op een vakantiebijslag die 8% bedraagt van het over de vierde betalingsperiode van het lopende kalenderjaar berekende loon maal dertien en bij loonbetaling per maand 8% van het loon over de maand april van het lopende kalenderjaar maal twaalf. Onder het loon zoals genoemd in dit artikel wordt verstaan het van toepassing zijnde functieloon, vermeerderd met, indien van toepassing, de ploegendiensttoeslag en de persoonlijke toeslag ex artikel 23 van deze CAO.

  • Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd waarin hij salaris heeft ontvangen.

  • Vakantietoeslag 1. Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei.

  • Aaneengesloten vakantie 1. De aaneengesloten vakantie wordt doorgaans genoten tussen 30 april en 1 oktober en duurt 21 of meer kalenderdagen. Indien het bedrijfsbelang zich verzet tegen een aaneengesloten vakantie van 21 of meer kalenderdagen duurt de aaneengesloten vakantie ten minste 14 of meer kalenderdagen. De werkgever stelt de aaneengesloten vakantie vast in overleg met de betrokken werknemer, als de werknemer dit op tijd aanvraagt en hij voldoende vakantie-saldo heeft. Het verdient aanbeveling dat de werkgever elk jaar in de maand januari aan de werknemer opgave doet van het aantal vakantiedagen dat de werknemer nog toekomt per 1 januari van dat jaar.