Functiegroepen en salarisgroepen. 10.1 De functies van de werknemers zijn ingedeeld in de functiegroepen 2 tot en met 13. Indeling van de functie in de groepen vindt plaats door vergelijking met referentiefuncties, die ter inzage liggen bij de personeelsafdelingen en tevens zijn gepubliceerd op het intranet.
10.2 De referentiefuncties in de functiegroepen 2 tot en met 8 worden met behulp van de ORBA-methode gewaardeerd. De normering van de referentiefuncties wordt met de vakorganisaties overeengekomen.
10.3 Van elke referentiefunctie is een functieomschrijving opgesteld, die aan (een vertegenwoordiging van) betrokken functievervullers en hun direct leidinggevenden ter verificatie van een juiste weergave van de functie-inhoud is voorgelegd. Er zijn zoveel referentiefuncties verspreid over de verschillende niveaus en de verschillende disciplines als nodig is om een goede indeling van functies mogelijk te maken. Wijzigingen in de referentiefuncties in de functiegroepen 2 tot en met 8 worden aan de vakorganisaties ter toetsing voorgelegd en aan de werknemers ter kennis gebracht. Wijzigingen in de referentiefunctie in de functiegroepen 9 en hoger worden op verzoek aan de vakorganisaties toegelicht.
10.4 Ook van niet-referentiefuncties wordt een functieomschrijving opgesteld. De functie wordt vervolgens op basis van vergelijking met de referentiefuncties ingedeeld. De daarbij gehanteerde overwegingen worden vastgelegd.
10.5 Bij elke functiegroep hoort een salarisgroep. In de bijbehorende salarisschaal worden het standaard minimum salaris, het standaard maximum salaris en de standaard periodieke verhoging vermeld. De salarisgroepen en salarisschalen zijn opgenomen in bijlage 2.
10.6 De werknemer ontvangt schriftelijk mededeling van de functiegroep waarin zijn functie is ingedeeld, van de salarisgroep waarin hij is geplaatst en van het hem toegekende salaris. De werknemer kan als hij dit wenst kennisnemen van de overwegingen die aan de indeling van zijn functie ten grondslag liggen. Tevens kan de werknemer inzage krijgen in de referentiefuncties die van belang zijn voor het beoordelen van de indeling van de eigen functie.
10.7 Als tegen de indeling beroep wordt ingediend, zal daarbij de beroepsprocedure gevolgd worden die is opgenomen in bijlage 3.
10.8 De werknemer wordt in de salarisgroep geplaatst, die behoort bij de functiegroep waarin zijn functie is ingedeeld. In afwijking hiervan geldt dat:
Functiegroepen en salarisgroepen. Het salaris dat van toepassing is op de desbetreffende functiegroepen, wordt als functiegroep 1 tot en met 5 weergegeven. De functiegroepen zijn opgenomen in bijlage 1, de salarisschalen zijn opgeno- men in bijlage 2. De functieomschrijvingen aan de hand waarvan de functies worden ingedeeld zijn opgenomen in bijlage 3.
Functiegroepen en salarisgroepen. Systematische rangordening van de voorkomende functies in acht functiegroe- pen vindt plaats op basis van de vereiste vak en bedrijfskennis, de verantwoor- delijkheid, de mate van leiding geven en andere voor de bepaling van het func- tieniveau van belang zijnde vereisten. Bij elke functiegroep behoort een salaris- groep respectievelijk genummerd 56 t/m 63. In lid 6 zijn deze salarisgroepen opgenomen met vermelding van de standaard-minimum en de standaard-maxi- mum maandsalarissen, en de standaard periodieke verhogingen.
Functiegroepen en salarisgroepen. 8.1. Functie-indeling 8.1.1. De functies van de werknemers zijn ingedeeld in een aantal functiegroepen. Indeling van de functie in de groepen geschiedt door vergelijking met referentiefuncties, die ter inzage liggen bij de HR-afdeling. Deze referentiefuncties worden met behulp van een met de vakverenigingen overeengekomen methode gewaardeerd en met de vakverenigingen afgestemd. Er zijn zoveel referentiefuncties verspreid over de verschillende niveaus en de verschillende disciplines als nodig is om een goede indeling van functies mogelijk te maken. Van elke referentiefunctie is een functieomschrijving opgesteld, die - indien nodig - aan (een vertegenwoordiging van) betrokken functievervullers en hun chefs ter verificatie van een juiste weergave van de functie-inhoud is voorgelegd. Wijzigingen in de referentiefuncties worden aan de vakverenigingen ter toetsing voorgelegd en aan de werknemers ter kennis gebracht.
Functiegroepen en salarisgroepen. 9 Artikel 7 10
Functiegroepen en salarisgroepen. Functies bij Mosa worden gewaardeerd volgens de ORBA-methode. De ORBA- methode behoort tot de analytische methoden van functiewaardering. Dat zijn methoden die het functieniveau uitdrukken in punten. De ORBA-methode is geborgd via landelijk referentiemateriaal, waarover consensus bestaat tussen de systeemhouder en de vakbond die bij ORBA-toepassing betrokken zijn. De landelijke referentiefuncties bevatten concrete voorbeelden van scores per gezichtspunt en zijn daarmee richtinggevend voor de toepassers van de methode. Ze vormen een landelijke norm.
Functiegroepen en salarisgroepen. Systematische rangordening van de voorkomende functies in acht functiegroepen vindt plaats op basis van de vereiste vak en bedrijfskennis, de verantwoordelijkheid, de mate van leiding geven en andere voor de bepaling van het functieniveau van belang zijnde vereisten. Bij elke functiegroep behoort een salarisgroep respectievelijk genummerd 56 t/m
Functiegroepen en salarisgroepen