Bodembescherming Voorbeeldclausules

Bodembescherming. In verband met de implementatie van de RIE dient voor onderhavige inrichting ten aanzien van de bodembeschermende voorzieningen te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 2.8b en 2.9 van het Activiteitenbesluit en artikel 2.1 tot en met 2.6 van de bijbehorende Regeling. In verband met het Activiteitenbesluit kunnen met betrekking tot onderhavige inrichting geen voorschriften met betrekking bodembescherming aan de vergunning worden verbonden. De hiertoe aan de vigerende revisievergunning verbonden voorschriften 8.3.1 en 8.3.2 zijn van rechtswege komen te vervallen. Naast het rechtstreeks van toepassing zijnde Activiteitenbesluit zijn tevens bepalingen met betrekking tot bodembescherming opgenomen in de voor onderhavige inrichting van toepassing zijn richtlijnen PGS 15, 29 en 30. Conform artikel 2.9 lid 1 van het Activiteitenbesluit dienen voor alle binnen de inrichting aanwezige bodemrisicolocaties zodanige bodembeschermende voorzieningen en maatregelen te zijn getroffen, dat conform de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB, versie 2012) wordt voldaan aan een verwaarloosbaar bodemrisico. In de NRB is het (nationale) preventieve bodembeschermingsbeleid vastgelegd. Deze richtlijn is ontwikkeld om voorschriften te uniformeren en harmoniseren. Met de NRB kunnen (voorgenomen) bodembeschermende maatregelen en voorzieningen binnen inrichtingen worden beoordeeld en kan de besluitvorming met betrekking tot een optimale bodembeschermingsstrategie worden gestuurd. De NRB beperkt zich tot de normale bedrijfsvoering en voorzienbare incidenten. Bodembescherming in situaties van calamiteiten wordt in NRB-kader niet behandeld. Een eventuele calamiteitenopvang echter wel. Het uitgangspunt van de als BBT-document aangewezen NRB is dat door een doelmatige combinatie van maatregelen en vloeistofdichte of –kerende voorzieningen een verwaarloosbaar risico wordt gerealiseerd. Alleen in een aantal bestaande situaties is, op basis van artikel 2.9a van het Activiteitenbesluit, maatwerk mogelijk waarbij onder voorwaarden (het treffen van maatregelen en voorzieningen) volstaan kan worden met een aanvaardbaar bodemrisico. Wij hebben van Avebe op geen verzoek om maatwerkvoorschriften ontvangen. In de inrichting vinden diverse potentieel bodembedreigende activiteiten plaats en worden potentieel bodembedreigende stoffen op- en overgeslagen en be- en verwerkt. Door Avebe is een bodemrisicodocument (BRD) opgesteld (rapportnummer Avebe U.A, te Ter Apelkan...
Bodembescherming. Voor de voorgenomen activiteiten die (potentieel) bodembedreigend zijn is een bodemrisicoanalyse volgens de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten 2012 (NRB 2012) uitgevoerd. In Bijlage 8 is een bodemrisicoanalyse uitgevoerd voor de planlocatie. In de bodemrisicoanalyse zijn bodembeschermende maatregelen beschreven en worden deze maatregelen getoetst aan de NRB bodemrisicochecklist. Hieruit blijkt dat een verwaarloosbaar bodemrisico zoals bedoeld in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming wordt bereikt.
Bodembescherming. 25.3.1 Bij het vullen of ledigen van de opslagruimte mag geen verontreiniging van de bodem of het oppervlaktewater plaatsvinden.
Bodembescherming. Ten gevolge van de activiteiten van de scheepswerf zijn in het verleden sanerende maatregelen uitgevoerd op basis van de zogenaamde IBC-criteria (isoleren, beheersen en controleren). Uit dossieronderzoek is gebleken dat de sanering wel is uitgevoerd, maar dat er nog geen monitoring heeft plaatsgevonden om te onderzoeken of de beheersmaatregelen nog steeds goed werken. In de vergunning is daarom een voorschrift opgenomen waarbij jaarlijks het grondwater moet worden bemonsterd om te onderzoeken of de beheersmaatregelen nog steeds afdoende werken. Op basis van de stukken is ons gebleken dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater bij de aanvraag onvoldoende inzichtelijk is gemaakt. In het kader van de bescherming van het milieu hebben wij daarom voorgeschreven, dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater ter plaatse van de gehele inrichting opnieuw in kaart moet worden gebracht door middel van een nulsituatieonderzoek. Indien een bodembedreigende activiteit plaatsvindt die in het Activiteitenbesluit is geregeld, dient volgens het Activiteitenbesluit (artikel 2.11) voor de activiteiten ook een bodemonderzoek te worden aangeleverd. In analogie met wat wij eerder hebben geschreven zullen wij op grond van artikel 2.11, tweede lid, van het Activiteitenbesluit maatwerkvoorschriften opstellen ter bepaling van de kwaliteit van de bodem ter plaatse van de navolgende activiteiten: • afleveren van vloeibare brandstof aan motorvoertuigen voor het wegverkeer • uitwendig wassen van motorvoertuigen of materieel • het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige • motorvoertuigen en daarmee samenhangende activiteiten • opslaan van gasolie in een bovengrondse opslagtank(s). Bij een verandering of beëindiging van bodembedreigende activiteiten hebben wij middels maatwerk opgenomen dat er dan opnieuw bodemonderzoek dient plaats te vinden. Hierbij hoeft niet door een vloeistofdichte vloer te worden geboord.
Bodembescherming. 9.2.1 Voor de olie-afscheider van de tank- annex wasplaats mag, op basis van de NRB 2012, worden voldaan aan een aanvaardbaar bodemrisico.
Bodembescherming 

Related to Bodembescherming

  • Beschikking Een gemeente in het Samenwerkingsverband FoodValley geeft een Beschikking af, als Jeugdige in aanmerking komt voor een Individuele voorziening. Zij doet dit op inhoudelijk advies van het Lokaal team of na verwijzing door een andere Verwijzer. Zonder deze Beschikking is het voor Jeugdige niet mogelijk gebruik te maken van een Individuele voorziening. Bij verwijzingen door de huisarts, de medisch specialist, de jeugdarts of de Gecertificeerde instelling is een verwijsbrief of formulier 'bepaling jeugdhulp' voldoende om te starten met de levering van de Individuele voorziening. In deze situaties geeft de gemeente de Beschikking met terugwerkende kracht af. Jeugdhulpaanbieders kunnen geen rechten ontlenen aan de Deelovereenkomst Verblijf als zij vergelijkbare diensten aanbieden aan Jeugdige en/of Ouder die geen Beschikking, verwijzing of bepaling jeugdhulp kan overleggen.