Common use of Bevindingen en overwegingen Clause in Contracts

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie I.A.1, analyse meet- en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingregeltechniek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van niveau- en dichtheidsmetingen en die volgens de stand der techniek uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, radioactieve stoffen zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.A.2, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten Onderzoek van objecten d.m.v. ioniserende stralingpersonen op medische indicatie. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die volgens het Rijssens protocol uitgevoerd worden. Het Rijssens protocol is een door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) goedgekeurd protocol, waarin beschreven wordt hoe medische handelingen mogen worden uitgevoerd door personen die niet in het register van beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) staan. Volgens het Rijssens protocol voert de chiropractor de handelingen uit in opdracht van de radioloog. De radioloog heeft de chiropractor bekwaam verklaard voor het stellen van de indicaties. De radioloog blijft hoofdverantwoordelijke voor het uitvoeren van de handelingen. In de aanvullende voorschriften van paragraaf 1.2 onder III.A.9 en III.A.10 is dit geborgd. De handelingen ten behoeve van het uitvoeren van kwaliteitscontroles van het toestel worden uitgevoerd door of in opdracht van de klinisch fysicus. Het uitvoeren van kwaliteitscontroles is onlosmakelijk verbonden met het verrichten van handelingen ten behoeve van medische diagnostiek van personen. De kwaliteitscontroles zijn noodzakelijk om de deugdelijkheid en de kwaliteit van het toestel te kunnen waarborgen. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag aanvullende informatie is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties locatie kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens . Er is een contract afgesloten met een radioloog voor de rechtvaardiging van de blootstelling van patiënten en ter beoordeling van de medische beelden. Tevens is er een contract met een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en er is een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming-medische toepassingen aangesteld. Er is ook een contract afgesloten met een klinisch fysicus voor de dosisoptimalisatie.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, rechtvaardiging van de Rbshandelingen is in het kader van de eerdere vergunningprocedures al beoordeeld en positief bevonden. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse en onderzoek d.m.vEr is geen reden in het kader van onderhavige vergunningprocedure anders te oordelen over de rechtvaardiging. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in In de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze de handelingen gerechtvaardigd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De risico’s van de handelingen zijn niet groter dan in de beoordeling van de eerdere vergunningaanvraag in beschouwing is genomen. Het nieuwe cyclotron, Kiube-180, komt in de plaats van het oude cyclotron, Cyclone-18/18-HC. De handelingen voor installatie, validatie en acceptatie zijn hetzelfde. Uit de documenten die zijn toegevoegd aan de aanvraag, met name de RI&E die bij in Bijlage 2, blijkt dat de aanvraag is aangeleverd laat zien handelingen met het cyclotron leiden tot de conclusie dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is niet groter dan het secundair niveau (SN)in de eerdere vergunningaanvraag in aanmerking is genomen. De veiligheidsmaatregelen zijn ongewijzigd. De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook overwegingen wordt geconcludeerd dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt Voor wat betreft de deskundigheid bij de vergunninghouder is de situatie ongewijzigd. Er is een stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van algemeen coördinerend deskundige die wordt ondersteund door een stralingsbeschermingseenheid en decentrale geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundigen en toezichthoudend medewerkers stralingsbescherming. De vergunninghouder beschikt al over een adequaat beëindigingsplan. Aangezien de omvang van de handelingen met cyclotrons feitelijk gelijk blijft, geeft de aangevraagde wijziging geen aanleiding om dit beëindigingsplan te wijzigen. Het cyclotron, type Cyclone-18/18-HC, dat uit de aanvraag ook dat vergunning wordt geschrapt is nooit daadwerkelijk voorhanden geweest. Het staat nog vergund in de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbeschermingvergunning voor de locatie VU.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse categorie I.C.1 Analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten door middel van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van elementaire samenstelling van materialen en/of analyse van (micro)monsters. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie I.A.1, analyse meet- en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingregeltechniek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. De vergunde handelingen met ingekapselde bronnen worden verricht ten behoeve van kwaliteitscontrole in de wegenbouw en overige civiel- en/of geotechnisch onderzoek. De handelingen worden uitgevoerd door een medewerker die over de benodigde bevoegdheden beschikt. Voor de handelingen zijn geen alternatieven beschikbaar waarmee eenzelfde of beter resultaat behaald kan worden. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Voor de opslag van Troxlers op locaties van derden is een gebruikersovereenkomst opgesteld en ondertekend door beide partijen. In deze overeenkomsten is opgenomen dat de aangewezen bergplaatsen uitsluitend als bergplaats gebruikt mogen worden. In paragraaf 1.2 onder II.1 is beschreven dat direct toezicht is vereist door een TMS voor de betreffende toepassing. Met direct toezicht wordt bedoeld dat een aangewezen TMS op de locatie toezicht houdt op de uitgevoerde handelingen. Direct toezicht is vereist, omdat in de openbare ruimte wordt gestraald waarbij risico is op blootstelling van leden van de bevolking wanneer maatregelen niet (juist) worden genomen. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker medewerkers stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn niet opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse De handelingen zijn echter onlosmakelijk verbonden met het uiteindelijke gebruik van de toestellen en bronnen. Voor de eindgebruiker zijn de handelingen gerechtvaardigd onder categorie II.A.1 therapie en II.A.2 onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingpersonen op medische indicatie. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. De handelingen ten behoeve van installatie, onderhoud en reparatie worden uitgevoerd om de kwaliteit en het veilige gebruik van de lineaire versnellers, toestellen en afterloaders te borgen. De handelingen worden door of onder verantwoordelijkheid van werknemers van Varian volgens strikte protocollen en procedures uitgevoerd. Handelingen ten behoeve van onderhoud en reparatie aan lineaire versnellers worden in overleg met de klant uitgevoerd, onder voorwaarde dat de versneller 48 uur uit heeft gestaan voor aanvang van de werkzaamheden aan de versneller. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. In paragraaf 1.3 onder II.1 is beschreven dat voor de handelingen ten behoeve van bronwissels direct toezicht is vereist door een TMS voor de betreffende toepassing. Met direct toezicht wordt bedoeld dat een aangewezen TMS op de locatie toezicht houdt op de uitgevoerde handelingen. Direct toezicht is vereist, omdat het risicovolle handelingen betreft waarbij gebeurtenissen kunnen optreden die kunnen leiden tot een verhoogde blootstelling van betrokken werknemers wanneer maatregelen niet (juist) worden genomen. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker medewerkers stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn niet opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om Handelingen ten behoeve van de borging van kwaliteit en veiligheid van ioniserende straling uitzendende toestellen zijn echter onlosmakelijk verbonden met handelingen uit de categorieën I.C.1II.A.2, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en medische diagnostiek, II.B.1, veterinaire diagnostiek, I.C.2, doorlichten van objecten d.m.vmet behulp van ioniserende straling en I.C.7, meet – en regeltechniek. ioniserende stralingDe handelingen ten behoeve van scholing zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs onder categorie I.D.1, onderwijs. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van de kwaliteitsborging van röntgentoestellen en de ruimten waarin deze worden toegepast. De handelingen ten behoeve van onderwijsdoeleinden dienen ter bevordering van kennis en zijn essentieel voor het goed en veilig werken met röntgentoestellen. Het beoefenen van procedures draagt in grote mate bij aan de veiligheid en bewustwording van de werknemers. De handelingen worden volgens laatste stand der techniek uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). Overwegende dat de handelingen op wisselende locaties worden uitgevoerd is er geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven, zijnde de buitenzijde van de ruimte waar de handelingen worden uitgevoerd. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het SN. De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Het gebruik van röntgentoestellen ten behoeve van praktijkonderwijs vereist kennis ten aanzien van de stralingsbescherming en ten aanzien van het specifieke röntgentoestel ter bescherming van werknemers en cursisten tegen de ongewenste effecten van straling. Cursisten moeten de vaardigheden en kennis nog worden bijgebracht. Daarom is een voorschrift opgenomen, paragraaf 1.2, onderdeel II.1, waarin wordt voorgeschreven dat het gebruik alleen is toegestaan door of onder direct toezicht van een medewerker die beschikt over minimaal een diploma toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (TMS) passend voor de toepassing waarvoor de cursisten het toestel gaan gebruiken. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn niet opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Handelingen ten behoeve van borging van kwaliteit en veiligheid van ioniserende straling uitzendende toestellen zijn echter onlosmakelijk verbonden met handelingen waarvoor de eindgebruiker een autorisatie heeft, namelijk handelingen die zijn opgenomen in categorie II.A.2 en II.A.4. De handelingen ten behoeve van installatie, onderhoud, reparatie en ontmanteling worden uitgevoerd om de kwaliteit en het veilige gebruik van de toestellen te borgen. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Daarnaast zijn nog andere handelingen aangevraagd. Deze handelingen zijn wel opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van het Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie I.D.2, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingdemonstraties. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. De handelingen voor demonstratie zijn nodig in het kader van instructie en applicatietrainingen en het bevorderen van verkoop. De handelingen worden volgens de stand der techniek uitgevoerd. De klanten worden bij verkoop geïnformeerd over de wettelijke verplichtingen met betrekking tot het gebruik van een ioniserende straling uitzendend toestel. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit Overwegende dat er handelingen op wisselende locaties worden uitgevoerd is er voor die handelingen geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyseanalyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven, zijnde de buitenzijden van de ruimte waar de handelingen worden uitgevoerd. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn niet opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1Handelingen ten behoeve van installatie, analyse onderhoud, reparatie, ontmanteling en onderzoek d.m.v. röntgenstraling kwaliteitscontrole bij derden, borgen de kwaliteit en I.C.2veiligheid van de ioniserende straling uitzendende toestellen en zijn onlosmakelijk verbonden met handelingen die de eindgebruiker van de toestellen uitvoert ten behoeve van de bestraling van bloedproducten, doorlichten wat een gerechtvaardigde toepassing is onder de categorie I.C.8, productbewerking van objecten d.m.v. met behulp van ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van installatie, ontmanteling, reparatie, onderhoud en borgen van kwaliteit en veiligheid van ioniserende straling uitzendende toestellen volgend uit de voorschriften van het Bbs en de Vbs. De handelingen worden volgens de laatste stand der techniek uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De risico-RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit Overwegende dat de aanvraag, met name uit handelingen op wisselende locaties worden uitgevoerd is er geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse, analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en de categorieën: – I.A.2: IJking – I.C.2, doorlichten : Doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende straling– II.A.1: Therapie – II.A.2: Onderzoek van personen op medische indicatie – II.A.3: (Bio)medisch onderzoek bij vrijwilligers – II.A.4: Preventie of vroegdiagnostiek bij bevolkingsgroepen en individuen. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van patiëntenzorg en die volgens de stand der techniek of (medische) wetenschap worden uitgevoerd. Ook zijn handelingen in het kader van kwaliteitscontroles aan toestellen en ingekapselde bronnen en ijk- en referentiedoeleinden met behulp van open radioactieve stoffen aangevraagd. Deze handelingen zijn niet als generiek gerechtvaardigd opgenomen bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs maar zijn onlosmakelijk verbonden met de generiek gerechtvaardigde handelingen in het kader van patiëntenzorg. Daarom zijn ook deze handelingen gerechtvaardigd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner zoveel mogelijk beperkt wordt en begrensd is dan het secundair niveau (SN)met een AID van maximaal 25 microsievert. De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige stralingsbeschermingsdeskundige, klinisch fysici, medisch deskundigen en toezichthoudend medewerkers stralingsbescherming. Op 30 juni 2021 heeft de Federatie Medisch Specialisten op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde een toezichthoudend medewerker stralingsbeschermingRichtlijn gepubliceerd over medische therapie met radioactieve stoffen. Het doel van dit document is om de hoofdstukken 8, 9 en 10 van de Aanbevelingen “Het werken met therapeutische doses radionucliden – 2005” te reviseren. Die hoofdstukken gaan met name over de bescherming van derden tegen blootstelling aan radioactieve stoffen die aan patiënten zijn toegediend. De stralingsbescherming in het ziekenhuis komt niet aan de orde. In de vergunningen die zijn verleend aan ziekenhuizen die therapie met radioactieve stoffen uitvoeren zijn voorschriften opgenomen die betrekking hebben op zowel de stralingsbescherming in het ziekenhuis zelf als aan de bescherming van derden buiten het ziekenhuis. In samenwerking met de betrokken inspecties is ANVS bezig om te komen tot actualisering van de voorschriften in de vergunningen. Het is de bedoeling dat de Richtlijn als uitgangspunt wordt genomen voor onderwerpen zoals ontslagcriteria en leefregels, en aanvullende voorschriften worden opgenomen voor de stralingsbescherming in het ziekenhuis. ANVS en partners hebben tijd nodig om te komen tot goed afgewogen voorschriften. Daarom wordt in de onderhavige vergunning nog vastgehouden aan de huidige voorschriften gebaseerd op de Aanbevelingen uit 2005. Zodra de nieuwe voorschriften er zijn, kunnen deze alsnog via een vergunningswijziging in de vergunning worden opgenomen.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse categorie I.C.1 Analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten door middel van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van onderzoek baar de elementaire samenstelling van materialen. Voor de handelingen zijn geen alternatieven beschikbaar waarmee eenzelfde of beter resultaat behaald kan worden. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. Het toestel wordt zoveel mogelijk in een vaste meetopstelling gebruikt. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. worden Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.B.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingveterinaire diagnostiek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van het stellen van de diagnose voor de behandeling van een dier en die volgens de stand der techniek of wetenschap worden uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Volgens de aanvraag is het toestel, vergund onder punt A.1, weliswaar geschikt voor gebruik bij een maximale buisspanning van 125 kilovolt, maar wordt gebruikt bij een buisspanning van niet meer dan 80 kilovolt. De stralingshygiënische maatregelen, met name de stralingsafscherming van de ruimte, zijn afgestemd op het daadwerkelijke gebruik van het toestel. Indien de vergunninghouder het toestel wenst te gebruiken bij een buisspanning die hoger is dan waarmee in de aanvraag gerekend wordt, te weten 80 kV, is het de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder om er zorg voor te dragen dat de dosislimieten voor het personeel, als ook de dosislimieten voor leden van de bevolking niet worden overschreden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën categorie I.B.2, Energieopwekking met radioactieve stoffen,I.A.1, Meet- en regeltechniek en I.C.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingmet röntgenstraling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van energieopwekking. De grondstof (kolen) waarmee de energieopwekking plaatsvindt, bevat van nature zeer kleine hoeveelheden van nature voorkomende radioactieve stoffen, die zich uiteindelijk ophopen in de installatie waar de energieopwekking plaatsvindt. Voor de handelingen met betrekking tot energieopwekking zijn geen alternatieven voorhanden. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit In het verleden zijn geen verhoogde waarden voor de aanvraag handelingen met materialen met van nature voorkomende radioactieve stoffen vastgesteld en was de opslag en afvoer van reststoffen niet nodig, en ook dat niet aangevraagd. Ook in de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheidaankomende stops (reinigen van de wanden) worden geen reststoffen van materialen met van nature voorkomende radioactieve stoffen verwacht. Mocht deze situatie zich in de toekomst wel voordoen, namelijk minstens zullen deze reststoffen direct worden afgevoerd naar een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbeschermingerkende verwerker.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, rechtvaardiging van de Rbshandelingen is, in het kader van de eerdere vergunningprocedures al beoordeeld en positief bevonden. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse en onderzoek d.m.vEr is geen reden in het kader van onderhavige vergunningprocedure anders te oordelen over de rechtvaardiging. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in In de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze de handelingen gerechtvaardigd. In paragraaf 1.2 onder II.1 is beschreven dat toezicht is vereist door een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (TMS) voor de betreffende toepassing. Met direct toezicht wordt bedoeld dat een aangewezen TMS op de locatie toezicht houdt op de uitgevoerde handelingen. Direct toezicht is vereist, omdat door handelingen met collectie-objecten de kans op radioactieve besmettingen groot is. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming. Een Toezichthoudend Medewerker Stralingsbescherming (TMS) Vrije Radioactieve Stoffen D, wordt zo spoedig mogelijk opgeleid voor de handelingen met aanwijsinstrumenten met radioactieve stoffen binnen het Stichting Nederlands Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum. Op dit moment is een externe TMS aangewezen.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse categorie I.C.1 Analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten door middel van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van analyse en onderzoek van bodem en milieu. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). Overwegende dat de handelingen tevens locaties van derden en in een veldwerkbus op wisselende locaties in geheel Nederland worden uitgevoerd is daarvoor geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, rechtvaardiging van de Rbshandelingen is in het kader van de eerdere vergunningprocedures al beoordeeld en positief bevonden. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse en onderzoek d.m.vEr is geen reden in het kader van onderhavige vergunningprocedure anders te oordelen over de rechtvaardiging. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in In de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze de handelingen gerechtvaardigd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit Ten aanzien van de aanvraag ook dat de deskundigheid hebben zich geen wijzigingen voorgedaan ten opzichte van eerdere vergunningprocedure. De aanvrager beschikt nog steeds over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.B.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingveterinaire diagnostiek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van diagnostiek bij dieren waarvoor geen alternatieve mogelijkheden zijn. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten binnen de locaties vaste locatie kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. De stralingshygiënische maatregelen, met name de stralingsafscherming van de ruimten, zijn afgestemd op het daadwerkelijke gebruik van het toestel. Indien de vergunninghouder het toestel wenst te gebruiken bij een buisspanning die hoger is dan aangegeven in de aanvraag, is het de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder om er zorg voor te dragen dat de dosislimieten voor het personeel, als ook de dosislimieten voor leden van de bevolking, niet worden overschreden. In algemene zin is het zo dat de vergunninghouder de handelingen dient uit te voeren overeenkomstig de aanvraag. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.B.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingdiagnostiek bij dieren. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van diagnostiek bij gezelschapsdieren en die volgens de laatste stand der techniek worden uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.B.1., analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingdiagnostiek bij dieren. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van veterinaire diagnostiek. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt Overwegende dat de blootstelling van personen buiten de handelingen ook op wisselende locaties kleiner worden uitgevoerd is dan het secundair niveau (SN)er voor handelingen op wisselde locaties geen vaste terreingrens gedefinieerd. De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. De stralingshygiënische maatregelen, met name de stralingsafscherming van de ruimte, zijn afgestemd op het daadwerkelijke gebruik van het toestel. In algemene zin is het zo dat de vergunninghouder de handelingen dient uit te voeren overeenkomstig de aanvraag. In de overwegingen is meegenomen dat de MID in geen geval de waarde van 10 microsievert per jaar overschrijdt op locatie(s) van derden, zoals blijkt uit de toegevoegde terreingrensberekeningen, waarbij de voorschriften uit de werkinstructies strikt worden opgevolgd, dat houdt in dat alleen opnames op locatie(s) worden gemaakt indien er voldoende afscherming aanwezig is en afstand wordt gehouden. Dit is ter overweging en beoordeling van de TMS. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. In paragraaf 1.2 onder II.1 is beschreven dat direct toezicht is vereist door een TMS voor de betreffende toepassing. Met direct toezicht wordt bedoeld dat een aangewezen TMS op de locatie toezicht houdt op de uitgevoerde handelingen. Direct toezicht is vereist, omdat in het open veld of in manegeboxen wordt gestraald waarbij risico is op blootstelling van leden van de bevolking wanneer maatregelen niet (juist) worden genomen. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde gecontracteerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbeschermingTMS.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.B1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingveterinaire diagnostiek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zin in het kader van diagnostiek bij dieren waarvoor geen alternatieve mogelijkheid is. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit Volgens de aanvraag ook is het toestel, vergund onder punt 1.1.A.1, weliswaar geschikt voor gebruik bij een maximale buisspanning van 125 kilovolt, maar wordt gebruikt bij een buisspanning van niet meer dan 75 kilovolt. De stralingshygiënische maatregelen, met name de stralingsafscherming van de ruimte, zijn afgestemd op het daadwerkelijke gebruik van het toestel. Indien de vergunninghouder het toestel wenst te gebruiken bij een buisspanning die hoger is dan aangegeven in de aanvraag, is het de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder om er zorg voor te dragen dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheiddosislimieten voor het personeel, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbeschermingals ook de dosislimieten voor leden van de bevolking, niet worden overschreden. In algemene zin is het zo dat de vergunninghouder de handelingen dient uit te voeren overeenkomstig de aanvraag.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse categorie I.C.1 Analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten door middel van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van metaalanalyses uitvoeren. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). Overwegende dat de handelingen op wisselende locaties worden uitgevoerd is er geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en categorie I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. met behulp van ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van beveiliging en die volgens de stand der techniek worden uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Overwegende dat de handelingen op wisselende locaties kunnen worden uitgevoerd is er voor deze handelingen geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven en zorgt dat andere personen zich niet bevinden binnen de afstand van 1 meter rondom de toestellen. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locatie kleiner is dan het secundair niveau. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.B.1., analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingDiagnostiek bij dieren. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van diagnostiek bij dieren waarvoor geen alternatieve mogelijkheid is. Volgens de aanvraag zijn de toestellen, vergund onder punt A.1, weliswaar geschikt voor gebruik bij een maximale buisspanning van 125 kV, maar wordt gebruikt bij een buisspanning van niet meer dan 75 kV. De stralingshygiënische maatregelen, met name de stralingsafscherming van de ruimten, zijn afgestemd op het daadwerkelijke gebruik van het toestel. Indien de vergunninghouder het toestel wenst te gebruiken bij een buisspanning die hoger is dan aangegeven in de aanvraag, is het de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder om er zorg voor te dragen dat de dosislimieten voor het personeel, als ook de dosislimieten voor leden van de bevolking, niet worden overschreden. In algemene zin is het zo dat de vergunninghouder de handelingen dient uit te voeren overeenkomstig de aanvraag. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analysemilieuanalyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties locatie kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde de RI&E en de milieu-milieu- analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde gecontracteerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbeschermingstralingsbescherming Op grond van het bovenstaande heb ik besloten om tot verlening van de vergunning over te gaan.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Rbs). Het gaat om categorieën categorie I.C.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingröntgenstraling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook De rechtvaardiging van de handelingen is, met uitzondering van de handelingen ten behoeve van elementanalyse, in het kader van de eerdere vergunningprocedures al beoordeeld en positief bevonden. Er is geen reden in het kader van onderhavige vergunningprocedure anders te oordelen over de rechtvaardiging. In de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze de handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen ten behoeve van elementanalyse waarvoor geen alternatieve technieken voorhanden zijn met eenzelfde of beter resultaat, die worden uitgevoerd conform de laatste stand der techniek. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens er is een contract afgesloten voor ondersteuning door een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige stralingsbeschermingsdeskundige, en daarnaast is er, vanuit de organisatie, een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.stralingsbescherming aangewezen

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel o nderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse I.A.10 ontsteking en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingI.B.2 Energie opwekking. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Voor de aangevraagde handelingen zijn geen alternatieven beschikbaar. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van de bevordering van de ontsteking en het bieden van voldoende hittebestendigheid en die volgens de laatste stand der techniek worden uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn niet opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse en onderzoek d.m.vDe handelingen zijn echter onlosmakelijk verbonden met het uiteindelijke gebruik van de toestellen. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingVoor de eindgebruiker zijn de handelingen veelal gerechtvaardigd onder categorie II.A.2 diagnostiek bij personen op medische indicatie. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. De handelingen worden uitgevoerd vanuit het oogpunt processen te optimaliseren en een veiliger en betrouwbaarder gebruik van de toestellen te bewerkstelligen. De klanten bij wie de handelingen worden uitgevoerd beschikken over een passende autorisatie om de handelingen ten behoeve van medische diagnostiek of diagnostiek bij dieren uit te mogen voeren. Ten aanzien van de handelingen ten behoeve van installatie van toestellen bij klanten, blijkt uit de aanvraag dat Canon Medical Systems Europe B.V. alleen toestellen bij klanten installeert, wanneer de klant beschikt over een passende autorisatie. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). Overwegende dat er ook handelingen op wisselende plaatsen worden uitgevoerd is voor deze handelingen geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). Te allen tijde vinden de handelingen op wisselende plaatsen in geheel Nederland plaats in van voldoende afscherming voorziene ruimten, die zich binnen instellingen/praktijken van derden bevinden. De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker medewerkers stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie I.A.3, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten doorlichting van objecten d.m.v. ioniserende stralingbagage. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van doorlichting van bagage en die volgens de stand der techniek worden uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.A.2, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingpersonen op medische indicatie. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van doorlichting ten behoeve van het plaatsen van maagballonnen ter behandeling van mensen met overgewicht en die volgens de stand der medische wetenschap worden uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige stralingsbeschermingsdeskundige, klinisch fysici, medisch deskundigen en een toezichthoudend medewerker medewerkers stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. In de overwegingen is meegenomen dat de aanvraag mede is opgesteld voor handelingen binnen de locatie Dierenkliniek Waalwijk, gelegen aan Professor Keesomweg 6 te Waalwijk. Binnen deze locatie worden de handelingen uitgevoerd met een mobiel toestel, dat is gemonteerd aan een statief, waardoor een vaste focus-film afstand met neerwaarts gerichte bundel wordt gecreëerd waarmee de handelingen binnen de locatie Waalwijk voldoen aan de criteria van registratieplichtige handelingen conform artikel 3.10, tweede lid, onder d. van het Bbs. Overwegende dat het toestel los geschroefd kan worden uit de opstelling en als mobiel toestel gebruikt kan worden om röntgenopnamen te maken, zijn de handelingen meegenomen in een onderhavige vergunning. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.B.1., analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingDiagnostiek bij dieren. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van diagnostiek bij dieren waarvoor geen alternatieve mogelijkheid is. Volgens de aanvraag zijn de toestel onder punt A.1 tot en met A.3 weliswaar vergund voor gebruik bij een maximale buisspanning, maar worden gebruikt bij een buisspanning die lager is. De stralingshygiënische maatregelen, met name de stralingsafscherming van de ruimten, zijn afgestemd op het daadwerkelijke gebruik van de toestellen. Indien de vergunninghouder het toestel wenst te gebruiken bij een buisspanning die hoger is dan aangegeven in de aanvraag, is het de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder om er zorg voor te dragen dat de dosislimieten voor het personeel, als ook de dosislimieten voor leden van de bevolking, niet worden overschreden. In algemene zin is het zo dat de vergunninghouder de handelingen dient uit te voeren overeenkomstig de aanvraag. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde de RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. In de overwegingen is meegenomen dat de MID in geen geval de waarde van 10 µSv per jaar overschrijdt op locaties van derden, zoals blijkt uit de toegevoegde terreingrensberekeningen, waarbij de voorschriften uit de werkinstructies strikt worden opgevolgd. Dat houdt in dat er alleen opnames op locaties van derden worden gemaakt indien er voldoende afscherming aanwezig is in de vorm van een muur van staal, steen, beton of lood. Dit is ter overweging en beoordeling van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming. In paragraaf 1.2 onder II.1 is beschreven dat direct toezicht is vereist door een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (TMS) voor de betreffende toepassing. Met direct toezicht wordt bedoeld dat een aangewezen TMS op de locatie toezicht houdt op de uitgevoerde handelingen. Direct toezicht is vereist, omdat in het open veld wordt gestraald waarbij risico is op blootstelling van leden van de bevolking wanneer maatregelen niet (juist) worden genomen. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.gecontracteerde

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (hierna: Rbs). Het gaat om categorieën I.C.1, analyse en categorie II.A.3 (Bio)medisch onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingbij vrijwilligers. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook De aanvrager beargumenteert de specifieke rechtvaardiging als volgt. Ik concludeer dat in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze de handelingen gerechtvaardigdgerechtvaardigd zijn. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit Bij de aanvraag ook beoordeling van de vigerende complexvergunning is al geconcludeerd dat de aanvrager Xxxxxxx MC beschikt over voldoende deskundigheiddeskundigheid op het gebied van stralingsbescherming. In het kader van deze wijziging valt nog op te merken dat, namelijk minstens volgens de aanvraag, de bediening van het toestel op locatie van derden plaatsvindt door een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een bevoegd röntgenlaborant die ook de rol vervult van toezichthoudend medewerker stralingsbeschermingstralingsbescherming (TMS). Dit is naar mijn oordeel een voldoende invulling van de deskundigheidseisen die het Bbs stelt. In het nieuwe voorschrift II.5 is de eis gesteld dat de handelingen onder direct toezicht gebeuren van een deskundige die over het passende TMS diploma beschikt. De situatie beschreven in de aanvraag voldoet hier aan.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie I.A.1, analyse Meet- en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingregeltechniek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van een nauwkeurige bepaling van de concentratie van de hoeveelheid vaste stof in het opgebaggerde product. Er zijn op dit moment geen andere systemen beschikbaar zonder vormen van ioniserende straling, waarmee op dezelfde snelheden en nauwkeurigheden gemeten kan worden Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties locatie kleiner is dan de in de voorschrift IV.1 opgenomen waarde. Bij de bepaling van deze waarde is ervan uit gegaan dat de zandzuiger zich voornamelijk op zee bevindt. De zandzuiger verblijft uitsluitend voor bunkeren gedurende ongeveer tweemaal een dag per maand in een haven. De ingekapselde bronnen, die worden toegepast in een vaste meetopstelling aan boord van de zandzuiger, zullen in een bergplaats bij de leverancier van de bronnen, worden opgeborgen indien dit uit het secundair niveau oogpunt van stralingsbescherming noodzakelijk is (SNi.e. bij calamiteiten en groot onderhoud). Zodoende is het toegestaan de Actuele Blootstelling Correctiefactor voor watergebied bestemd voor (doorgaande) beroepsscheepvaart te gebruiken in de milieu-analyse. De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte Ten slotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse categorie I.C.1 Analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten door middel van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van materiaalanalyse. Voor de handelingen zijn geen alternatieven beschikbaar waarmee eenzelfde of beter resultaat behaald kan worden. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). Overwegende dat de handelingen op wisselende locaties worden uitgevoerd is er geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie I.C.7, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingdiktemetingen. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd; het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van diktemetingen en die nodig zijn in het kader van installeren, ontmantelen, verrichten van reparaties, onderhoud en kwaliteitscontroles van de toestellen volgend uit de voorschriften van het Bbs en Vbs. De handelingen worden uitgevoerd volgens de stand der techniek of wetenschap . Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige stralingsbeschermingsdeskundige, en een toezichthoudend medewerker medewerkers stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie I.A.1, analyse meet- en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingregeltechniek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen waarvoor geen alternatieven beschikbaar zijn die minimaal vergelijkbaar resultaat opleveren. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker medewerkers stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.B.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingdiagnostiek bij dieren. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van diagnostiek bij paarden: meer specifiek gaat het om röntgenologische keuringen van paarden en screening van paarden ten behoeve van kreupelheidsonderzoek. De handelingen worden volgens de stand der techniek uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties locatie kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. In de overwegingen is meegenomen dat de MID in geen geval de waarde van 10 µSv per jaar overschrijdt op locaties van derden, zoals blijkt uit de toegevoegde terreingrensberekeningen, waarbij de voorschriften uit de werkinstructies strikt worden opgevolgd. Dat houdt in dat er alleen opnames op locaties van derden worden gemaakt indien er voldoende afscherming aanwezig is in de vorm van een muur van staal, steen, beton of lood. Dit is ter overweging en beoordeling van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming. In paragraaf 1.2 onder II.1 is beschreven dat direct toezicht is vereist door een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (TMS) voor de betreffende toepassing. Met direct toezicht wordt bedoeld dat een aangewezen TMS op de locatie toezicht houdt op de uitgevoerde handelingen. Direct toezicht is vereist, omdat in het open veld wordt gestraald waarbij risico is op blootstelling van leden van de bevolking wanneer maatregelen niet (juist) worden genomen. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker medewerkers stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën categorie I.C.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten door middel van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft een toestel voor materiaalanalyse voor vocht- en dichtheidsmetingen op steeds wisselende plaatsen in heel Nederland. Voor de handelingen zijn geen alternatieven beschikbaar waarmee eenzelfde of beter resultaat behaald kan worden. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). Overwegende dat de handelingen op wisselende locaties worden uitgevoerd is er geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën categorie I.A.2, IJking en categorie I.C.1, analyse Analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten door middel van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze de handelingen met betrekking tot analyse en onderzoek gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van de analyse van de elementaire samenstelling van materialen. Voor de handelingen zijn geen alternatieven beschikbaar waarmee eenzelfde of beter resultaat behaald kan worden. De rechtvaardiging van de handelingen met betrekking tot ijking is in het kader van de eerdere vergunningprocedures al beoordeeld en positief bevonden. Er is geen reden in het kader van onderhavige vergunningprocedure anders te oordelen over de rechtvaardiging. In de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn de handelingen gerechtvaardigd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker medewerkers stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1categorie II.B.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten van objecten d.m.v. ioniserende stralingDiagnostiek bij dieren. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van diagnostiek bij dieren. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit In de aanvraagoverwegingen is meegenomen dat de MID in geen geval de waarde van 10 μSv per jaar overschrijdt op locaties van derden, met name zoals blijkt uit de milieu-analysetoegevoegde terreingrensberekeningen, blijkt waarbij de voorschriften uit de werkinstructies strikt worden opgevolgd. Dat houdt in dat er alleen opnames op locaties van derden worden gemaakt indien er voldoende afscherming aanwezig is in de vorm van een muur van staal, steen, beton of lood. Dit is ter overweging en beoordeling van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming. In paragraaf 1.2 onder II.1 is beschreven dat direct toezicht is vereist door een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (TMS) voor de betreffende toepassing. Met direct toezicht wordt bedoeld dat een aangewezen TMS op de locatie toezicht houdt op de uitgevoerde handelingen. Direct toezicht is vereist, omdat in het open veld of in manegeboxen wordt gestraald waarbij risico is op blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers wanneer maatregelen niet overschreden zullen worden(juist) worden genomen. Tenslotte Ten slotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten categorie II.A.2: Onderzoek van objecten d.m.v. ioniserende stralingpersonen op medisch indicatie. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van medische diagnostiek en die volgens de stand van de medische wetenschap en praktijk worden uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018Rsbb, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Volgens de aanvraag is het toestel, vergund onder punt A.1 van hoofdstuk 1.1, weliswaar geschikt voor gebruik bij een maximale buisspanning van 150 kilovolt, maar wordt gebruikt bij een buisspanning van niet meer dan 85 kilovolt. De stralingshygiënische maatregelen, met name de stralingsafscherming van de ruimte, zijn afgestemd op het daadwerkelijke gebruik van het toestel. Dimensionering van de maatregelen op de maximale potentie van het toestel zou onredelijke kosten met zich meebrengen. Dat betekent dat de vergunninghouder het toestel niet mag gebruiken bij de maximale vergunde buisspanning, maar slechts tot de waarde die is aangegeven in de aanvraag, namelijk 85 kilovolt. In algemene zin is het zo dat de vergunninghouder de handelingen dient uit te voeren overeenkomstig de aanvraag. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige stralingsbeschermingsdeskundige, klinisch fysicus en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming. Daarnaast is de medische verantwoordelijkheid voor de radiologische handelingen belegd bij de orthopeden. Zij zijn verantwoordelijk voor de specifieke rechtvaardiging. Uit de aangeleverde informatie blijkt dat de betreffende orthopeden bevoegd zijn om deze medische verantwoordelijkheid te dragen. De vergunning is door de ondernemer aangevraagd voor bepaalde tijd van 1 augustus 2021 tot 31 december 2023.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse categorie I.C.1 Analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten door middel van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van materiaalanalyse van delen van industriële afsluiters. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorieën I.C.1, analyse categorie I.C.1 Analyse en onderzoek d.m.v. röntgenstraling en I.C.2, doorlichten door middel van objecten d.m.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van elementanalyse in producten en basismaterialen voor producenten in de verpakkingsindustrie. Voor de handelingen zijn geen alternatieven beschikbaar waarmee eenzelfde of beter resultaat behaald kan worden. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische stralings- hygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). Overwegende dat de handelingen op wisselende locaties worden uitgevoerd is er geen vaste terreingrens gedefinieerd. De aanvrager heeft in de milieu-analyse een generieke omschrijving van de terreingrens gegeven. Op basis van deze generieke omschrijving blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.