Dagdienst Voorbeeldclausules

Dagdienst. Als je niet in een ploegendienst werkt, is er sprake van ‘werken overdag’. Dit noemen we ook werken in dagdienst.
Dagdienst. 1. Een dagdienstrooster omvat een periode van 1 week en geeft een normale arbeidsduur aan van 40 uur per week. In dagdienst wordt normaliter gewerkt op de eerste 5 dagen van de week tussen 6.00 en 18.00 uur. 2. De werkgever is bevoegd om in afwijking van het eerste lid de werknemer die een logistieke functie vervult, zoals bijvoorbeeld (kelderbier)chauffeurs en magazijnpersoneel in distributiecentra, te plaatsen in een 4 maal 9 uur dagdienstrooster. In Bijlage III is de invulling van dit rooster vastgelegd.
Dagdienst. 1. Bij overplaatsing van dagdienst naar ploegendienst wordt over de in de roosterweek van overplaatsing in ploegendienst gewerkte uren geen ploegentoeslag betaald. 2. De betrokken werknemer wordt daarentegen voor de uren in zijn nieuwe dienst, voor zover vallende buiten de normale voor hem geldende roostertijd, tot het einde van die roosterweek met de in artikel 26 lid 3 vermelde toeslagen extra beloond.
Dagdienst. Dienst waarin de bedrijfstijd ligt tussen 07.00 uur en 18.00 uur en waarbij op zaterdag, zon- en feestdagen niet wordt gewerkt.

Related to Dagdienst

  • Dienstverband De arbeidsovereenkomst van de werknemer met de werkgever. Onder echtgenote of echtgenoot wordt mede begrepen de levenspartner met wie de werknemer samenwoont en -met het oogmerk duurzaam samen te leven- een gemeenschappelijke huishouding voert op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding, dan wel de persoon met wie een geregistreerd partnerschap is aangegaan. Onder weduwe of weduwnaar wordt mede begrepen de achtergebleven levenspartner. Tot gezinslid wordt in voorkomend geval mede gerekend de levenspartner of geregistreerde partner. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als levenspartner of geregistreerde partner worden aangemerkt. De werkgever kan verlangen dat een schriftelijke verklaring van een notaris wordt overgelegd waaruit blijkt dat een samenlevingscontract als bedoeld in de eerste volzin is gesloten.