Fiscale maxima Voorbeeldclausules

Fiscale maxima. Bij de vaststelling van pensioenaanspraken en ingegane pensioenen worden de op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 en het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 aangegeven maxima en begrenzingen in aanmerking genomen en nageleefd.
Fiscale maxima. Het fonds blijft bij de uitvoering van de pensioenregeling binnen de grenzen van de fiscale wet- en regelgeving.
Fiscale maxima. Het pensioen gaat niet uit boven het fiscale maximum als bedoeld in de Wet op de Loonbelasting 1964.
Fiscale maxima. 1. Het ouderdomspensioen bedraagt op het tijdstip van ingang in beginsel niet meer dan 100 procent van het pensioengevend loon volgens de Wet op de loonbelasting 1964.
Fiscale maxima. Pensura is te allen tijde gehouden de van toepassing zijnde fiscale wet- en regelgeving na te leven.
Fiscale maxima. 1. Het jaarlijkse levenslange ouderdomspensioen bedraagt, rekening houdend met de AOW- uitkering als bedoeld in artikel 18, lid 8 onder a van de Wet op de loonbelasting 1964 maximaal 100% van het laatst vastgestelde pensioengevend loon. Indien en voor zover dit maximum wordt overschreden als gevolg van het ingevolge artikel 5A gespaarde pensioenkapitaal, wordt het meerdere vervangen door een uitkering ineens aan de Gepensioneerde, na inhouding van belasting en premies volksverzekeringen.
Fiscale maxima. Artikel 12
Fiscale maxima. Op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 mag het totaal aan pensioen inclusief eventueel elders en/of reeds eerder opgebouwde aanspraken niet meer bedragen dan de volgende maxima, behoudens overschrijding als gevolg van toeslagverlening op grond van deze regeling, waardeoverdracht, variatie in de uitkering of uitruil: - ouderdomspensioen: 2,25% van het gemiddelde pensioengevend loon per dienstjaar, met een maximum van 100%; - (aanvullend) partnerpensioen: 1,58% van het gemiddelde pensioengevend loon per dienstjaar, waarbij de jaren vanaf het moment van overlijden tot de standaard pensioendatum als dienstjaren worden meegeteld, met een maximum van 70%; - tijdelijk partnerpensioen het in de Wet op de loonbelasting artikel 18f, letter c genoemde maximale nabestaandenoverbruggingspensioen. - (aanvullend) wezenpensioen: 0,32% van het gemiddelde pensioengevend loon per dienstjaar, waarbij de jaren vanaf het moment van overlijden tot de standaard pensioendatum als dienstjaren worden meegeteld, met een maximum van 14%. Voor volle wezen geldt een verdubbeling van dit percentage. Deze maxima (met uitzondering van het tijdelijk partnerpensioen) dienen te worden opgevat met inbegrip van een uitkering op grond van de AOW, zoals voorgeschreven in de Wet op de loonbelasting 1964. De toeslag zoals bedoeld in het artikel 'Toeslagen op pensioenen' zal in enig jaar niet hoger zijn dan het voor dat jaar geldende fiscaal geaccepteerde maximum.
Fiscale maxima. 1. Voor het totaal aan pensioenen uit hoofde van de onderhavige pensioenregeling en de overige pensioenregelingen van het fonds gelden fiscale maximeringen overeenkomstig de Wet op de loonbelasting 1964, welke in samenhang moeten worden beoordeeld.
Fiscale maxima