WEDERBELEGGINGSVERGOEDING Voorbeeldclausules

WEDERBELEGGINGSVERGOEDING. Vervroegde terugbetalingen zijn mogelijk op de contractueel bepaalde herzieningsdata van de rentevoet, mits vooropzeg van 1 maand, en dit zonder aanrekening van een wederbeleggingsvergoeding door de inschrijver. Daarnaast is de opdrachtgevende overheid steeds gerechtigd, overeenkomstig artikel 7 van het KB van 26-09-1996, de oorspronkelijke opdracht eenzijdig te wijzigen. Iedere niet-contractueel voorziene verrichting die een aanpassing van de aflossingstabel tot gevolg heeft, kan evenwel gelijkgesteld worden met een wijziging van het voorwerp van de opdracht en mag beschouwd worden als een eenzijdige verbreking van het contract. In die gevallen heeft de inschrijver recht op een vergoeding gelijk aan het reëel geleden financieel verlies. Het reëel financieel verlies wordt volgens de hierna vermelde formule berekend. n + 1 ∑ =
WEDERBELEGGINGSVERGOEDING. Het krediet kan geheel of gedeeltelijk vervroegd terugbetaald worden. De kredietnemers verwittigen schriftelijk en ten minste vijf bankwerkdagen voor de terugbetaling de kredietgever van hun voornemen. Het bedrag van de gedeeltelijke vervroegde terugbetaling bedraagt minstens 1/10de van het nog uitstaand kredietsaldo. Bij elke gedeeltelijke vervroegde terugbetaling leven de kredietnemers alle bedongen contractuele verplichtingen verder onverkort na; alle betalingen in rente en kapitaal volgen de voorziene betaaldata tot de volledige terugbetaling van het krediet. Bij gehele of gedeeltelijke terugbetaling van het krediet voor de eindvervaldatum is een wederbeleggingsvergoeding verschuldigd. a. Voor ondernemingskredieten toegekend aan ‘Ondernemingen cfr. de KMO-wet’ waarvan het oorspronkelijke kredietbedrag hoogstens 2 miljoen euro bedraagt, bedraagt de wederbeleggingsvergoeding maximaal zes maanden rente, berekend over de vervroegd terugbetaalde som en tegen de in de bijzondere voorwaarden bepaalde rentevoet. Indien de resterende looptijd korter is dan zes maanden, dan wordt de wederbeleggingsvergoeding berekend over de vervroegd terugbetaalde som en tegen de in de bijzondere voorwaarden bepaalde rentevoet evenwel beperkt tot het resterend aantal maanden. b. Voor ondernemingskredieten toegekend aan ‘Onder- nemingen cfr. de KMO-wet’ waarvan het kredietbedrag meer dan 2 miljoen euro bedraagt en voor onder- nemingskredieten aan andere kredietnemers, ongeacht het kredietbedrag, wordt de wederbeleggingsver- goeding berekend als het verschil tussen: - de rente die de kredietgever van de kredietnemer zou hebben ontvangen op het terugbetaalde bedrag mits de kredietnemer de ontleende fondsen volgens de contractueel vastgelegde modaliteiten zou hebben terugbetaald - en de rente die de kredietgever in plaats daarvan zou ontvangen bij de herbelegging van dit terugbetaald bedrag gedurende de resterende looptijd van het krediet, berekend op basis van de marktrentevoet die op het ogenblik van de terugbetaling van toepassing is - marktrentevoet te bepalen als de EUR-ISDA- EURIBOR Swap Rente voor de resterende looptijd op datum van vervroegde terugbetaling (betaalstromen vanaf 1 jaar) en euribor voor de resterende looptijd op datum van vervroegde terugbetaling (betaalstromen tot en met 1 jaar) De periode die in acht wordt genomen loopt tot aan de volgende contractuele herziening van de rentevoet of, bij ontstentenis daarvan, tot aan de eindvervaldag van het krediet. De wede...
WEDERBELEGGINGSVERGOEDING. Vervroegde terugbetalingen zijn mogelijk op de contractueel bepaalde herzieningsdata van de rentevoet, mits vooropzeg van 1 maand, en dit zonder aanrekening van een wederbeleggingsvergoeding door de inschrijver. Iedere niet-contractueel voorziene verrichting die een aanpassing van de aflossingstabel tot gevolg heeft, wordt gelijkgesteld met een wijziging van het voorwerp van de opdracht en mag beschouwd worden als een eenzijdige verbreking van het contract. In die gevallen heeft de inschrijver recht op een verbrekingsvergoeding gelijk aan het reëel geleden financieel verlies. Het reëel financieel verlies wordt volgens de hierna vermelde formule berekend. n + 1 ∑ = CF t − At t = 1 (1 +
WEDERBELEGGINGSVERGOEDING. Vervroegde terugbetalingen zijn mogelijk op de contractueel bepaalde herzieningsdata van de rentevoet, mits vooropzeg van 1 maand, en dit zonder aanrekening van een wederbeleggingsvergoeding door de financiële instellingen. Andere vervroegde aflossingen van kapitaal dienen mits een vooropzeg van 1 maand op ieder ogenblik mogelijk te zijn. De eventueel gevraagde wederbeleggingsvergoeding moet worden uitgedrukt in aantal maanden en mag niet hoger zijn dan het reëel financieel verlies voor de inschrijver op het ogenblik van de vervroegde aflossing van het kapitaal.

Related to WEDERBELEGGINGSVERGOEDING

  • Thuiswerkvergoeding a. De werknemer die anders dan incidenteel thuis werkt, heeft recht op een vergoeding van € 2,00 netto per thuiswerkdag om de dienstbetrekking vanuit thuis goed te kunnen uitvoeren. Onder anders dan incidenteel thuiswerken in dit artikel wordt verstaan: a. de werknemer werkt over een tijde- lijke periode van tenminste één maand minimaal 50% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van twee werkdagen per werkweek of b. de werknemer werkt structureel minimaal 20% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van één werkdag per werkweek. b. Het recht op de (standaard) thuiswerkvergoeding wordt door deugdelijke administratie bijgehouden door de werkgever. c. De werknemer die recht heeft op de in lid a genoemde vergoeding, heeft op een thuiswerkdag geen recht op een kostenvergoeding woon-werkverkeer zoals genoemd in artikel 6.2 van deze cao. De werknemer die op een thuiswerkdag een noodzakelijke dienstreis maakt, heeft aanspraak op een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.

  • Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.

  • Reiskostenvergoeding Lid 1 De werknemer ontvangt voor het reizen met eigen vervoer, een vergoeding van de reiskosten voor het vervoer heen en terug van zijn woning naar de vestiging, dan wel een door de werkgever aangewezen opstappunt, conform Artikel 38 Lid 6. De vergoeding is gebaseerd op het aantal gereden kilometers per dag en bedraagt: Aantal gereden kilometers totaal per dag Vergoeding Maximum vergoeding per dag 1 t/m 10 km heen en terug € 0,19 per km € 1,90 Vanaf 11 t/m 20 km heen en terug € 0,19 per km € 2,65 Vanaf 21 km heen en terug € 0,19 per km € 3,00 Lid 2 Bij vrijwillige verhuizing verder van de onderneming ontstaat geen recht op een hogere reiskostenvergoeding. Lid 3 Indien de werknemer voor het vervoer van zijn woning naar de plaats waar de werkzaamheden feitelijk worden uitgevoerd, niet zijnde de hoofd- of nevenvestiging van de onderneming, per dag tot en met 30 kilometer reist (totaal heen en terug), ontvangt hij een vergoeding conform de tabel in Lid 1. Over de meerdere kilometers boven 30 kilometer (totaal heen en terug) ontvangt de werknemer € 0,27 per kilometer. Lid 4 Indien, naar het oordeel van de werkgever, de werknemer gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, of indien de werknemer tijdens de werktijd ten behoeve van de werkzaamheden gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, dan ontvangt hij hiervoor een vergoeding van € 0,27 per kilometer. Lid 5 Indien de werkzaamheden worden verricht op een zodanige afstand van de woonplaats van de werknemer, dat het voor hem noodzakelijk is elders te overnachten, zal op ondernemingsniveau een passende regeling worden getroffen voor een zogenaamde nachtvergoeding. Lid 6 De werkgever zal binnen de kaders van de fiscale wet- en regelgeving, maandelijks zijn medewerking verlenen aan het fiscaal vriendelijk geheel of gedeeltelijk verrekenen van eventuele niet-benutte ruimte met betrekking tot de vergoeding voor reiskosten voor woon- werkverkeer. Als een maandelijkse verwerking niet mogelijk is, kan de werkgever er ook voor kiezen om dit per kwartaal, halfjaarlijks of jaarlijks te verrekenen. Indien de fiscale regelgeving wijzigt wordt deze regeling dienovereenkomstig aangepast. Lid 7 Bij verplaatsing van de vestiging of het opstappunt op initiatief van de werkgever waarbij de afstand voor woon-werkverkeer met meer dan 10 kilometer toeneemt, ontvangt de werknemer een vergoeding van € 0,19 per kilometer over het meerdere van 10 kilometer. Deze vergoeding wordt in 3 jaar in 3 gelijke stappen afgebouwd.

  • Kostenvergoeding De werknemer krijgt de kosten, die hij voor de onderneming heeft gemaakt, terug betaald.

  • Onkostenvergoeding De vrijwilliger ontvangt geen beloning voor de verrichte werkzaamheden. De vrijwilliger ontvangt een vergoeding voor de werkelijk gemaakte kosten. Uitgangspunt is dat de vrijwilliger vooraf toestemming heeft gekregen van de contactpersoon voor het maken van deze kosten. Vergoeding vindt plaats na overlegging van een declaratieformulier en evt. ook een betalingsbewijs bij de contactpersoon van Jeugd GGZ.

  • Kostenvergoedingen a. De werknemer kan in aanmerking komen voor de volgende kostenvergoedingen: - woon-werkverkeer (artikel 6.2); - functiegerichte scholing (artikel 6.3), loopbaan- gerichte scholing (artikel 6.4), en maaltijdkosten (artikel 6.7). b. Voorts kunnen door de werkgever een aantal facultatieve kostenvergoedingen toegekend worden. In bijlage 6 zijn de aanbevelingen opgenomen met betrekking tot deze regelingen: - zakelijke kilometers; - telefoon; - verblijf. Deze niet verplichte kostenvergoedingen zullen individueel in de arbeidsovereenkomst worden overeengekomen. Daarbij worden zoveel als mogelijk de richtlijnen gevolgd zoals deze in bijlage 6 zijn op- genomen. De werkgever heeft echter te allen tijde de bevoegdheid om daar van af te wijken. c. De vergoedingen worden maandelijks met het salaris uitbetaald, dan wel rechtstreeks per kas onder overleg- ging van de originele betalingsbewijzen of nota’s, (eventueel) de kilometerstaten en de door de werk- gever voor akkoord getekende opgave. d. Indien de werknemer de functie langer dan 1 maand niet uitoefent, behoudt de werkgever zich het recht voor om de voor de werknemer geldende kosten ver- goeding(en) stop te zetten, zonder dat de werkgever jegens de werknemer gehouden zal zijn tot betaling van enige (schade-) vergoeding. e. Alle kostenvergoedingsregelingen zijn erop gebaseerd dat voor de werkgever, ten aanzien van de vergoedin- gen, geen inhoudingplicht in het kader van de Wet op de Loonbelasting aanwezig is.

  • Maaltijdvergoeding Indien de werkgever geen maaltijd verstrekt, heeft de medewerker recht op een vergoeding. Deze vergoeding is per 1 januari 2021 ten minste € 4,30. Overlegt de medewerker een kassabon van een genoten maaltijd op die dag met een hoger bedrag, dan ontvangt hij het bonbedrag tot een maximum van € 8,80.

  • Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald. 6.2 Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. 6.3 De Gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.

  • Overwerkvergoeding 1 Aan de werknemer voor wie het salaris wordt vastgesteld volgens een van de schalen 1 tot en met 10 en die in opdracht van de werkgever overwerk verricht, wordt, behoudens het derde lid van dit artikel, een vergoeding toegekend. 2 Onder overwerk wordt verstaan arbeid verricht buiten de voor werknemer vastgestelde dagelijkse werktijd, voor zover daardoor deze werktijd wordt overschreden. 3 Voor overwerk dat korter dan een uur aansluitend aan de vastgestelde dagelijkse werktijd wordt verricht, wordt geen vergoeding toegekend. Overwerk kan alleen worden verricht in opdracht van de werkgever. 4 De vergoeding voor overwerk, tenzij sprake is van onregelmatige dienst als bedoeld in artikel H-8, bestaat uit: a verlof, gelijk aan het aantal uren overschrijding van de voor de werknemer vastgestelde dagelijkse werktijd, en b een bedrag in geld, dat voor elk uur van die overschrijding een percentage bedraagt van het voor de werknemer geldende salaris per uur, met dien verstande dat het bedrag in geld voor overwerk op maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur slechts wordt toegekend voor zover door het verrichten van overwerk de arbeidsduur bij een normbetrekking wordt overschreden. 5 De vergoeding wordt zo spoedig mogelijk toegekend, doch in de regel niet later dan in de kalendermaand volgende op die waarin de overschrijding plaats had, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de werknemer. Hierbij is artikel G-2 van toepassing. 6 De werkgever kan bepalen dat, in plaats van het toekennen van verlof, bedoeld in het vierde lid van dit artikel, onder a voor ieder uur een bedrag in geld wordt toegekend gelijk aan het voor de werknemer geldende salaris per uur. 7 Het in het vierde lid onder b bedoelde percentage bedraagt: a behoudens het gestelde onder b en c: Overwerk verricht: Zaterdag en zondag Maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 06.00 uur 100 50 tussen 06.00 en 22.00 uur 50 25 tussen 22.00 en 24.00 uur 100 50

  • Schadevergoeding De verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst. De verzekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.