Vastgoedbeleggingen Voorbeeldclausules

Vastgoedbeleggingen. Vastgoedbeleggingen zijn gebouwen die worden aangehouden om huurinkomsten op lange termijn te verwerven. In toepassing van IAS 40 worden vastgoedbeleggingen aan hun reële waarde gewaardeerd. Onafhankelijke waarderingsdeskundigen bepalen om de drie maanden de waardering van de vastgoedportefeuille. Elke winst of verlies die het gevolg is van een wijziging in de reële waarde na de verwerving van een gebouw, wordt in de resultatenrekeningen geboekt. Huurinkomsten van vastgoedbeleggingen worden geboekt zoals beschreven in punt N. De deskundigen voeren hun waardering uit op basis van de methode van de verdiscontering van de huurinkomsten in overeenstemming met de ‘International Valuation Standards/RICS Valuation Standards’, uitgegeven door het International Valuation Standards Committee/Royal Institute of Chartered Surveyors en uiteengezet in het overeenkomstig verslag. Deze waarde, hierna ‘investeringswaarde’ genoemd, stemt overeen met de prijs die een derde-investeerder bereid zou zijn te betalen teneinde elk van de gebouwen van de portefeuille te verwerven om van hun huurinkomsten te genieten mits de tenlasteneming van de gerelateerde kosten, zonder aftrek van de overdrachtskosten. De verkoop van een vastgoedbelegging is gewoonlijk onderhevig aan de betaling van de overdrachtsrechten of een belasting op de toegevoegde waarde aan de overheid. De deskundige trekt dan van de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen een aandeel van de overdrachtsrechten af, om zo de reële waarde van de gebouwen te bepalen, zoals vastgelegd in hun expertiseverslag. Bij een verwerving of investeringen worden de overdrachtsrechten in geval van een latere hypothetische verkoop rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt; elke variatie in de reële waarde van de gebouwen tijdens het boekjaar wordt eveneens in de resultatenrekeningen geboekt. Deze twee mutaties worden opgenomen in de reserve bij de verwerking van het resultaat van het boekjaar. Om de effectief gerealiseerde meer- of minwaarde te berekenen, moeten de overdrachtsrechten bij een verkoop niet worden afgetrokken van het verschil tussen de bekomen prijs en de boekwaarde van de gebouwen. De rechten worden bij de verwerving reeds opgenomen in de resultatenrekening. Een vastgoedbelegging wordt overgeboekt als vast actief voor eigen gebruik indien hij door de eigenaar in gebruik wordt genomen, en zijn reële waarde op de datum van de overboeking wordt de kost voor zijn boekhoudkundige verwerking erna.
Vastgoedbeleggingen. Gebouwen beschikbaar voor verhuur 9.594 9.392 Projectontwikkelingen 0 0 Vaste activa voor eigen gebruik 0 0 Gekapitaliseerde kosten 202 0 Verwervingen, fusies 0 0 Overdrachten van/naar projectontwikkelingen 0 0 Overdrachten van/naar activa bestemd voor verkoop 0 0 Verkopen/Afstanden (reële waarde van verkochte/afgestane activa) 0 0 Terugnemingen van overgedragen huren 0 0
Vastgoedbeleggingen. De Vastgoedbeleggingen betreffen een participatie in een niet beursgenoteerde beleggingsinstelling, die op haar beurt participeert in vastgoed projecten in met name continentaal Europa. Deze wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke is bepaald op de netto vermogenswaarde volgens opgave van de fondsbeheerder.
Vastgoedbeleggingen. Vastgoedbeleggingen zijn gewaardeerd tegen reële waarde. De eerste waardering van deze vastgoedbeleggingen is tegen de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de koopsom en direct toe te rekenen kosten zoals overdrachtsbelasting, indien en voor zover van toepassing. De kosten na eerste verwerking worden geactiveerd als het waarschijnlijk is dat de kosten zullen leiden tot een toename van de verwachte toekomstige economische voordelen. Alle overige kosten worden verantwoord als kosten in de winst-en-verliesrekening in de periode dat ze zich voordoen. Vastgoedbeleggingen worden na de eerste waardering gewaardeerd tegen reële waarde. Winsten of verliezen die ontstaan door een wijziging in de reële waarde van de vastgoedbelegging worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening van de periode waarin de wijziging zich voordoet. Voor ongerealiseerde winsten als gevolg van wijzigingen in de reële waarde wordt een herwaarderingsreserve gevormd. Op vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Financiële instrumenten, zijnde vorderingen, schulden en geldmiddelen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. Ten aanzien van een eventuele renteswap wordt kostprijshedge accounting toegepast teneinde de resultaten naar aanleiding van renteontwikkelingen uit de renteswap en de afgedekte schuld gelijktijdig in de winst-en-verliesrekening te verwerken.
Vastgoedbeleggingen. DAEB en niet-DAEB vastgoed in exploitatie
Vastgoedbeleggingen. Investerings- en herwaarderingstabel
Vastgoedbeleggingen. Financiële vaste activa 0 0 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0 0 Xxxxxxxxxxx rekeningen actief 0 0 Langlopende financiële schulden -1.191 -882 Handelsschulden -15 0 Overlopende rekeningen verplichting 0 0 Huur 0 0 Operationeel resultaat 0 0 Interesten (opbrengsten) / kosten 2 1 Beheererelonen 15 20 Lijst van de verbonden partijen Cofinimmo NV Voormalige aandeelhouder (in 2019) 2020 2021 (x € 1.000)‌ Afschrijvingen (+) 0 0 Waardeverminderingen (+) 0 0 Terugnemingen van waardevermindering (-) 0 0 Terugnemingen van overgedragen en verdisconteerde huren (-) 0 0 Andere niet-monetaire elementen (+/-) 393 335 Resultaat op de verkoop van vastgoed (+/-) 0 0 Variaties in de reële waarde van vastgoed (+/-) 15 0 Wettelijke reserve (-) 0 -4 Tijdens het boekjaar gerealiseerde meer- en minwaarden op vastgoed (+/-)3 0 0 Tijdens het boekjaar gerealiseerde meerwaarde op vastgoed, vrijgesteld van uitkeringsplicht mits binnen een termijn van 4 jaar herbelegd (-)4 0 0 Gerealiseerde meerwaarden op vastgoed die eerder werden vrijgesteld van de uitkeringsplicht en niet binnen een termijn van vier jaar herbelegd zijn (+) 0 0 TOTAAL (A+B) x 80 % 412 323 Vermindering van de schuld (-) 0 -7.155 Er zal geen uitkering plaatsvinden ingevolge de opslorping van deze vennootschap door Cofinimmo NV.
Vastgoedbeleggingen. Dit betreft één gesloten fonds in een afbouwfase. Door terugbetaling van kapitaal is het aantal participaties wederom afgenomen. Verdere afbouw is voorzien voor 2018.
Vastgoedbeleggingen. DAEB vastgoed in exploitatie 936.775 - 850.221 - Niet DAEB vastgoed in exploitatie - 64.400 - 66.432 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 23.474 9.812 22.109 9.139 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 2.050 - 2.555 - Totaal vastgoedbeleggingen 962.299 74.212 874.885 75.571 Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 2.906 - 2.903 - Totaal materiële vaste activa 2.906 - 2.903 - Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen 66.366 - 62.468 - Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen 3.562 - 10.974 - Latente belastingvorderingen 000 000 000 283 Te vorderen subsidies - - 479 - Overige vorderingen 176 - 168 - Totaal vaste activa 1.035.568 74.394 952.139 75.854 Vlottende activa Voorraden Vastgoed bestemd voor verkoop - - - 643 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop - 1.337 - 2.665 Totaal voorraden - 1.337 - 3.308 Vorderingen Huurdebiteuren 1.099 71 1.058 48 Latente belastingvorderingen 41 190 56 153 Overige vorderingen 708 33 1.886 33 Overlopende activa 1.495 88 1.420 101 Passiva ( x € 1.000) DAEB 2020 Niet-DAEB 2020 DAEB 2019 Niet-DAEB 2019 Eigen vermogen Herwaarderingsreserves 491.127 20.201 452.933 18.314 Overige reserves 252.316 42.267 237.666 39.360 Resultaat na belastingen van het boekjaar 55.030 3.898 52.844 4.794 Voorzieningen onrendabele investeringen en herstructureringen 9.035 23 3.302 25 Schulden aan banken 196.720 - 169.597 - Schulden aan groepsmaatschappijen - 3.562 - 10.974 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken VOV 21.028 9.151 20.643 8.780 Overige schulden 7 80 2 92 Schulden aan banken 6.206 - 9.796 - Schulden aan leveranciers en handelskredieten 1.802 - 2.679 -
Vastgoedbeleggingen. De Objecten worden op het moment van aankoop opgenomen tegen de Verkrijgingsprijs tot aan de eerste rapporteringsdatum nadat de Objecten zijn aangeschaft, vanaf welke datum de reële waarde van de Objecten wordt toegepast. De waarde van de Objecten wordt vermeerderd met de gedane investeringen ten behoeve van de Objecten, gevolgd door aanpassing aan de reële waarde van de Objecten per eerstvolgende rapporteringsdatum. De reële waarde wordt gebaseerd op de marktwaarde, dat wil zeggen het geschatte bedrag waarvoor een Object op waarderingsdatum kan worden verhandeld tussen een tot een transactie bereid zijnde koper en een verkoper in een zakelijke, objectieve transactie voorafgegaan door gedegen onderhandeling waarbij de partijen goed geïnformeerd en tot een transactie bereid waren. Op de Objecten wordt niet afgeschreven, aangezien deze zijn opgenomen tegen reële waarde. De reële waarde van de Objecten wordt ieder halfjaar op basis van een interne waarderingsmethode (DCF (Discounted Cash Flow) methode) bepaald. De Objecten worden minimaal eens per drie jaar getaxeerd door een externe taxateur, of vaker indien- en voor zover dit door regelgeving wordt verlangd. Wijzigingen in de reële waarde van de Objecten worden opgenomen in de niet- gerealiseerde resultaten in de periode waarin zij zich voordoen. Winsten of verliezen die voortvloeien uit de verkoop van de Objecten worden bepaald als het verschil tussen de netto verkoopopbrengst en de laatst gehanteerde boekwaarde van de Objecten.