Weerstandsvermogen Voorbeeldclausules

Weerstandsvermogen. In opdracht van het bestuur heeft er in 2021 een externe herijking van het weerstandsvermogen in relatie tot toekomstige risico’s plaatsgevonden. Op basis van dat rapport is door het Algemeen Bestuur besloten om de koers voor wat betreft de begrotings- en subsidiëringsystematiek, zoals die is vastgesteld in het Strategieplan en de (meerjaren)begroting, ongewijzigd aan te houden. De tekorten die begroot zijn voor de komende jaren kunnen worden opgevangen door het weerstandsvermogen. Daarnaast is besloten om aan de hand van de ontwikkelde methodiek het weerstandsvermogen tweemaal per jaar ter herijken. Voor deze meerjarenbegroting is onderzocht welke risico’s de Diamant-groep loopt en hoeveel weerstandscapaciteit beschikbaar is om die risico’s op te vangen. De verhouding tussen risico’s en de weerstandscapaciteit is een indicatie van de financiële robuustheid op (middel)lange termijn. Het verloop van het weerstandsvermogen is als volgt weer te geven: Begrotingsjaar Beschikbare capaciteit Benodigde capaciteit Weerstands- vermogen Ratio Waardering Betekenis 2023 15.852.000 1.549.000 14.303.000 10,3 A uitstekend 2024 15.552.000 3.589.000 11.963.000 4,4 A uitstekend 2025 15.252.000 5.706.000 9.546.000 2,7 A uitstekend 2026 14.952.000 9.613.000 5.339.000 1,6 B ruim voldoende 2027 14.630.000 12.243.000 2.387.000 1,2 C voldoende Ultimo 2027 is er op grond van de risico-inventarisatie een weerstandscapaciteit benodigd van €12.243.000 terwijl de beschikbare weerstandscapaciteit op dat moment €14.630.000 bedraagt. Hiermee bedraagt het weerstandsvermogen €2.387.000 positief en dit is als voldoende aan te merken. Dit betekent dat de Diamant-groep de risico’s de komende jaren zelf kan opvangen.
Weerstandsvermogen. Als ondergrens voor de saldireserve hanteren we een grens van € 25 miljoen. Dat komt neer op een bedrag van € 150 per inwoner. Wij streven naar een verhouding van minimaal 1 tussen weerstandsvermogen en risico’s, te bereiken uiterlijk voor het einde van de nieuwe raadsperiode. We kiezen ervoor om de voeding vanuit de exploitatiebegroting naar de saldireserve te verlagen. Ook voeren we een aantal maatregelen door, zoals het evenredig over de tijd verdelen van bijdragen uit de saldireserve aan Waalsprong en Waalfront. Door deze combinatie van maatregelen bereiken we reeds in 2017 de verhouding van 1 tussen weerstands- vermogen en risicoprofiel. 38 | 39 Samen voor Nijmegen: sociaal, duurzaam en ondernemend bedragen * € 1.000,- 2014 0000 0000 0000 0000 Stand saldireserve 1 januari 62,4 69,7 73,7 80,5 86,6 Bestaande mutaties -1,5 -7,4 10,5 9,8 10,3 Rekeningresultaat 2013 0,7 Onderuitputting kapitaallasten 2014 4,0 Primitief resultaat begroting 2014 2,7 Verschuiven bijdrage Waalfront 3,0 6,0 -1,2 -1,2 -1,2 Verschuiven bijdrage Waalsprong 6,4 -1,0 -1,1 -1,1 Minder structurele voeding (excl. besp. rente) Treffen voorz. Vlierestraat -2,0 -1,0 -1,4 -1,4 -1,4 Aanvullen voorz. Bergerden -2,0 RSI storten in saldireserve 2,4
Weerstandsvermogen. Een risico is een kans op het optreden van een gebeurtenis met een bepaald gevolg. Xxxxxx'x die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn die risico's die niet op een andere manier zijn ondervangen en die financieel nadelige gevolgen kunnen hebben. Doen deze risico's zich voor dan worden de mogelijke financiële risico's ondervangen via het weerstandsvermogen. De risico's van het schap zijn geïnventariseerd. Voor het kunnen bepalen van het benodigde weerstandsvermogen is de financiële impact per risico zo goed mogelijk ingeschat c.q. berekend. Om voor de meeste risico's tot een inschatting van de financiële gevolgen te kunnen komen, zijn de bepalende factoren voor een schatting van de kans van optreden (Hoog / Midden / Laag) en de impact van het risico (in euro's) geïdentificeerd. Zoveel mogelijk is de (gemiddelde) omvang van de bij het risico betrokken exploitatielasten en/of investeringsbedragen meegenomen bij de bepaling van de kans en het effect. Dit betekent dat niet de gehele omvang van de mogelijke financiële impact wordt opgenomen als risicobuffer. Door vermenigvuldiging van de impact met een kans van optreden wordt een onnodig hoge risicobuffer vermeden terwijl door de combinatie van verschillende risico's in de bepaling van de weerstandscapaciteit redelijkerwijs wel voldoende vermogen beschikbaar is voor tegenvallers. Op basis van de risico-inventarisatie is een aantal risico's onderkend. In onderstaande tabel zijn de risico's benoemd, is aangegeven wat de kans op voordoen is, of de financiële impact structureel of incidenteel is en wat de inschatting van de financiële impact is. Incidenteel/St Financiële Uitgaande van 4 Kans ructureel impact jaar*
Weerstandsvermogen. In de begroting is een paragraaf “Weerstandsvermogen’ opgenomen. Deze paragraaf benoemt de risico’s waarmee de gemeente te maken krijgt. De risico’s van grondexploitatie maken hier onderdeel van uit. Xxx continueren het besluit van de raad uit 2012 dat we geen algemene reserve reserve grondbedrijf hebben. De risico’s vangen we op in het weerstandsvermogen. .
Weerstandsvermogen. Om te bepalen of we voldoende weerstandsvermogen hebben, moeten we de relatie leggen tussen de benodigde weerstandscapaciteit (gebaseerd op de financieel gekwantificeerde risico's) en de beschikbare weerstandscapaciteit. De figuur hieronder geeft de relatie tussen deze twee componenten weer. Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit 1 = = 0,00 Benodigde weerstandscapaciteit 1.260.439 Waarderingscijfer Ratio Betekenis A >2.0 uitstekend B 1.4-2.0 ruim voldoende C 1.0-1.4 voldoende

Related to Weerstandsvermogen

  • Vermogensbeheer Dit is het eigendom, het bezit, de aan- en verkoop van effecten (zoals aandelen, obligaties, opties, spaardeposito’s en andere waardepapieren) en de advisering en het beheer of de bemiddeling daarin of daarover. Hieronder vallen ook hypotheken, spaar- en levensverzekeringen met een beleggingscomponent.

  • Vermogen 1. Vermogen bestaande uit onroerende goederen als omschreven in artikel 6, die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat bezit en die in de andere overeenkomstsluitende Staat zijn gelegen, mag in die andere Staat worden belast. 2. Vermogen bestaande uit roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat heeft of uit roerende goederen die behoren tot een vaste basis die een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat tot zijn beschikking heeft voor de uitoefening van een zelfstandig beroep, mag in die andere Staat worden belast. 3. Vermogen bestaande uit schepen en luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd, alsmede uit roerende goederen die bij de exploitatie van die schepen of luchtvaartuigen worden gebruikt, is slechts belastbaar in de overeenkomstsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen. 4. Alle andere bestanddelen van het vermogen van een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat zijn slechts in die Staat belastbaar.

  • Eigen vermogen Inbreng 6.7.1

  • VERKLARENDE WOORDENLIJST Begrippen en afkortingen in dit Informatiememorandum die beginnen met een hoofdletter hebben de betekenis die daaraan is gegeven in Artikel 1: Definities van de Obligatievoorwaarden zoals opgenomen in Bijlage 1.

  • Belangenverstrengeling 1. Werknemer zal zich ervan onthouden: - direct of indirect deel te nemen aan ten behoeve van werkgever door derden uit te voeren aannemingen, leveringen of werken; - direct of indirect in verband met zijn functie geschenken met handelswaarde provisie of beloning aan te nemen van personen of rechtspersonen waarmee werknemer door of vanwege zijn functie in aanraking komt; - andere werknemers uit de onderneming van de werkgever te verplichten tot het verrichten van persoonlijke diensten aan werknemer; - goederen en bedrijfsmiddelen van de werkgever te gebruiken voor eigen doeleinden zonder een schriftelijke toestemming van de werkgever. 2. Overtreding van deze regel kan sancties voor de werknemer opleveren en al naar gelang de aard en de ernst van de overtreding aanleiding geven tot een ontslagaanvraag op basis van verwijtbaar handelen of nalatigheid door de werknemer of een reden voor ontslag op staande voet opleveren.

  • Nabestaanden De in artikel 6:108 BW genoemde gerechtigden op schadevergoeding bij overlijden.

  • Studiekostenregeling De werkgever heeft de mogelijkheid terzake van de in de artikelen 43 en 44 genoemde kosten voor aanvang van de opleiding een studiekostenregeling aan z'n werknemers voor te leggen. Deze studiekostenregeling verplicht de werknemer: - bij ontslagname van de werknemer binnen een jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 75% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen twee jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 50% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen drie jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 25% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen.

  • Onvermogen Als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de wederpartij vergoedt DAS tot ten hoogste € 750,- aan verzekerde de schade aan de motor als gevolg van de onrechtmatige daad van de wederpartij, tenzij verzekerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen. Een en ander voor zover de schade een eigen risico € 125,- te boven gaat.

  • Studiekosten De werknemer die een studie volgt in verband met de uitoefening van zijn functie, die hij als gevolg van de verandering niet meer vervult, wordt in de gelegenheid gesteld deze studie af te ronden conform de vergoedingsafspraken die daarvoor bij aanvang van de studie zijn overeengekomen. Op de werknemer rust geen terugbetalingsverplichting indien hij besluit te stoppen met de studie, omdat het gezien de functiewijziging niet noodzakelijk is de studie verder te volgen.

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht. 2. De klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht.