Arbeid op zon- en feestdagen. 1. Met uitzondering van de in lid 2 genoemde gevallen wordt geen arbeid verricht op zondagen en algemeen erkende christelijke feestdagen en op de nationale feestdag, 30 april. Tevens wordt geen arbeid verricht op 5 mei, indien deze dag in een jaar valt, dat eindigt op een 0 of op een 5.
2. Voorzover nodig is arbeid op deze dagen toegestaan, onder de volgende voorwaarden.
a. Voor onverwachte en noodzakelijke reparaties die niet kunnen worden uitgesteld en voor die reparaties en werkzaamheden, die gedurende de bedrijfstijd niet plaats kunnen vinden.
b. Indien en voorzover producten gevaar lopen te bederven of in kwaliteit achter uit te gaan.
c. Indien en voorzover arbeid nodig is voor verlichting, verwarming, drogen, en koelen.
d. Voor arbeid in ploegendienst, met dien verstande dat op zondagen en algemeen erkende christelijke feestdagen om 22.00 uur mag worden begonnen aan de voorbereidende werkzaamheden zodat om 24.00 uur de ploeg de arbeid kan aanvangen.
a. Iedere werknemer heeft, indien hij niet werkt op één van de hierna genoemde dagen, recht op doorbetaling van het loon. Het betreft: algemeen erkende christelijke- en nationale feestdag (30 april) en, indien van toepassing, 5 mei, mits deze vallen op een voor werknemer geldende werkdag. In geval de werknemer toch moet werken conform lid 2 ontvangt de werknemer zijn loon verhoogd met 80% conform artikel 25 lid 4. Daarnaast heeft hij in dat geval recht op compenserende vrije tijd van het aantal gemaakte uren op de feestdag in de vorm van een aaneengesloten periode. Slechts indien de vrije tijd niet kan worden genoten dient deze compenserende tijd tegen 100% te worden uitbetaald.
b. Onder loon dient in dit artikel te worden verstaan, het loon van de werknemer bij de normale wekelijkse arbeidstijd, inclusief tariefverdiensten en ploegentoeslagen en exclusief de overwerktoeslagen, berekend over de laatste 13 weken tenzij de werkgever om administratieve redenen een andere termijn aanhoudt.
4. Roostervrije dagen mogen niet samenvallen met betaalde feestdagen, genoemd in lid 1 van dit artikel.
Arbeid op zon- en feestdagen. 1. Geen arbeid zal worden verricht op zondagen, op algemeen erkende Christelijke feestdagen, te weten: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en beide Kerstda- gen, en op de door de regering als zodanig aangewezen nationale feestdag.
Arbeid op zon- en feestdagen artikel 34 Kort verzuim;
Arbeid op zon- en feestdagen. 1 Op zondag en op feestdagen wordt als regel niet gewerkt.
2 Onder feestdagen worden verstaan: nieuwjaarsdag, de beide paasdagen, hemelvaartsdag, de beide pinksterdagen, de beide kerstdagen, koningsdag en – in 2020, 2025 en zo vervolgens – bevrijdingsdag.
3 De arbeid op 24 en 31 december alsmede op goede vrijdag zal – indien mogelijk – niet later dan om 16.00 uur worden beëindigd. Indien op deze dagen later wordt gewerkt, wordt voor elk gewerkt uur een toeslag uitbetaald van 50 procent van het voor de werknemer geldende uurloon.
4 Arbeid op zondag kan niet worden verplicht.
5 Beloning van arbeid op feestdagen dient te geschieden met een toeslag op het uurloon van 100 procent en toekenning aan de werknemer van een bijzondere verlofdag.
Arbeid op zon- en feestdagen. 1. Met uitzondering van de in lid 2 genoemde gevallen wordt geen arbeid verricht op zondagen en algemeen erkende christelijke feestdagen en op de nationale feestdag, 27 april. Tevens wordt geen arbeid verricht op 5 mei, indien deze dag in een jaar valt, dat eindigt op een 0 of op een 5.
2. Voorzover nodig is arbeid op deze dagen toegestaan, onder de volgende voorwaarden.
a. Voor onverwachte en noodzakelijke reparaties die niet kunnen worden uitgesteld en voor die reparaties en werkzaamheden, die gedurende de bedrijfstijd niet plaats kunnen vinden.
b. Indien en voorzover producten gevaar lopen te bederven of in kwaliteit achter uit te gaan.
c. Indien en voorzover arbeid nodig is voor verlichting, verwarming, drogen, en koelen.
d. Voor arbeid in ploegendienst, met dien verstande dat op zondagen en algemeen erkende christelijke feestdagen om 22.00 uur mag worden begonnen aan de voorbereidende werkzaam- heden zodat om 24.00 uur de ploeg de arbeid kan aanvangen.
a. Iedere werknemer heeft, indien hij niet werkt op één van de hierna genoemde dagen, recht op doorbetaling van het loon. Het betreft: algemeen erkende christelijke- en nationale feestdag (27 april) en, indien van toepassing,
Arbeid op zon- en feestdagen. 1. Op zondagen en algemeen erkende (Christelijke) feestdagen, te weten Nieuwjaarsdag, beide Paas- dagen, Hemelvaartsdag, beide Pinksterdagen, de Bevrijdingsdag in de lustrumjaren en de beide Kerstdagen alsmede op de dag waarop de verjaardag van X.X. xx Xxxxxxxx officieel wordt gevierd, wordt geen arbeid verricht tenzij bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken en de des- betreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten. Als vergoeding voor de op deze dagen verrichte arbeid wordt boven het normaal geldende weekloon voor ieder gewerkt uur het uur- loon betaald, xxxxxxxxxxx met een toeslag van 100%.
2. Indien de werknemer principiële bezwaren heeft om op zondagen, Hemelvaartsdag of Eerste Kerst- dag te werken, kan hij daartoe niet worden verplicht.
3. Indien per kalenderjaar 3 of meer vaste vrije dagen samenvallen met een algemeen erkende (Christelijke) feestdag, dan wordt de werknemer gecompenseerd voor de derde en volgende feest- dagen.
4. De werknemer kan bij voorrang een vrije dag (vakantie of arbeidsduurverkorting) opnemen op een voor hem geldende religieuze feestdag, tenzij gewichtige bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten.
Arbeid op zon- en feestdagen. 1. Op zondagen en algemeen erkende feestdagen, waarvan in de lustrumjaren op 5 mei (Bevrijdingsdag) wordt, met uitzondering van werknemers die in continudienst werken, geen arbeid verricht tenzij bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken en de desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten.
2. De werknemer kan bij voorrang een vrije dag opnemen op een voor haar geldende religieuze feestdag, tenzij gewichtige bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten.
3. Op doordeweekse feestdagen krijgt de werknemer met een dienstverband voor de normale arbeidsduur 8 uur doorbetaalde vrije uren. Voor de overige werknemers geldt het aantal doorbetaalde vrije uren naar evenredigheid.
4. Als vergoeding voor de op deze dagen verrichte arbeid wordt ieder gewerkt uur uitbetaald, het aantal gewerkte uren in vervangend vrij gecompenseerd én een toeslag van 100% gegeven. Met andere woorden: wordt op een zon- of feestdag bijvoorbeeld 8 uur gewerkt dan worden deze uitbetaald, 8 uur vervangend vrijgegeven én een toeslag van 8 uur gegeven.
Arbeid op zon- en feestdagen. 1. Op zondagen en algemeen erkende (Christelijke) feestdagen, te weten Nieuwjaarsdag, beide Paasdagen, Hemelvaartsdag, beide Pinksterdagen, de Bevrijdingsdag in de lustrumjaren en de beide Kerstdagen alsmede op de dag waarop de verjaardag van X.X. xx Xxxxxxxx officieel wordt gevierd, wordt geen arbeid verricht tenzij bijzondere omstandigheden zulks noodzakelijk maken en de desbetreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten. Als vergoeding voor de op deze dagen verrichte arbeid wordt boven het normaal geldende weekloon voor ieder gewerkt uur het uurloon betaald, vermeerderd met een toeslag van 100%.
2. Indien de werknemer principiële bezwaren heeft om op zondagen, Hemelvaartsdag of Eerste Kerstdag te werken, kan hij daartoe niet worden verplicht.
3. Indien per kalenderjaar 3 of meer vaste vrije dagen samenvallen met een algemeen erkende (Christelijke) feestdag, dan wordt de werknemer gecompenseerd voor de derde en volgende feestdagen.
4. De werknemer kan bij voorrang een vrije dag (vakantie of arbeidsduurverkorting) opnemen op een voor hem geldende religieuze feestdag, tenzij gewichtige bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten.
Arbeid op zon- en feestdagen. 1. Op zon- en feestdagen wordt als regel niet gewerkt, tenzij de aard van het te verrichten werk of het belang van de onderne- ming zulks vereist.
2. Het recht op uren-compensatie voor de in deze cao erkende feestdagen voor parttimers (inclusief parttimers door ouder- schapsverlof) en fulltimers wordt op jaarbasis berekend volgens het jaaruren-systeem. De fulltimer profiteert volledig (40/40e) van de vrije uren voor feestdagen die voor rekening van de werkgever komen. Een parttimer die bijvoorbeeld 80 procent werkt, krijgt de uren-compensatie naar rato van de arbeidsduur (32/40e).
3. Om de berekening te kunnen maken voor het bepalen van de hoogte van de uren-compensatie, passen we het jaarurensys- teem toe. Het jaaruren-systeem werkt als volgt: Stap 1: aan het begin van elk jaar wordt het aantal werkdagen vastgesteld. Dit is het totale aantal dagen per jaar minus de weekenden en de door werkgever erkende feestdagen die niet in het weekend vallen. Stap 2: het aantal werkdagen op jaarbasis gedeeld door 5 levert het aantal werkweken per jaar op. Stap 3: het aantal werkweken wordt vervolgens vermenigvul- digd met de gemiddelde arbeidsduur per week van elke mede- werker per week. Voor een medewerker die bijvoorbeeld 80% werkt, komt dat neer op 32. Stap 4: de uitkomst van stap 3 is het aantal uren dat een mede- werker per jaar moet werken, de jaaruren-omvang. De feestda- gen zijn daarmee voor iedere medewerker in de jaaruren-om- vang meegenomen en wel naar rato van het arbeidspercentage. Stap 5: Het aantal contracturen per jaar wordt berekend door het totale aantal doordeweekse dagen van 261 per jaar te ver- menigvuldigen met 8 uur en vervolgens te vermenigvuldigen met het arbeidspercentage. Stap 6: de jaaruren-omvang minus de contracturen in het jaar is het aantal uur wat als feestdag genoten mag worden. In eerste instantie op de feestdag zelf. Is de feestdag een vaste vrije dag van de parttimer, dan op een ander moment in het jaar.
Arbeid op zon- en feestdagen. 1. Op zon- en feestdagen wordt als regel niet gewerkt, tenzij de aard van het te verrichten werk of het belang van de onderne- ming zulks vereist.
2. De feestdagen voor parttimers (inclusief parttimers door ou- derschapsverlof) en fulltimers worden op jaarbasis berekend volgens het jaaruren-systeem. De fulltimer profiteert volledig (40/40e) van de vrije uren voor feestdagen en een parttimer die bijvoorbeeld 80 procent werkt naar rato van de arbeidsduur (32/40e). Het jaaruren-systeem: Het jaaruren-systeem houdt in dat voor elk jaar het aantal werk- dagen wordt vastgesteld. Dit is het totale aantal dagen per jaar minus de weekenden en de door werkgever erkende feestdagen die niet in het weekend vallen. Dit aantal werkdagen op jaar- basis gedeeld door 5 levert het aantal werkweken per jaar op. Het aantal werkweken wordt vervolgens vermenigvuldigd met de gemiddelde arbeidsduur per medewerker per week. Bij iemand die 80% werkt, is dat dus 32. De uitkomst is het aantal uren dat een medewerker per jaar moet werken, de jaaruren-omvang. De feestdagen zijn daarmee voor iedere medewerker in de jaaruren-omvang meegenomen en wel naar rato van het arbeidspercentage. De jaaruren-omvang minus de contracturen in het jaar is het aantal uur wat als feestdag genoten mag worden. In eerste instantie op de feestdag zelf. Is de feestdag een vaste vrije dag van de parttimer, dan op een ander moment in het jaar.