Financiële verwatering Voorbeeldclausules

Financiële verwatering. De evolutie van de marktkapitalisatie als gevolg van de uitgifte en uitoefening van de 2023 Aandelenopties wordt hieronder gesimuleerd. Onder voorbehoud van de methodologische voorbehouden zoals aangegeven in paragraaf 7.1. geeft de onderstaande tabel de impact van de uitoefening van de 2023 Aandelenopties weer op de marktkapitalisatie en de resulterende financiële verwatering bij verschillende prijsniveaus, uitgaande van de uitoefening van alle 1.000.000 2023 Aandelenopties en de daaruit voortvloeiende uitgifte van 1.000.000 nieuwe aandelen. Na sluiting van de beurs op 3 november 2023, bedroeg de marktkapitalisatie van de Vennootschap EUR 66.370.469,55, op basis van een slotkoers van EUR 2,35 per aandeel. In de veronderstelling dat, na de uitoefening van alle 2023 Aandelenopties, de marktkapitalisatie uitsluitend verhoogt met de opgehaalde fondsen (met name EUR 2.115.000,00 opgehaalde fondsen tegen een uitoefenprijs van EUR 2,12, EUR 2.350.000,00 opgehaalde fondsen tegen een uitoefenprijs van EUR 2,35 en EUR 2.585.000,00 opgehaalde fondsen tegen een uitoefenprijs van EUR 2,59), zou de nieuwe marktkapitalisatie (afgerond) EUR 2,34 per aandeel bedragen (tegen een uitoefenprijs van EUR 2,12), EUR 2,35 per aandeel (tegen een uitoefenprijs van EUR 2,35), en EUR 2,36 per aandeel (tegen een uitoefenprijs van EUR 2,59). Dit zou een (theoretische) financiële verwatering betekenen van 0,43% (bij een uitoefenprijs van EUR 2,12), geen verwatering betekenen (bij een uitoefenprijs van EUR 2,35) en een (theoretische) waardevermeerdering betekenen van 0,43% (bij een uitoefenprijs van EUR 2,59). Marktkapitalisatie per aandeel (in EUR) (afgerond) ................................................ 2,34 2,35 2,36 Opmerkingen: (1) Op de datum van dit verslag en zonder rekening te houden met de potentiële uitgifte van nieuwe aandelen na uitoefening van uitstaande Bestaande Aandelenopties, bij inbreng in natura van de PMV/z Converteerbare Lening Schuldvordering of na de uitgifte van RSU Aandelen.
Financiële verwatering. De onderstaande indicatieve tabel toont de mogelijke financiële verwatering van de bestaande aandeelhouders ten gevolge van de Kapitaalverhoging, op basis van de hypothetische veronderstellingen zoals hierboven uiteengezet. Deze tabel is verder gebaseerd op een marktkapitalisatie van de Vennootschap van EUR 1.622.195.615,00 (op basis van de slotkoers van EUR 74,30 van het aandeel van de Vennootschap op Euronext Brussels op 9 november 2022) en gaat ervan uit dat de marktkapitalisatie uitsluitend verhoogt met het totaal bedrag van de Kapitaalverhoging (inclusief uitgiftepremie).
Financiële verwatering. Financial dilution
Financiële verwatering. De evolutie van de marktkapitalisatie als gevolg van de uitoefening van de Kreos Inschrijvingsrechten wordt hieronder gesimuleerd. Onder voorbehoud van de methodologische voorbehouden zoals aangegeven in paragraaf 7.1, geeft de onderstaande tabel de impact van de uitoefening van de Kreos Inschrijvingsrechten weer op de marktkapitalisatie en de resulterende financiële verwatering, uitgaande van een aantal uit te geven nieuwe aandelen ten voordele van Kreos gelijk aan 161.404 nieuwe aandelen in totaal (bestaande uit 122.410 nieuwe aandelen ingevolge de uitoefening van de Initiële Kreos Inschrijvingsrechten en 38.994 nieuwe aandelen ingevolge de uitoefening van de Latere Kreos Inschrijvingsrechten en in de veronderstelling dat de uitgifteprijs respectievelijk EUR 5,31 en EUR 5,77 per aandeel is (in geval van een Cash Uitoefening), en 17.015 nieuwe aandelen (in geval van een Netto Uitgifte Uitoefening). Na sluiting van de beurs op 3 januari 2023 bedroeg de marktkapitalisatie van de Vennootschap EUR 145.803.681,92, op basis van een slotkoers van EUR 6,14 per aandeel. In de veronderstelling dat, na de uitoefening van de Kreos Inschrijvingsrechten, de marktkapitalisatie uitsluitend verhoogt met de opgehaalde fondsen (zijnde EUR 875.000,00 opgehaalde fondsen in het geval van een Cash Uitoefening en EUR 1.762,75 opgehaalde fondsen in het geval van een Netto Uitgifte Uitoefening), zou de nieuwe marktkapitalisatie (afgerond) EUR 6,135 per aandeel (in het geval van een Cash Uitoefening) en EUR 6,136 per aandeel (in het geval van een Netto Uitgifte Uitoefening) bedragen. Dit zou een (theoretische) financiële verwatering betekenen van (afgerond) 0,08% per aandeel (in het geval van een Cash Uitoefening) en (afgerond) 0,07% (in het geval van een Netto Uitgifte Uitoefening). Hieruit blijkt ook dat het effect van de verschillende vormen van uitoefening (Cash Uitoefening en Netto Uitgifte Uitoefening) uit een oogpunt van financiële verwatering conceptueel gelijk is.
Financiële verwatering. Bestaande Aandeelhouders die beslissen niet al hun toegewezen Voorkeurrechten uit te oefenen, moeten rekening houden met het risico op een financiële verwatering van hun portefeuille. Dergelijk risico is een gevolg van het feit dat de Aanbieding wordt geprijsd aan een Uitgifteprijs die lager is dan de marktprijs van het Aandeel. In onderstaande tabel staat de omvang van een dergelijke verwatering. Theoretisch moet de waarde van de Voorkeurrechten de vermindering van de financiële waarde die wordt veroorzaakt door het feit dat de Uitgifteprijs lager is dan de marktprijs compenseren. Bestaande Aandeelhouders kunnen een financieel verlies lijden als zij hun Voorkeurrechten niet kunnen verhandelen (verkopen) voor de theoretische waarde ervan (en de prijs waarvoor de Scrips zullen worden verkocht tijdens de Scrips Private Plaatsing niet leidt tot een betaling gelijk aan de theoretische waarde van de Scrips) – zie onderstaande tabel voor illustratiedoeleinden. Prijs vóór Aanbieding van Voorkeurrechten(1) Theoretische ex-Rechten prijs Waarde TheoretischRecht +50% Waarde TheoretischRecht -50% Waarde TheoretischRecht -100% Na de uitgifte van het maximumaantal Nieuwe Aandelen EUR 84,90 EUR 79,02 EUR 8,82 EUR 2,94 EUR 0,00 % financiële verwatering +3,46% -3,46% -6,93% (1) Aandelenkoers op 15 november 2022.
Financiële verwatering. Met inbegrip van de inschrijvingsrechten
Financiële verwatering. De evolutie van de marktkapitalisatie als gevolg van de voorgestelde Aandelenuitgifte en Inschrijvingsrechtenuitoefening wordt hieronder gesimuleerd. Onder voorbehoud van de methodologische voorbehouden zoals aangegeven in sectie 8.1 geeft de onderstaande tabel de impact van de Aandelenuitgifte en Inschrijvingsrechtenuitoefening weer op de marktkapitalisatie en de resulterende financiële verwatering bij verschillende prijsniveaus, uitgaande van het maximumbedrag van de kapitaalverhoging (inclusief uitgiftepremie) dat in het kader van de Aandelenuitgifte wordt opgehaald (namelijk EUR 30.000.000,00). Na sluiting van de beurs op 21 April 2023, bedroeg de marktkapitalisatie van de Vennootschap EUR 118.732.640,00 op basis van een slotkoers van EUR 5,00 per aandeel. In de veronderstelling dat, na de Aandelenuitgifte en Inschrijvingsrechtenuitoefening, de marktkapitalisatie uitsluitend verhoogt met de opgehaalde fondsen (zijnde EUR 30,000,000.00 opgehaalde fondsen in de Aandelenuitgifte tegen een uitgifteprijs van EUR 2,50, EUR 3,00 en EUR 4,00, evenals EUR 10.500.000,00, EUR 11.250.000,00 en EUR 10.312.500,00 opgehaalde fondsen in de Inschrijvingsrechtenuitoefening tegen een uitoefenprijs van respectievelijk EUR 3,50, EUR 4,50 en EUR 5,50). Dit zou een (theoretische) financiële verwatering betekenen van respectievelijk 17,80%, 11,80% en 4,00% per aandeel in de drie scenario's uiteengezet sectie 8.1 en de tabel hieronder.
Financiële verwatering. Zoals hierboven aangegeven, zullen de Warrants normaal worden uitgeoefend wanneer de uitoefenprijs lager is dan de koers van de aandelen van de Vennootschap. In dat geval zal de uitoefening van de Warrants in principe een financiële verwatering van de op dat moment bestaande aandeelhouders inhouden. Tabel 4 hieronder toont een simulatie van de impact van de transactie op de marktkapitalisatie en de daaruit voortvloeiende financiële verwatering in de veronderstelling dat maximum 1.340.000 nieuwe aandelen werden uitgegeven. Voor de doeleinden van deze simulatie werd de huidige marktkapitalisatie van de Vennootschap berekend tegen EUR 10,00 per uitstaand aandeel op de datum van dit Verslag. Op basis daarvan is het bedrag van de huidige marktkapitalisatie EUR 446.481.050,00 (zijnde 44.648.105 aandelen vermenigvuldigd met EUR 10,00 per aandeel). Voor de doeleinden van deze simulatie werd verder ook verondersteld dat de uitoefenprijs van de Warrants gelijk is aan de prijs die werd gebruikt voor de berekening van de marktkapitalisatie (met name EUR 10,00 per Warrant) verminderd met een korting (de Begunstigde zal de Warrant in principe enkel uitoefenen indien de uitoefenprijs op dat moment lager is dan de koers van de aandelen van de Vennootschap), die voor illustratieve doeleinden werd vastgesteld op 10% (met name EUR 1,00 per Warrant). Bijgevolg werd verondersteld dat de 1.340.000 Warrants uitgeoefend werden aan een prijs van EUR 9,00, wat een totale vergoeding inhoudt van EUR 12.060.000,00. Op basis van de bovenvermelde veronderstellingen zou de huidige marktkapitalisatie plus de inbreng in geld met betrekking tot de uitoefening van de Warrants, uitgeoefend met een korting van 10%, gelijk zijn aan EUR 458.541.050,00 en zou het nieuwe totaal aantal uitstaande aandelen gelijk zijn aan 45.988.105. Als gevolg daarvan zou de marktkapitalisatie per aandeel gelijk zijn aan EUR 9,97, zijnde lager dan de prijs gebruikt voor de berekening van de marktkapitalisatie, met een (theoretische) financiële verwatering van 0,3% tot gevolg.

Related to Financiële verwatering

  • Verwarmingsinstallatie Voor de berekening van de capaciteit van de centrale verwarmingsinstallatie gelden de berekeningsgrondslagen conform het normblad, dat op dit werk van toepassing is. De woning is voorzien van een warmtepomp installatie, deze is geplaatst in de installatiezone van uw woning. Nabij de warmtepomp installatie wordt een expansievat gemonteerd. Ten behoeve van de warmtepomp worden er op het perceel leidingen in de grond geboord. Deze leidingen zijn in staat om de ‘warmte’ uit de grond op te nemen en te transporteren naar de warmtepomp. Via een ingenieus systeem zorgt de warmtepomp ervoor dat de centrale verwarming de woning kan verwarmen, en dat er warm tapwater ter beschikking is. De centrale verwarmingsinstallatie wordt in de gehele woning uitgevoerd als lage temperatuur vloerverwarming. In de badkamer wordt een elektrische handdoekradiator geplaatst. De temperatuurregeling vindt plaats door middel van een kamerthermostaat in de woonkamer. De slaapkamers worden eveneens voorzien van een thermostaat. De elektrische radiator in de badkamer kan bedient worden via een opgebouwde temperatuur regeling. De centrale verwarmingsleidingen worden uitgevoerd in kunststof buis weggewerkt in de afwerkvloer, met uitzonderingen ter plaatse van de verdelers. De verdelers worden voorzien van een prefab omkasting, met uitzondering van de verdeler(s) in de trapkast/technische ruimte op de begane grond en de verdeler op zolder. Bij gelijktijdig functioneren van alle verwarmingsgroepen en bij gesloten ramen en deuren worden de volgende temperaturen gegarandeerd: • Woonkamer / eetkamer en keuken: 20 oC • Slaapkamer: 20 oC • Badkamer: 22 oC • Entree / hal / toilet: 15 oC • Zolder 15 oC Bij toepassing van vloerverwarming is de vloerafwerking een aandachtspunt. Veelal wordt gedacht dat bij gebruik van vloerverwarming uitsluitend gebruik gemaakt kan worden van een steenachtige vloerafwerking. Alhoewel een steenachtige vloerafwerking de meest optimale warmteafgifte garandeert, zijn houten en textiele vloerafwerkingen (zoals parket, kurk, bamboe, linoleum en tapijt) uitstekend mogelijk indien de Rc waarde van de afwerking (inclusief onderlaag) kleiner of gelijk is aan 0,05 m2K/W. Vraag hiervoor advies bij uw vloerenleverancier. Ten aanzien van de laag temperatuur vloerverwarming heeft Woningborg ermee ingestemd dat bij de berekeningen van de capaciteit van de verwarmingsinstallatie geen rekening is gehouden met een opwarmtijd bij een nacht verlaging. Laag temperatuur vloerverwarming is een continue verwarming en hoeft (’s nachts) niet lager te worden ingesteld. Bij oplevering van de woning ontvangt u een gebruikers instructie.

  • Verhuizing 12.1 Tenzij de Leveringsovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd, blijft de Leveringsovereenkomst bij verhuizing in stand. Indien Afnemer verhuist met als gevolg dat Afnemer elders een Aansluiting gaat gebruiken, wordt deze ‘nieuwe’ Aansluiting geacht de ‘oude’ Aansluiting te hebben vervangen in het kader van de Leveringsovereenkomst. 12.2 Bij verhuizing is de Afnemer verplicht om de Leverancier: - ten minste 10 werkdagen voor aanvang van de verhuizing in te lichten over de op handen zijnde verhuizing en zijn nieuwe adres; - uiterlijk 5 werkdagen na verhuizing door middel van een door Xxxxxxx (en de nieuwe eigenaar/bewoner) ondertekende verklaring te voorzien van standen van de meetinrichting bij vertrek; - uiterlijk 5 werkdagen nadat hij in het nieuwe pand is getrokken door middel van een door hem (en de oude eigenaar/bewoner) ondertekende verklaring te voorzien van standen van de meetinrichting bij intrek; 12.3 Door ondertekening van de Leveringsovereenkomst verstrekt Afnemer aan Leverancier een onherroepelijke volmacht voor de duur van de Leveringsovereenkomst om namens Afnemer bij de relevante Netbeheerder, in verband met verhuizing van Afnemer, niet alleen de Uit- en de Inhuizing te doen, maar ook om namens Xxxxxxx toegang te hebben tot het aansluitregister bij de relevante Netbeheerder, alsmede om namens Xxxxxxx met betrekking tot het voorgaande alle benodigde handelingen te mogen verrichten. 12.4 Afnemer draagt er zorg voor dat Leverancier tijdig beschikt over alle correcte gegevens die voor een Inhuizing noodzakelijk zijn. Indien en voor zover dit niet het geval is en/of Leverancier na verhuizing van Afnemer nog in het aansluitregister staat vermeld als Leverancier aan de ‘oude’ Aansluiting, komt dit voor rekening en risico van Afnemer, tenzij dit aan de schuld van Leverancier te wijten is. Eventueel ten gevolge van een Inhuizing aan Leverancier door derden (zoals Netbeheerder(s)) in rekening gebrachte kosten, worden doorbelast aan Afnemer. 12.5 Indien het verbruik van de Afnemer naar verwachting van de Leverancier op de nieuwe Aansluiting dermate zal afwijken van het verbruik van de Aansluiting zoals opgenomen in de Leveringsovereenkomst (oude Aansluiting), is de Leverancier gerechtigd de Leveringsovereenkomst te wijzigen. Indien Afnemer de wijzigingen niet accepteert kan Xxxxxxx, met inachtneming van de vereisten zoals opgenomen in deze Algemene Voorwaarden, de Leveringsovereenkomst opzeggen.

  • Loonsverhoging De loonmarge is het percentage dat de lonen mogen stijgen bovenop de automatische indexering. Tweejaarlijks krijgen de sociale partners de mogelijkheid om hierover te onderhandelen. De hoogte van het percentage wordt bepaald door de loonnormwet. Deze wet moet voorkomen dat de lonen in België sneller stijgen dan de lonen in onze buurlanden. Voor 2023-2024 bedraagt de loonmarge nul procent. Dit betekent dat we niet konden onderhandelen over een stijging van de lonen bovenop de automatische indexering.

  • Blikseminslag Schade aan elektrische en elektronische apparatuur door overspanning/inductie dan wel bedrijfsschade als gevolg daarvan is slechts verzekerd indien sporen van blikseminslag in of aan het object waarin deze zaken aanwezig zijn, worden aangetroffen.

  • Contractduur, uitvoeringstermijnen, risico-overgang, uitvoering en wijziging overeenkomst, prijsverhoging De overeenkomst tussen Opdrachtnemer en de Opdrachtgever wordt aangegaan voor bepaalde tijd, tenzij uit de aard van de overeenkomst anders voortvloeit of indien partijen uitdrukkelijk en schriftelijk anders overeenkomen. Is voor de uitvoering van bepaalde werkzaamheden of voor de levering van bepaalde zaken een termijn overeengekomen of opgegeven, dan is dit nimmer een fatale termijn. Bij overschrijding van een termijn dient de Opdrachtgever Opdrachtnemer derhalve schriftelijk in gebreke te stellen. Opdrachtnemer dient daarbij een redelijke termijn te worden geboden om alsnog uitvoering te geven aan de overeenkomst. Opdrachtnemer zal de overeenkomst naar beste inzicht en vermogen en overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap uitvoeren. Een en ander op grond van de op dat moment bekende stand der wetenschap. Opdrachtnemer heeft het recht bepaalde werkzaamheden te laten verrichten door derden. De toepasselijkheid van artikel 7:404, 7:407 lid 2 en 7:409 BW wordt uitdrukkelijk uitgesloten. Indien door Opdrachtnemer of door Opdrachtnemer ingeschakelde derden in het kader van de opdracht werkzaamheden worden verricht op de locatie van de Opdrachtgever of een door de Opdrachtgever aangewezen locatie, draagt de Opdrachtgever kosteloos zorg voor de door die medewerkers in redelijkheid gewenste faciliteiten. Opdrachtnemer is gerechtigd de overeenkomst in verschillende fasen uit te voeren en het aldus uitgevoerde gedeelte afzonderlijk te factureren. Indien de overeenkomst in fasen wordt uitgevoerd kan Opdrachtnemer de uitvoering van die onderdelen die tot een volgende fase behoren opschorten totdat de Opdrachtgever de resultaten van de daaraan voorafgaande fase schriftelijk heeft goedgekeurd. De Opdrachtgever draagt er zorg voor dat alle gegevens, waarvan Opdrachtnemer aangeeft dat deze noodzakelijk zijn of waarvan de Opdrachtgever redelijkerwijs behoort te begrijpen dat deze noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de overeenkomst, tijdig aan Opdrachtnemer worden verstrekt. Indien de voor de uitvoering van de overeenkomst benodigde gegevens niet tijdig aan Opdrachtnemer zijn verstrekt, heeft Opdrachtnemer het recht de uitvoering van de overeenkomst op te schorten en / of de uit de vertraging voortvloeiende extra kosten volgens de alsdan gebruikelijke tarieven aan de Opdrachtgever in rekening te brengen. De uitvoeringstermijn vangt niet eerder aan dan nadat de Opdrachtgever de gegevens aan Opdrachtnemer ter beschikking heeft gesteld. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor schade, van welke aard ook, doordat Opdrachtnemer is uitgegaan van door de Opdrachtgever verstrekte onjuiste en / of onvolledige gegevens. Indien tijdens de uitvoering van de overeenkomst blijkt dat het voor een behoorlijke uitvoering daarvan noodzakelijk is om deze te wijzigen of aan te vullen, dan zullen partijen tijdig en in onderling overleg tot aanpassing van de overeenkomst overgaan. Indien de aard, omvang of inhoud van de overeenkomst, al dan niet op verzoek of aanwijzing van de Opdrachtgever, van de bevoegde instanties et cetera, wordt gewijzigd en de overeenkomst daardoor in kwalitatief en / of kwantitatief opzicht wordt gewijzigd, dan kan dit consequenties hebben voor hetgeen oorspronkelijk overeengekomen werd. Daardoor kan ook het oorspronkelijk overeengekomen bedrag worden verhoogd of verlaagd. Opdrachtnemer zal daarvan zoveel als mogelijk vooraf prijsopgaaf doen. Door een wijziging van de overeenkomst kan voorts de oorspronkelijk opgegeven termijn van uitvoering worden gewijzigd. De Opdrachtgever aanvaardt de mogelijkheid van wijziging van de overeenkomst, daaronder begrepen de wijziging in prijs en termijn van uitvoering. Indien de overeenkomst wordt gewijzigd, daaronder begrepen een aanvulling, dan is Opdrachtnemer gerechtigd om daaraan eerst uitvoering te geven nadat daarvoor akkoord is gegeven door de binnen Opdrachtnemer bevoegde persoon en de Opdrachtgever akkoord is gegaan met de voor de uitvoering opgegeven prijs en andere voorwaarden, daaronder begrepen het alsdan te bepalen tijdstip waarop daaraan uitvoering gegeven zal worden. Het niet of niet onmiddellijk uitvoeren van de gewijzigde overeenkomst levert geen wanprestatie van Opdrachtnemer op en is voor de Opdrachtgever geen grond om de overeenkomst op te zeggen of te annuleren.

  • Wat gebeurt er tijdens de zorgplanbespreking? Tijdens de zorgplanbespreking evalueren en actualiseren wij met u het (digitaal) zorgplan en bespreken wij hoe de zorgverlening verloopt en/of er aanpassingen nodig zijn. Wij bespreken met u dan bovendien: • de wijze waarop u uw leven wenst in te richten en welke ondersteuning u daarbij van ons zou willen ontvangen; • de doelen van de zorgverlening voor een bepaalde periode en hoe wij die met u zullen proberen te bereiken; • de zorgverleners die voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening verantwoordelijk zijn, de wijze waarop afstemming tussen die zorgverleners plaatsvindt en wie uw aanspreekpunt is; • welke familieleden of anderen bij de zorgverlening worden betrokken of van ons informatie krijgen over de zorgverlening en hoe wij dat zullen doen; • hoe vaak en waarom het (digitaal) zorgplan met u zal worden geëvalueerd en geactualiseerd.

  • Kwaadwillige besmetting Het - buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.

  • Verwarming Je woning is goed geïsoleerd en kan daarom met ‘lage temperatuurverwarming’ op energiezuinige wijze worden verwarmd. De verwarmingsinstallatie dient hiervoor continu aan te blijven, dit in tegenstelling tot wat je mogelijk gewend bent met je huidige verwarmingsinstallatie. De temperatuur in de woonkamer staat ingesteld op 22°C. Het verlagen of verhogen is uiteraard mogelijk, maar wij raden je af nacht-, weekendverlaging toe te passen. Het komt de energieprestatie juist ten goede als de woning op een constante temperatuur verwarmd blijft. Bespaar energie door ramen en deuren zoveel mogelijk gesloten te houden als je verwarming aanstaat. Bij langere afwezigheid, vooral in winter maanden, kan de temperatuur instelling (thermostaat) wel verlaagd worden. Bij terugkomst heeft de lucht-water- warmtepomp meer tijd nodig om de woning weer op de gewenste temperatuur te krijgen. Voor de volgende ruimten, voor zover daarin een verwarmingselement is aangebracht, dient de te behalen en te handhaven temperatuur ten minste te zijn:

  • Eenmalige uitkering Over de periode 1 januari 2020 tot 1 juli 2020 wordt een eenmalige uitkering uitbetaald van 3% over de verdiende maandsalarissen in deze periode. Deze eenmalige uitkering telt mee voor de vakantietoeslag en eindejaarsuitkering en is niet pensioengevend. Deze eenmalige uitkering wordt in juli 2020 uitbetaald gelijktijdig met de salarisverhoging. Of bij uitdiensttreding als een medewerker tussen 1 januari en 1 juli uit dienst treedt.

  • Opleiding en ontwikkeling 1. De werkgever stimuleert de werknemer om kennis te (blijven) verwerven en zich te ontwikkelen. Daartoe zal de werkgever –bij voorkeur- eens per jaar een gesprek aangaan met de werknemer. 2. Onder opleiding en ontwikkeling in de zin van dit artikel wordt verstaan elke vorm van gestructureerde activiteit, die gericht is op het door de werknemer verkrijgen, verbreden of verdiepen van kennis en/of vaardigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld opleidingen, trainingen en/of presentaties die bijdragen aan de ontwikkeling van de kennis en/of vaardigheden van de werknemer. 3. De werkgever neemt de kosten van opleiding en ontwikkeling die direct betrekking hebben op functierelevante vakkennis en vaardigheden van de werknemer voor zijn rekening. Hierbij valt te denken aan: inschrijfkosten, lesgeld, studiemateriaal, tentamen-, examen- en reiskosten. Werkgever en werknemer stellen in overleg de (gezamenlijke) verdeling van de tijd vast, die in het leerprogramma van de opleiding geïnvesteerd moet worden. 4. Bij bereikte overeenstemming over de te volgen opleiding, wordt de opleidingsafspraak schriftelijk vastgesteld. 5. De werkgever stelt per kalenderjaar vier dagen beschikbaar met behoud van loon die worden besteed aan opleiding en ontwikkeling. Bij indiensttreding in de loop van het kalenderjaar, alsmede bij een parttime dienstverband, worden de vier opleidings- en ontwikkelingsdagen naar rato vastgesteld. 6. De werkgever en werknemer kunnen in onderling overleg de opleiding- en ontwikkelingsdagen over de komende kalenderjaren eerder aanwenden of meenemen naar het daaropvolgende jaar of jaren. Het eerder aanwenden of meenemen van deze dagen is voor maximaal twaalf dagen naar rato toegestaan. 7. In afwijking van lid 5 heeft, de werknemer op wie de tot en met 31 december 2007 geldende ATV regeling van toepassing is gebleven, recht op twee scholingsdagen naar rato.