Common use of De afkoop-/afbouwregeling Clause in Contracts

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 72 mnd ≥ 33 tot 62 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen en het nieuwe jaarinkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk afhan- kelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigtein- digt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Afbouwperiode 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 ≥ 33 - 12 mnd 24 mnd 36 mnd 48 mnd 60 mnd 72 mnd ≥ 33 tot 62 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen vroeger inkomen en het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomeninko- men. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie com- pensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer medewerker desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 ≥ 33 Afbouwperiode - 12 mnd 24 mnd 36 mnd 48 mnd 60 mnd 72 mnd ≥ 33 tot 62 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen vroeger inkomen en het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie compensa- tie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer medewer- ker desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodulepensioenspaarmodu- le.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd mnd. 10 t/m 14 24 mnd mnd. 15 t/m 19 36 mnd mnd. 20 t/m 24 48 mnd mnd. 25 t/m 29 60 mnd mnd. 30 t/m 32 72 mnd mnd. ≥ 33 tot 62 68 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen en het nieuwe jaarinkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 72 mnd ≥ 33 tot 62 jaarmnd 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen en het nieuwe jaarinkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd mnd. 10 t/m 14 24 mnd mnd. 15 t/m 19 36 mnd mnd. 20 t/m 24 48 mnd mnd. 25 t/m 29 60 mnd mnd. 30 t/m 32 72 mnd mnd. ≥ 33 tot 62 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen en het nieuwe jaarinkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Afbouwperiode 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 72 mnd ≥ 33 tot 62 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen en het nieuwe jaarinkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 72 mnd ≥ 33 tot 62 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen en het nieuwe jaarinkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Afbouwperiode 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 ≥ 33 - 12 mnd 24 mnd 36 mnd 48 mnd 60 mnd 72 mnd ≥ 33 tot 62 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen vroeger inkomen en het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer medewerker desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodulepensioen spaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Afbouwperiode 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 72 mnd ≥ 33 of meer tot 62 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen en het nieuwe jaarinkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 72 mnd ≥ 33 tot 62 jaar 2. Na de leeftijd van 62 jaar en tot aan AOW-leeftijd vindt er geen afbouw meer plaats. 3. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen en het nieuwe jaarinkomen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, met dien verstande dat indien het nieuwe jaarinkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 34. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 45. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer medewerker desgewenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.

De afkoop-/afbouwregeling. 1. De inkomensachteruitgang wordt gecompenseerd door een bedrag dat enerzijds afhankelijk is van het inkomensverschil en anderzijds van een tijdvak gerelateerd aan het aantal volle dienstjaren op het moment dat de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte eindigt, conform navolgende tabel: Dienstjaren Afbouwperiode 0 t/m 4 - 5 t/m 9 12 mnd 10 t/m 14 24 mnd 15 t/m 19 36 mnd 20 t/m 24 48 mnd 25 t/m 29 60 mnd 30 t/m 32 ≥ 33 - 12 mnd 24 mnd 36 mnd 48 mnd 60 mnd 72 mnd ≥ 33 tot Tot 62 jaar 2. De grondslag voor de compensatie betreft het verschil tussen het vroegere jaarinkomen vroeger inkomen en het nieuwe jaarinkomen nieuw in- komen na het verstrijken van het tijdvak van loondoorbetaling bij ziekte, ziekte met dien verstande dat indien dat, in- dien het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen hoger is dan het garantie-inkomen, het nieuwe jaarinkomen nieuw inkomen in aanmerking wordt genomen en in het andere geval het garantie-inkomen. Het gedefinieerde verschil wordt bij 5 of meer dienstjaren lineair afgebouwd tot 0 in het aantal maanden als in voorgaande tabel. 3. De berekening van het bedrag van de compensatie vindt éénmalig plaats, ; in principe bij het einde van de wettelijke loondoorbetaling bij ziekte, onder de voorwaarde dat een blijvende (her)plaatsing is gerealiseerd. 4. De compensatie wordt, verhoogd met een opslag van 50% mede ten behoeve van compensatie voor pensioenverlies, uitgekeerd als een bedrag ineens, met dien verstande dat de werknemer desgewenst medewerker desge- wenst een deel van dit bedrag kan laten inhouden voor inleg in de pensioenspaarmodule.