Vakantiewetgeving. De nieuwe vakantiewetgeving treedt per 1 januari 2012 in werking en zal conform wetgeving worden gehandhaafd. Eenmaal per jaar zal een duidelijke rapportage aan de medewerkers worden verschaft. 1 januari 2014 worden omgezet naar bovenwettelijk met een geldigheidsduur van 5 jaar.
Vakantiewetgeving. Partijen spreken af dat voor uitzendkrachten in fase C de verjaringstermijn van de wettelijke vakantiedagen 5 jaar is.
Vakantiewetgeving. CVG is van plan om bij opname van ADV en vakantiedagen de regelingen in de CAO strikter te gaan toepassen en na te leven. Hiertoe zullen nadere afspraken met de OR worden gemaakt. Het streven is dat door deze toepassing het wijzigen van artikel 19 vakantieregeling m.b.t. de verjaringstermijn van 5 jaar, als gevolg van de nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012, achterwege kan blijven. De afspraken zullen worden geëvalueerd en besproken bij de volgende CAO-onderhandelingen eind 2012.
Vakantiewetgeving. Naar verwachting wordt de vakantiewetgeving aangepast, mogelijk met ingang van 1 januari 2012. Indien de wijzigingen ingaan tijdens de looptijd van de CAO treden partijen met elkaar in overleg over de gevolgen voor de afspraken in de CAO.
Vakantiewetgeving. Werkgevers treden op ondernemingsniveau in overleg met de desbetreffende werknemers om het probleem van de stuwmeren aan vakantiedagen op te lossen. Per 1 januari 2015 zal de nieuwe vakantiewetgeving worden geïmplementeerd.