Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging Voorbeeldclausules

Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, gene uitgezonderd. De in de wet voorkomende mogelijke bevoegdheidsbeperkingen gelden derhalve niet. 2. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Vertegenwoordigingsbevoegdheid komt tevens toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris. 3. Bij besluit van het bestuur kunnen bepaalde bevoegdheden van het bestuur geheel of gedeeltelijk worden gedelegeerd, hetzij aan de voorzitter en/of aan de secretaris, hetzij aan een door het bestuur aangewezen commissie, hetzij aan derden. 4. De gedelegeerde taken van de stichting worden onder blijvende verantwoordelijkheid van het bestuur uitgeoefend.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van alle overeenkomsten, gene uitgezonderd. 2. De Stichting wordt vertegenwoordigd door haar bestuur. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan de voorzitter tezamen met de vicevoorzitter. 3. Het bestuur is steeds verantwoordelijk voor het administratieve en financiële beheer, en kan deze verantwoordelijkheid niet aan een ander orgaan mandateren.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is belast met het besturen van zaken van de stichting, het beheer van het vermogen alsook het ten behoeve van de fondsen innen van gelden en het ten laste van de fondsen doen van uitkeringen. 2. Het bestuur is bevoegd alle handelingen te verrichten, welke met de doelstelling in overeenstemming zijn en die niet bij of krachtens deze statuten aan de bevoegdheid van het bestuur onttrokken zijn dan wel zijn gedelegeerd. 3. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd hetzij door het bestuur hetzij door de voorzitter en een ander bestuurslid. 4. Betreft het aangelegenheden die zien op geschilpunten tussen de stichting en de voorzitter, dan wel de stichting en een of meerdere andere bestuursleden, dan wordt de stichting vertegenwoordigd door drie bestuursleden.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is binnen de grenzen van het doel van de Stichting zelfstandig bevoegd tot het verrichten van alle handelingen en het sluiten van alle overeenkomsten de Stichting betreffende, gene uitgezonderd. 2. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. 3. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter en de vicevoorzitter gezamenlijk. 4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van de volmacht te vertegenwoordigen.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. De Stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Vertegenwoordigingsbevoegdheid komt tevens toe aan de voorzitter samen met de vicevoorzitter.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van alle rechtshandelingen, waaronder begrepen het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van register- goederen of het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op de in dit lid bedoelde bestuursbesluiten is het bepaalde in artikel 16 leden 2 en 3 van overeenkomstige toepassing. 2. Onverminderd de door de wet aan het voltallige bestuur terzake toe- gekende bevoegdheid tot vertegenwoordiging, kan de stichting ver- tegenwoordigd worden door twee gezamenlijk handelende bestuurs- leden, behoudens hun belet of ontstentenis bestaande uit de werkgeversvoorzitter en de werknemersvoorzitter. 3. Indien door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het Bestuur en de Minister een waarnemer toegelaten. Xxxxxxxxxx zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen. Waarne- mers ontvangen alle voor bestuursleden bestemde stukken.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Behoudens beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast met het besturen van de stichting. 2. Het bestuur is bevoegd tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting in het kader van het doel van de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een derde verbindt. 3. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. 4. Het bestuur is bevoegd, indien en voor zover door hem nodig geacht en indien en voor zover mogelijk, de risico's, die de stichting loopt krachtens artikel 2 van deze statuten, door het sluiten van een of meer verzekeringen af te dekken.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van alle overeenkomsten, gene uitgezonderd. De in de wet voorkomende mogelijke bevoegdheidsbeperkingen, ook die genoemd in artikel 291 lid 2 Boek 2 Burgerlijk Wetboek, op dit punt gelden derhalve niet. 2. De stichting wordt vertegenwoordigd door hetzij het bestuur; hetzij twee van de volgende personen: de voorzitter, de vice-voorzitter en de secretaris.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, ver- vreemding en bezwaring van registergoederen. 3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Het administratief en geldelijk beheer wordt onder verantwoording van het bestuur en met in achtneming van het door het bestuur vastgestelde instructie gevoerd door een door het bestuur tot wederopzegging benoemde administrateur. Het bestuur zal de kosten van beheer van de middelen en de wijze van verrekening vaststellen.