Begrotingsrechtmatigheid Voorbeeldclausules

Begrotingsrechtmatigheid. Conform de Kadernota Rechtmatigheid 2023 wordt in de toelichting op de staat van baten en lasten een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de gerealiseerde baten en lasten gemaakt. De toets op begrotingsrechtmatigheid wordt op programmaniveau uitgevoerd. Zoals reeds aangegeven kent het Schap één programma zijnde de uitvoering Wsw. Alle baten en lasten van het Schap zijn dienstbaar aan dit ene programma. Derhalve wordt in dit kader de afwijking tussen begroting en realisatie binnen dit ene programma categoriaal toegelicht, en niet nader toebedeeld naar meerdere programma’s. Gelet op het voordeel op de lasten t.o.v. de gewijzigde begroting 2023 van € 361.000 is sprake van begrotingsrechtmatigheid. Dit voordeel is als volgt opgebouwd: Realisatie 2023 Gewijzigde begroting 2023 Afwijking Administratiekosten 71 71 0 Personeelskosten bestuur 15 23 -8 Rentekosten minus –xxxxxxxxxxx -000 00 -000 Xxxxxx wachtlijstbeheer/indicatie 200 125 75 Frictiekosten bijdrage aan WAA groep nv 113 112 1 Projectkosten bijdrage aan WAA groep nv 0 0 0 Overige algemene kosten 81 238 -157 Incidentele bijdrage aan WAA groep nv 44 0 44 Resultaat deelneming 0 0 0 Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen tussen begrotingen en realisatie 2023 en t.o.v.2022 toegelicht en nader geanalyseerd. Rijksvergoeding Wsw Primaire begroting 2023 Gewijzigde begroting 2023 Realisatie 2023 Realisatie 2022 Toegekende reguliere rijksvergoeding Wsw 11.489 11.917 Bij: Bonus Begeleid Werken Af: korting rechtmatigheid Totaal rijksbijdrage 11.489 Nvt Nvt 11.917 Aantal SE totaal (incl. Begeleid werken) 377,0 553,6 533,5 394,18 Toegekende rijksvergoeding per SE (x € 1) 30.673 Nvt Nvt 30.232 Vanaf 1-1-2023 zijn de deelnemende gemeenten direct zélf financieel en volledig verantwoordelijk voor het totale subsidieresultaat Wsw (= werkgeverskosten Wsw t.o.v. rijksbijdrage Wsw c.a.) En dan niet alleen zoals t/m 2022 voor sec de Beschutte Groep Wsw, maar vanaf 1-1-2023 voor de zgn. Gele én Blauwe Groep Wsw. Als gevolg van deze veranderde financiële afspraken c.a. onder Samen Verder! wordt de Rijksbijdrage Wsw m.i.v. 2023 niet meer door de gemeenten aan het Schap doorbetaald. Bij de opmaak van de primaire begroting (voorjaar 2023) was het project Samen Verder! nog in uitvoering en de afspraken nog onzeker. Derhalve is toen eea nog verwerkt conform de toen geldende kaders ca. Bij de 1e begrotingswijziging (najaar 2023) is eea wel verwerkt conform de nieuwe afspraken onder Samen Verder! omdat v...
Begrotingsrechtmatigheid. De GR maakt voor elk begrotingsjaar een primitieve begroting. Bij de rechtmatigheidscontrole vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) wordt de begrotings- rechtmatigheid als volgt omschreven: Binnen dit kader zijn een aantal verschillende begrotingsoverschrijdingen te onderscheiden. Bij de toetsing van begrotingsafwijkingen kunnen, volgens de commissie BBV, ten minste de volgende “soorten” begrotingsafwijkingen worden onderkend: # Beschrijving soort onrechtmatigheid Telt mee voor het oordeel? 1 Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gere- lateerde opbrengsten Nee 2 Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen Nee 3 Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct ge- relateerd zijn Ja
Begrotingsrechtmatigheid. Conform de Kadernota Rechtmatigheid 2018 wordt in de toelichting op de staat van baten en lasten een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de gerealiseerde baten en lasten gemaakt. De toets op begrotingsrechtmatigheid wordt op programmaniveau uitgevoerd. Zoals reeds aangegeven kent het Schap één programma zijnde de uitvoering Wsw. Alle baten en lasten van het Schap zijn dienstbaar aan dit ene programma. Derhalve wordt in dit kader de afwijking tussen begroting en realisatie binnen dit ene programma categoriaal toegelicht, en niet nader toebedeeld naar meerdere programma’s. Gelet op het voordeel op de lasten t.o.v. de gewijzigde begroting 2019 van € 787.000 is sprake van begrotingsrechtmatigheid. Dit voordeel is als volgt opgebouwd: Realisatie 2019 Gewijzigde begroting 2019 Afwijking Overige uitvoerings- en plaatsingskosten 13.221 13.319 -98 Administratiekosten 61 61 0 Personeelskosten bestuur 18 18 0 Rentekosten minus –opbrengsten 87 87 0 Kosten wachtlijstbeheer/indicatie 109 108 1 Frictiekosten bijdrage aan WAA groep nv 307 989 -682 Projectkosten bijdrage aan WAA groep nv 30 30 0 Overige algemene kosten 52 60 -8 Hierna worden de belangrijkste afwijkingen geanalyseerd. Rijksvergoeding Wsw Primaire begroting 2019 Gewijzigde begroting 2019 Realisatie 2019 Realisatie 2018 Toegekende reguliere rijksvergoeding Wsw 11.149 12.122 12.194 12.311 Bij: Bonus Begeleid Werken 0 0 0 0 Af: korting rechtmatigheid 0 0 0 0 Aantal SE beschut - - - - Aantal SE overige (incl. Begeleid werken) 454,00 474,20 470,71 487,58 Aantal SE totaal (incl. Begeleid werken) 454,00 474,20 470,71 487,58 Toegekende rijksvergoeding per SE (x € 1) 24.558 25.563 25.905 25.248 De totale rijksvergoeding Wsw wordt bepaald door de omvang en realisatie van de taakstelling en het normbedrag per standaardeenheid/arbeidsjaar. Omdat er vanaf 2015 geen instroom in de Wsw meer plaatsvindt is de realisatie van de overige Wsw in 2019 lager dan in 2018 maar iets hoger dan begroot, dit a.g.v. de uitstroom die in 2019 en 2018 lager was dan verwacht. De rijksbijdrage per SE in 2019 is hoger dan (bijgesteld) begroot door een hogere compensatie voor de loonprijsontwikkeling. De rijksvergoeding Wsw is, ondanks de genoemde loonprijscompensatie, in 2019 wel hoger dan 2018 maar onveranderd onvoldoende om de (loon)verplichtingen vanuit de Wsw te dekken. Dit door de al vanaf 2013 structurele rijksbezuiniging die evenals voorgaande jaren ook in 2019 weer van toepassing was. Evenals in voorgaande j...
Begrotingsrechtmatigheid. Conform de Kadernota Rechtmatigheid 2023 wordt in de toelichting op de staat van baten en lasten een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de gerealiseerde baten en lasten gemaakt. De toets op begrotingsrechtmatigheid wordt op programmaniveau uitgevoerd. Zoals reeds aangegeven kent het Schap één programma zijnde de uitvoering Wsw. Alle baten en lasten van het Schap zijn dienstbaar aan dit ene programma. Derhalve wordt in dit kader de afwijking tussen begroting en realisatie binnen dit ene programma categoriaal toegelicht, en niet nader toebedeeld naar meerdere programma’s. Gelet op het voordeel op de lasten t.o.v. de gewijzigde begroting 2023 van € 361.000 is sprake van begrotingsrechtmatigheid. Dit voordeel is als volgt opgebouwd:
Begrotingsrechtmatigheid. Bij de rechtmatigheidscontrole1 vormt het begrotingscriterium een belangrijk toetsingscriterium. In de toelichting op het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) wordt begrotingsrecht- matigheid omschreven als: Er zijn een aantal verschillende begrotingsoverschrijdingen te onderscheiden. Bij de toetsing van begrotingsafwijkingen kunnen, volgens de commissie BBV, ten minste de volgende “soorten” begrotingsafwijkingen worden onderkend: 1. Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten X 2. Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie)regelingen X 3. Kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door extra inkomsten die niet direct gerelateerd zijn X 4. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar waarbij de accountant ondubbelzinnig vaststelt dat die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd X 5. Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingswijziging is ingediend X 6. Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt

Related to Begrotingsrechtmatigheid

  • Herroepingsrecht Bij producten: 1. De consument kan een overeenkomst met betrekking tot de aankoop van een product gedurende een bedenktijd van minimaal 14 dagen zonder opgave van redenen ontbinden. De ondernemer mag de consument vragen naar de reden van herroeping, maar deze niet tot opgave van zijn reden(en) verplichten. 2. De in lid 1 genoemde bedenktijd gaat in op de dag nadat de consument, of een vooraf door de consument aangewezen derde, die niet de vervoerder is, het product heeft ontvangen, of: a. als de consument in eenzelfde bestelling meerdere producten heeft besteld: de dag waarop de consument, of een door hem aangewezen derde, het laatste product heeft ontvangen. De ondernemer mag, mits hij de consument hier voorafgaand aan het bestelproces op duidelijke wijze over heeft geïnformeerd, een bestelling van meerdere producten met een verschillende levertijd weigeren. b. als de levering van een product bestaat uit verschillende zendingen of onderdelen: de dag waarop de consument, of een door hem aangewezen derde, de laatste zending of het laatste onderdeel heeft ontvangen; c. bij overeenkomsten voor regelmatige levering van producten gedurende een bepaalde periode: de dag waarop de consument, of een door hem aangewezen derde, het eerste product heeft ontvangen. 3. De consument kan een dienstenovereenkomst en een overeenkomst voor levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager is geleverd gedurende minimaal 14 dagen zonder opgave van redenen ontbinden. De ondernemer mag de consument vragen naar de reden van herroeping, maar deze niet tot opgave van zijn reden(en) verplichten. 4. De in lid 3 genoemde bedenktijd gaat in op de dag die volgt op het sluiten van de overeenkomst. 5. Indien de ondernemer de consument de wettelijk verplichte informatie over het herroepingsrecht of het modelformulier voor herroeping niet heeft verstrekt, loopt de bedenktijd af twaalf maanden na het einde van de oorspronkelijke, overeenkomstig de vorige leden van dit artikel vastgestelde bedenktijd. 6. Indien de ondernemer de in het voorgaande lid bedoelde informatie aan de consument heeft verstrekt binnen twaalf maanden na de ingangsdatum van de oorspronkelijke bedenktijd, verstrijkt de bedenktijd 14 dagen na de dag waarop de consument die informatie heeft ontvangen.

  • Verhaalsrecht Door schade te betalen krijgen wij uw vorderingsrechten op andere (rechts)personen. Die rechten kunnen we uitoefenen tegenover: a. anderen; b. andere (rechts)personen, en wel: • verzekeringnemer; • een medeverzekerde; • de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, • de geregistreerde partner of levensgezel van de verzekerde; • bloedverwanten in de rechte lijn van verzekerde; • een werknemer of werkgever van verzekerde; • iemand die bij dezelfde werkgever werkt als de verzekerde. Wij krijgen alleen een vordering op deze andere (rechts) persoon als er geen dekking was geweest als de verzekerde de schade zelf had veroorzaakt.

  • Gebruiksrecht 23.1 Onverminderd het bepaalde in artikel 6 verleent leverancier cliënt het niet-exclusieve recht tot het gebruik van de programmatuur. Cliënt zal de tussen partijen overeengekomen gebruiksbeperkingen steeds stipt naleven. Onverminderd het overigens in deze algemene voorwaarden bepaalde omvat het gebruiksrecht van cliënt uitsluitend het recht de programmatuur te laden en uit te voeren. 23.2 De programmatuur mag door cliënt uitsluitend in zijn eigen bedrijf of organisatie worden gebruikt op de ene verwerkingseenheid en voor een bepaald aantal of soort gebruikers of aansluitingen waarvoor het gebruiksrecht is verstrekt. Voor zover daaromtrent niets anders is overeengekomen, gelden de verwerkingseenheid van cliënt waarop de programmatuur voor het eerst is gebruikt en het aantal aansluitingen dat op het moment van eerste gebruik op die verwerkingseenheid is aangesloten, als verwerkingseenheid en aantal aansluitingen waarvoor het gebruiksrecht is verstrekt. Bij eventuele storing van de bedoelde verwerkingseenheid kan de programmatuur voor de duur van de storing op een andere verwerkingseenheid worden gebruikt. Het gebruiksrecht kan betrekking hebben op meerdere verwerkingseenheden voor zover dat uit de overeenkomst uitdrukkelijk blijkt. 23.3 Het gebruiksrecht is niet overdraagbaar. Het is cliënt niet toegestaan de programmatuur en dragers waarop deze is vastgelegd te verkopen, te verhuren, te sublicentiëren, te vervreemden of daarop beperkte rechten te verlenen of op welke wijze of voor welk doel dan ook ter beschikking van een derde te stellen, een derde al dan niet op afstand toegang te geven tot de programmatuur of de programmatuur bij een derde ter hosting onder te brengen, ook niet indien de betreffende derde de programmatuur uitsluitend ten behoeve van cliënt gebruikt. Cliënt zal de programmatuur niet wijzigen anders dan in het kader van het herstellen van fouten. Cliënt zal de programmatuur niet gebruiken in het kader van de verwerking van gegevens ten behoeve van derden (‘time-sharing’). De broncode van de programmatuur en de bij de ontwikkeling van de programmatuur voortgebrachte technische documentatie worden niet aan cliënt ter beschikking gesteld, ook niet indien cliënt bereid is voor deze terbeschikkingstelling een financiële vergoeding te voldoen. Cliënt erkent dat de broncode een vertrouwelijk karakter heeft en dat deze bedrijfsgeheimen van leverancier bevat. 23.4 Onverwijld na het einde van het gebruiksrecht van de programmatuur zal cliënt alle in zijn bezit zijnde exemplaren van de programmatuur aan leverancier retourneren. Indien partijen zijn overeengekomen dat cliënt bij het einde van het gebruiksrecht de betreffende exemplaren zal vernietigen, zal cliënt van zodanige vernietiging leverancier onverwijld schriftelijk melding maken.

  • Opschortingsrecht Tenzij de klant een consument is, doet de klant afstand van het recht om de nakoming van enige uit deze overeenkomst voortvloeiende verbintenis op te schorten.

  • Rechtvaardiging Rechtvaardiging wil zeggen dat een handeling die blootstelling aan ioniserende straling met zich mee brengt, slechts is toegestaan indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling opwegen tegen de gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht. Het rechtvaardigingprincipe is in de wetgeving vastgelegd in paragraaf 2.2 van het Bbs. In dat artikel is bepaald dat een handeling slechts is toegestaan, indien deze door de ANVS is gerechtvaardigd, dan wel behoort tot een categorie van handelingen die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Medische Zorg is gerechtvaardigd. In de Rbs is in bijlage 2.1 een positieve en negatieve lijst opgenomen van respectievelijk gerechtvaardigde en niet-gerechtvaardigde categorieën handelingen. Naast deze categorale rechtvaardiging is in het kader van de vergunningverlening nog een specifieke rechtvaardiging aan de orde voor wat betreft de aangevraagde activiteit.

  • Geschillenbeslechting en toepasselijk recht 15.1 Op alle overeenkomsten en rechtshandelingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer is Nederlands recht van toepassing. 15.2 Partijen zullen slechts een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen om middels mediation het geschil te beslechten. 15.3 De rechter in de vestigingsplaats van opdrachtnemer is, met uitsluiting van anderen, bevoegd van geschillen kennis te nemen. 15.4 Van toepassing is steeds de laatst gedeponeerde versie van de algemene voorwaarden of de versie zoals deze gold ten tijde van het tot stand komen van de overeenkomst. 15.5 Opdrachtnemer heeft het recht de algemene voorwaarden te wijzigen en de gewijzigde Algemene Voorwaarden op bestaande overeenkomsten van toepassing te verklaren. 15.6 Indien opdrachtnemer de gewijzigde algemene voorwaarden op bestaande overeenkomsten van toepassing verklaart, zal opdrachtnemer de wijzigingen tijdig bekend maken. Zij zullen 31 dagen na de schriftelijke bekendmaking van de wijziging in werking treden tenzij op de bekendmaking een latere datum wordt vermeld. Indien opdrachtgever een wijziging in de algemene voorwaarden niet wenst te accepteren kan hij de overeenkomst tegen de datum waarop de gewijzigde voorwaarden van kracht worden, opzeggen. Opdrachtgever dient alsdan de opzegging zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee (2) weken na de schriftelijke bekendmaking van de wijzing schriftelijk aan opdrachtnemer te vermelden.

  • Auteursrecht Het auteursrecht op de Fotografische werken berust bij de fotograaf.

  • Opzeggingsrecht Als wij de voorwaarden en/of premiegrondslag van de zorgverzekering in uw nadeel wijzigen, dan kunt u als verze- keringnemer de verzekeringsovereenkomst opzeggen met ingang van de dag waarop de wijziging ingaat. U kunt de overeenkomst opzeggen, in ieder geval gedurende 1 maand nadat de wijziging aan u is meegedeeld. Dit opzeg- gingsrecht heeft u niet, als een wijziging in de verzekerde zorg rechtstreeks voortvloeit uit een wijziging van de bij of krachtens de artikelen 11 tot en met 14a Zorgverzekeringswet gestelde regels.

  • Overgangsrecht Op de werknemer of oud-werknemer van wie de eerste dag van arbeidsongeschiktheid voor 1 augustus 2008 ligt, is overgangsrecht van toepassing volgens de regels in bijlage 5C en 5D.

  • Stemrecht 51.1 Stemgerechtigd zijn de Eigenaars. Bij erfpacht, vruchtgebruik of recht van gebruik en/of bewoning komt het stemrecht toe aan de beperkt gerechtigde, tenzij bij de vestiging van het recht anders is bepaald. Bij het recht van opstal blijft het stemrecht bij de Eigenaar, tenzij bij de vestiging van dat recht anders is bepaald. 51.2 Het totaal aantal stemmen en het aantal stemmen dat ieder van de Eigenaars kan uitbrengen worden in de Akte bepaald. Indien het stemrecht toekomt aan een beperkt gerechtigde kan deze het aantal stemmen uitbrengen dat blijkens de Akte kan worden uitgebracht door de Eigenaar van het Appartementsrecht waarop het beperkte recht rust. De Vergadering kan in geval van Ondersplitsing besluiten het aantal uit te brengen stemmen te verveelvoudigen, doch slechts onder handhaving van de onderlinge stemverhouding tussen de Eigenaars als in de Akte is bepaald. 51.3 In geval van Ondersplitsing zal het stemrecht dat ter zake van het in de Ondersplitsing betrokken Appartementsrecht kan worden uitgebracht, worden uitgebracht door het bestuur van de Vereniging van Ondereigenaars. De stemmen voor het in een Ondersplitsing betrokken Appartementsrecht behoeven niet eensluidend te worden uitgebracht. 51.4 De Ondereigenaars zijn bevoegd de vergadering bij te wonen. Uitsluitend het bestuur van de Vereniging van Ondereigenaars is bevoegd om in de vergadering het woord te voeren.