Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging Voorbeeldclausules

Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van alle overeenkomsten, gene uitgezonderd. De in de wet voorkomende mogelijke bevoegdheidsbeperkingen op dit punt gelden derhalve niet.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is belast met het besturen van zaken van de stichting, het beheer van het vermogen alsook het ten behoeve van de fondsen innen van gelden en het ten laste van de fondsen doen van uitkeringen.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. Artikel 9
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is binnen de grenzen van het doel van de Stichting zelfstandig bevoegd tot het verrichten van alle handelingen en het sluiten van alle overeenkomsten de Stichting betreffende, gene uitgezonderd.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. De Stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Vertegenwoordigingsbevoegdheid komt tevens toe aan de voorzitter samen met de vice-voorzitter of aan een van hen tezamen met de secretaris.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Behoudens beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast met het besturen van de stichting.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. Artikel 6.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van alle overeenkomsten, gene uitgezonderd. De in de wet voorkomende mogelijke bevoegdheidsbeperkingen, ook die genoemd in artikel 291 lid 2 Boek 2 Burgerlijk Wetboek, op dit punt gelden derhalve niet.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging. 1. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van alle rechtshandelingen, waaronder begrepen het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van register- goederen of het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op de in dit lid bedoelde bestuursbesluiten is het bepaalde in artikel 16 leden 2 en 3 van overeenkomstige toepassing.