De transitievergoeding Voorbeeldclausules

De transitievergoeding. Een tweede mogelijkheid is het aanspraak maken op een transitievergoeding na een gegeven ontslag op staande voet. In de zin van artikel 7:673 lid 1 BW is dit mogelijk, mits de werknemer minimaal 24 maanden in dienst is geweest en de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt opgezegd. De wijze van berekening van de hoogte van de transitievergoeding volgt uit lid 2. Lid 7 sub c regelt dat bij ernstige verwijtbaarheid geen aanspraak kan worden gemaakt op de transitievergoeding. Volgens de Memorie van Toelichting bestaat bij een terecht gegeven ontslag op staande voet geen recht op een transitievergoeding, omdat een rechtsgeldig ontslag op staande voet automatisch ernstige verwijtbaarheid impliceert.154 In paragraaf 2.2 is gebleken dat voor een dringende reden in beginsel geen sprake hoeft te zijn van verwijtbaarheid. Later wordt hier door de minister op teruggekomen door de stelling dat het enkele bestaan van een dringende reden niet per definitie het bestaan van ernstige verwijtbaarheid meebrengt.155 Als voorbeelden van ernstige verwijtbaarheid worden onder meer diefstal en verduistering genoemd.156 Ingeval sprake is van een dringende reden zonder verwijtbaarheid aan de kant van een werknemer, bestaat in ieder geval recht op een transitievergoeding.157 Daarnaast kan ook aanspraak worden gemaakt op een transitievergoeding ingeval de dringende reden van een terecht ontslag op staande voet niet, of in elk geval niet ernstig verwijtbaar is.158 De werkgever zal in reactie hierop een beroep doen op de schadeplichtigheid van de werknemer door het geven van een dringende reden, als bedoeld in artikel 7:677 lid 2 BW. In geval van toewijzing kan deze aanspraak van de werkgever verrekend worden met de te betalen transitievergoeding aan de werknemer. Een niet verwijtbare dringende reden bij een ontslag op staande voet kan echter niet tot schadeplichtigheid van de werknemer leiden.159 Verder is een werkgever nog verplicht tot het betalen van een (geheel of gedeeltelijke) transitievergoeding bij ernstig verwijtbaar gedrag van de werknemer en wanneer het niet toekennen daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, als bedoeld in artikel 7:673 lid 8 BW. Deze uitzonderlijke situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen bij ‘een relatief kleine misstap na een heel lang dienstverband’.160 De vervaltermijn voor het aanspraak maken op een transitievergoeding bedraagt drie maanden, op basis van artikel 7:686a lid 4 sub b BW.
De transitievergoeding. De werkgever betaalt in het geval van een beëindiging van dienstverbanden die in totaal twee jaar of langer duren een transitievergoeding van een derde maandsalaris per dienstjaar en een half maandsalaris vanaf het 10e dienstjaar, met een maximum van € 75.000 of een jaarsalaris als dat hoger is.

Related to De transitievergoeding

  • Transitievergoeding 1. De transitievergoeding is niet verschuldigd aan werknemers van universiteiten waarmee: a. het dienstverband voor onbepaalde tijd wordt beëindigd, of het tijdelijke dienstverband na afloop niet wordt voortgezet, wegens bedrijfseconomische redenen zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3a van het BW en, b. die aanspraak maken op een aansluitende BWNU-uitkering zoals bedoeld in artikel 6 van de BWNU 2020. 2. Indien de werknemer als bedoeld in het eerste lid voorafgaand aan het ontslag schriftelijk afstand doet van het recht op deze aansluitende BWNU-uitkering, maakt deze werknemer alsnog aanspraak op de transitievergoeding. 3. Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

  • Stagevergoeding De stagiair die voldoet aan de voorwaarden van de Cao SSFH en de daarbij behorende reglementen, ontvangt een stagevergoeding van de stagebieder. De uitbetaling van de stagevergoeding vindt plaats uiterlijk binnen vier maanden na afloop van de stage. De over een eventueel toegekende stagevergoeding verschuldigde wettelijke inhoudingen, evenals werkgeversbijdragen worden door de stagebieder inge- houden en aan de Belastingdienst afgedragen. Stagebieder registreert het ID bewijs van de stagiair ter identificatie van de stagiair.

  • Maaltijdvergoeding Indien de werkgever geen maaltijd verstrekt, heeft de medewerker recht op een vergoeding. Deze vergoeding is per 1 januari 2021 ten minste € 4,30. Overlegt de medewerker een kassabon van een genoten maaltijd op die dag met een hoger bedrag, dan ontvangt hij het bonbedrag tot een maximum van € 8,80.

  • Dagvergoeding Tegemoetkoming van € 12,- per dag gedurende de tijd waarin verzekerde niet feitelijk over het in de polis omschreven voertuig kan beschikken als gevolg van diefstal, joyriding of oplichting / verduistering. Deze dekking gaat in op de dag die volgt op de dag waarop van de gebeurtenis aangifte bij de politie is gedaan. Deze dekking geldt per gebeurtenis tot een maximum van 30 dagen.

  • Vergoeding Het bedrag dat wij betalen naar aanleiding van een schadegebeurtenis.

  • Thuiswerkvergoeding a. De werknemer die anders dan incidenteel thuis werkt, heeft recht op een vergoeding van € 2,00 netto per thuiswerkdag om de dienstbetrekking vanuit thuis goed te kunnen uitvoeren. Onder anders dan incidenteel thuiswerken in dit artikel wordt verstaan: a. de werknemer werkt over een tijde- lijke periode van tenminste één maand minimaal 50% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van twee werkdagen per werkweek of b. de werknemer werkt structureel minimaal 20% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van één werkdag per werkweek. b. Het recht op de (standaard) thuiswerkvergoeding wordt door deugdelijke administratie bijgehouden door de werkgever. c. De werknemer die recht heeft op de in lid a genoemde vergoeding, heeft op een thuiswerkdag geen recht op een kostenvergoeding woon-werkverkeer zoals genoemd in artikel 6.2 van deze cao. De werknemer die op een thuiswerkdag een noodzakelijke dienstreis maakt, heeft aanspraak op een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.

  • Maximale vergoeding Wij vergoeden nooit meer dan 100% van ieders aandeel in de reissom, tot maximaal het verzekerde bedrag dat op het polisblad staat.

  • Overwerkvergoeding 1 Aan de werknemer voor wie het salaris wordt vastgesteld volgens een van de schalen 1 tot en met 10 en die in opdracht van de werkgever overwerk verricht, wordt, behoudens het derde lid van dit artikel, een vergoeding toegekend. 2 Onder overwerk wordt verstaan arbeid verricht buiten de voor werknemer vastgestelde dagelijkse werktijd, voor zover daardoor deze werktijd wordt overschreden. 3 Voor overwerk dat korter dan een uur aansluitend aan de vastgestelde dagelijkse werktijd wordt verricht, wordt geen vergoeding toegekend. Overwerk kan alleen worden verricht in opdracht van de werkgever. 4 De vergoeding voor overwerk, tenzij sprake is van onregelmatige dienst als bedoeld in artikel H-8, bestaat uit: a verlof, gelijk aan het aantal uren overschrijding van de voor de werknemer vastgestelde dagelijkse werktijd, en b een bedrag in geld, dat voor elk uur van die overschrijding een percentage bedraagt van het voor de werknemer geldende salaris per uur, met dien verstande dat het bedrag in geld voor overwerk op maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur slechts wordt toegekend voor zover door het verrichten van overwerk de arbeidsduur bij een normbetrekking wordt overschreden. 5 De vergoeding wordt zo spoedig mogelijk toegekend, doch in de regel niet later dan in de kalendermaand volgende op die waarin de overschrijding plaats had, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de werknemer. Hierbij is artikel G-2 van toepassing. 6 De werkgever kan bepalen dat, in plaats van het toekennen van verlof, bedoeld in het vierde lid van dit artikel, onder a voor ieder uur een bedrag in geld wordt toegekend gelijk aan het voor de werknemer geldende salaris per uur. 7 Het in het vierde lid onder b bedoelde percentage bedraagt: a behoudens het gestelde onder b en c: Overwerk verricht: Zaterdag en zondag Maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 06.00 uur 100 50 tussen 06.00 en 22.00 uur 50 25 tussen 22.00 en 24.00 uur 100 50

  • WAT KRIJGT U VERGOED? Schade van één verzekerde 3.1 Bent u de enige verzekerde die schade heeft? Per gebeurtenis vergoeden wij maximaal het bedrag dat op uw polisblad staat. Schade van meer dan één verzekerde 3.2 Is er meer dan één verzekerde die schade heeft? Per gebeurtenis vergoeden wij voor alle getroffen verzekerden samen maximaal het bedrag dat op uw polisblad staat. Is de totale schade hoger dan het verzekerde bedrag? Dan verdelen wij het bedrag over de getroffen verzekerden evenredig aan de schade die zij hebben. Geen gordels of helm 3.3 Heeft u tijdens het verkeersongeval geen autogordels om, terwijl dat wettelijk verplicht is? Of draagt u geen helm, terwijl dat volgens de wet wel moet? Dan is de schade voor een deel uw eigen schuld. Wij vergoeden dan 75% van het schadebedrag. Alleen als u kunt bewijzen dat het letsel niet is veroorzaakt doordat u geen autogordel of helm droeg, vergoeden wij de schade volledig.

  • Wat vergoeden we? U krijgt bij uw geschil juridische hulp van deskundigen in loondienst van DAS. De kosten van deze medewerkers krijgt u volledig vergoed. Daarnaast vergoeden wij ook tot maximaal € 25.000,- per geschil het volgende: • de redelijke en noodzakelijk gemaakte kosten van een deskundige die niet bij DAS werkt en die DAS voor u heeft ingeschakeld; • kosten van een mediator die DAS voor u heeft ingeschakeld. Maar alleen als deze kosten echt nodig waren voor de mediation (bemiddeling). DAS vergoedt alleen uw deel van de kosten; • kosten van getuigen in een rechtszaak. Maar alleen als de rechter het goed vond dat deze mensen getuigen waren; • proceskosten voor een rechtszaak, waarvan de rechter vond dat u deze moet betalen; • reis- en verblijfkosten die u heeft gemaakt, doordat u bij een rechter in het buitenland moet komen. Maar alleen als uw advocaat heeft gezegd dat u daar inderdaad heen moet. En ook alleen als u deze kosten van tevoren met DAS besproken heeft; • kosten die u heeft gemaakt om een uitspraak van de rechter uit te (laten) voeren. Moet er een gerechtelijke of administratieve procedure gevoerd worden? En bent u niet verplicht om hiervoor een advocaat in te schakelen? Dan mag u kiezen of u zich in die procedure laat bijstaan door: • een juridisch specialist in dienst van DAS. Dan vergoedt DAS de kosten hiervoor volledig. Bijkomende externe kosten vergoedt DAS dan tot maximaal € 25.000,- • een andere rechtshulpverlener die u zelf heeft gekozen. Dan vergoedt DAS de noodzakelijke en redelijke behandelkosten van de door u gekozen rechtshulpverlener in die procedure tot maximaal € 5.000. Bijkomende externe kosten vergoedt DAS ook, maar in totaal zal DAS nooit meer vergoeden dan € 25.000,-. U moet in dat geval ook een eigen risico van € 250,- aan DAS betalen. DAS schakelt de door u aangewezen rechtshulpverlener pas in nadat u het eigen risico aan DAS heeft betaald. Moet u een waarborgsom betalen voor uw vrijlating of om uw paspoort, rij- of vaarbewijs terug te krijgen? Of om een beslag op uw spullen op te heffen? Dan betaalt DAS die waarborgsom tot maximaal € 12.500,-. Maar alleen als u de waarborgsom aan een bevoegde overheidsinstantie moet betalen. Krijgt u het bedrag van de waarborgsom terug? Dan moet u dat bedrag zo snel mogelijk aan DAS terugbetalen. Krijgt u het bedrag van de waarborgsom niet terug? Xxx moet u het bedrag uiterlijk binnen één jaar terugbetalen. Kunt u de schade niet verhalen op degene die daar aansprakelijk voor is, omdat die dat niet kan betalen? Dan vergoedt DAS deze schade tot maximaal € 750,-. Maar alleen als de schade minimaal € 125,- is. Is de behandeling van het geschil te duur of kost die te veel tijd? Dan kan DAS beslissen om u een bedrag te geven en de zaak daarmee af te handelen. Dat bedrag is dan even groot als de schade die u heeft. 1. Algemene Contractvoorwaarden voor onze doorlopende verzekeringen 2. Voorwaarden voor onze reisverzekering