Vrijheid van meningsuiting Voorbeeldclausules

Vrijheid van meningsuiting. Op het in artikel 7 van de Grondwet gewaarborgde grondrecht zou inbreuk worden gemaakt als die bekendmaking in het algemeen zou worden verboden of van een voorafgaand overheidsverlof afhankelijk zou worden gesteld. Artikel 2:25 maakt op dit grondrecht geen inbreuk, aangezien het hierin neergelegde verbod krachtens het tweede lid uitsluitend een beperking van het gebruik van dit middel van bekendmaking meebrengt, voorzover door dat gebruik een anders recht wordt geschonden. De eis dat “plakken” slechts is toegestaan indien dit geschiedt met toestemming van de rechthebbende, komt in het geval dat de gemeente die rechthebbende is, niet neer op het afhankelijk stellen van dat aanplakken van een voorafgaand verlof van de overheid als bedoeld in artikel 7 van de Grondwet. De gemeente die als eigenares van een onroerende zaak toestemming verleent of weigert, handelt namelijk in haar privaatrechtelijke hoedanigheid. Artikel 2:25 verdraagt zich ook met artikel 10 EVRM en artikel 19 IVBPR, aangezien de beperking in de uitoefening van het recht op vrije meningsuiting dat uit de toepassing van artikel 2:25 kan voortvloeien, kan worden aangemerkt als nodig in een democratische samenleving ter bescherming van de openbare orde. Een voorwaarde is echter wel dat de gemeente moet zorgen voor voldoende plakplaatsen. Volgens het vierde lid kan het college aanplakborden aanwijzen en daarvoor nadere regels stellen. Doet de gemeente dit niet, dan is er volgens jurisprudentie wel sprake van strijd met artikel 7, van de Grondwet en artikel 10 EVRM. Men volgt in het algemeen de norm van 1 plakbord of –zuil op de 10.000 inwoners. Zie daarover: X. Xxxxxxxxx in de noot onder ABRS 05-06-2002 in JG 02.0221. .
Vrijheid van meningsuiting. De bepalingen van het ontworpen koninklijk besluit bevatten een beperking voor het maken van reclame voor de kansspelproducten en weddenschappen die worden geëxploiteerd door middel van instru- menten van de informatiemaatschappij en vormen aldus beperkingen op de vrijheid van meningsuiting van de exploitanten van dat soort kansspelen en weddenschappen. Informatie met een commerciële inhoud wordt echter beschermd door de vrijheid van meningsuiting gewaarborgd bij artikel 10 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamen- tele vrijheden (5) en bij artikel 19 van de Grondwet.(6) Krachtens artikel 10, lid 2, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens kan de vrijheid van meningsuiting onder bepaalde voorwaarden worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voor- waarden, beperkingen of sancties, onder meer met het oog op de bescherming van de gezondheid, de bescherming van de goede naam appellent toutefois « une interprétation étroite, et le besoin de la restreindre doit se trouver établi de manière contraignante » (7). Une ingérence dans la liberté d’expression doit être prévue par une loi suffisamment accessible et précise. Elle doit donc être formulée en des termes clairs et suffisamment précis pour que chacun puisse – en s’entourant au besoin de conseils éclairés – prévoir, à un degré raisonnable, dans les circonstances de la cause, les conséquences d’un acte déterminé. Ces exigences ne peuvent cependant pas aboutir à une rigidité excessive, empêchant de tenir compte des circonstances ou conceptions sociales changeantes dans l’interprétation d’une norme législative (8). Il convient ensuite de pouvoir démontrer que la restriction est nécessaire dans une société démocratique, qu’elle répond à un besoin social impérieux et qu’elle est proportionnée aux buts légitimes poursuivis.
Vrijheid van meningsuiting. 1. Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Dit artikel belet Staten niet radio- omroepen, en bioscoop- of televisieondernemingen te onderwerpen aan een systeem van vergunningen.
Vrijheid van meningsuiting. 1. Leerlingen hebben vrijheid van meningsuiting in beeld, woord en geschrift. Zij dienen dit recht te gebruiken met respect voor anderen. Discriminatie, pesten, seksuele intimidatie en andere vormen van meningsuiting die anderen kwetsen en/of beperken in hun vrijheid zijn nadrukkelijk verboden.
Vrijheid van meningsuiting. Artikel 15
Vrijheid van meningsuiting. Studenten hebben het recht hun mening op Marlijn Academie in woord en geschrift te uiten. Studenten dienen te handelen in overeenstemming met de regels van redelijkheid, fatsoen, behoorlijkheid en zorgvuldigheid en zich te onthouden van beledigingen. Indien vastgesteld wordt dat een deelnemer één of meerdere regels overtreedt, zoals bepaald in het voorgaande lid, dan kan Marlijn Academie maatregelen treffen. Studenten hebben het recht om een vergadering binnen Marlijn Academie te houden, zolang deze vergadering over school en aanverwante zaken gaat. Zij bepalen in overleg met de eindverantwoordelijke, of de daartoe door hem aangewezen medewerker, tijd en plaats van de vergadering. De eindverantwoordelijke mag vergaderingen verbieden wanneer deze de normale voortgang van de onderwijsactiviteiten belemmeren of de veiligheid van het instituut in gevaar brengen. Anderen dan deelnemers, zoals docenten en andere medewerkers van Marlijn Academie, worden alleen toegelaten op een vergadering van studenten als de studenten dat zelf goedvinden. Studenten dragen er zorg voor dat de vergaderruimte wordt gebruikt overeenkomstig het doel waarvoor deze bestemd is en laten de ruimte netjes en verzorgd achter. Alle studenten houden zich actief aan de geldende RIVM maatregelen en wijzen indien nodig ook anderen op de maatregelen, teneinde zo samen een veilige leeromgeving te houden.

Related to Vrijheid van meningsuiting

  • Kwaadwillige besmetting Het - buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.

  • Uitdrijving Artikel 18. Indien de eigenaar of één van hen het goed zelf bewoont of gebruikt, moet hij het ontruimen en ter beschikking stellen van de koper binnen de termijn vastgesteld in de verkoopsvoorwaarden en, indien deze termijn niet zou vastgesteld zijn, vanaf de dag van de ingenottreding door de koper. Voldoet de eigenaar niet aan deze verplichting, dan zal hij daartoe worden aangemaand en zo nodig worden uitgedreven, evenals degenen die het goed met hem bewonen of gebruiken, met al hun goederen, door een gerechtsdeurwaarder aangezocht door de koper (na betaling van de prijs in hoofdsom, interesten, kosten en andere bijkomende lasten), op vertoon van een grosse van de toewijzingsakte, dit alles zo nodig met behulp van de openbare macht.

  • Verpakking Wij hebben het recht boven de verkoopprijs de kosten van emballage in rekening te brengen, indien extra verpakking noodzakelijk blijkt te zijn. Standaardverpakking is in de prijs inbegrepen.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Onregelmatigheidstoeslag Verwijzend naar artikel 39 lid 1, waarin wordt verwezen naar de matrixen toeslagen onregelmatige uren bij de verbijzonderende delen, is voor werknemers vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van deze cao die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4a van toepassing. Op werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, kan de matrix onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4b worden toegepast. Voor werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst, geldt in afwijking van bijlage B4b, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur, een 0-tarief, een en ander zoals verwerkt in bijlage B4c.

  • Arbeidsduurverkorting ARTIKEL 6

  • Genezing niet belemmeren a. De werknemer mag zich tijdens de arbeidsongeschiktheid niet zodanig gedragen dat de genezing wordt belemmerd. De beoordeling hiervan is aan de controlerende instantie.

  • Schorsing, beëindiging van het Werk in onvoltooide staat en opzegging 36.1. De Opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het Werk geheel of gedeeltelijk te schorsen. De Opdrachtnemer dient:

  • Thuisblijven a. De werknemer dient thuis te blijven tot het moment waarop, door of namens de werkgever, de eerste controle heeft plaatsgevonden. Tot het moment waarop de eerste controle heeft plaatsgehad, mag de werknemer alleen van huis gaan voor een bezoek aan de huisarts of de bedrijfsarts of om zijn werkzaamheden te hervatten.

  • Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1 De werknemer kan, met inachtneming van de maximale duur zoals genoemd in artikel D-5, in dienst treden voor bepaalde tijd.