Periodieke verhoging. 1. Behoudens het gestelde in het tweede en derde lid wordt het maandsalaris van de werknemer binnen de schaal jaarlijks per 1 januari verhoogd tot het naast hogere bedrag totdat het maximum van de schaal is bereikt.
2. Vervult de werknemer zijn functie naar het oordeel van de werkgever niet naar behoren dan blijft salarisverhoging als bedoeld in het eerste lid achterwege.
3. Het achterwege laten van een salarisverhoging is alleen mogelijk op basis van een negatieve beoordeling conform de in overleg met de OR vastgestelde regeling beoordelingen. Deze regeling dient te voldoen aan hetgeen aan voorwaarden is vastgesteld in artikel 5.2.2.
Periodieke verhoging. In afwijking van het bepaalde in artikel 4.7 van de cao geldt het navolgende.
Periodieke verhoging. Werknemers ontvangen jaarlijks een periodieke verhoging, totdat het maximum van de schaal is bereikt. De eerste periodieke verhoging vindt plaats 12 maanden na indiensttreding en gaat in op de eerste dag van de maand van het volgende jaar waarin de werknemer in dienst trad en vervolgens steeds na 12 maanden.
Periodieke verhoging. In het kader van de toepassing van de inlenersbeloning als bedoeld in artikel 20, is de uitzendonderneming ten aanzien van de uitzendkracht gehouden tot toepassing van dezelfde periodieke loonsverhoging zoals deze geldt voor de werknemer in dienst van de opdrachtgever, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie als de uitzendkracht. De hoogte van de periodieke loonsverhoging en het tijdstip waarop deze wordt uitgekeerd, zijn overeenkomstig hetgeen bij de opdrachtgever geldt.
Periodieke verhoging. 1. Het salaris van werknemers wordt bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en inzet van de werknemer telkens met één periodiek verhoogd, totdat het maximum van de salarisschaal is bereikt. Als datum voor toekenning van een periodiek geldt:
a. voor leeftijdsperiodieken: de eerste van de maand volgend op de verjaardag van de werknemer;
b. voor schaalperiodieken: 1 januari.
2. De verhoging genoemd bij lid 1 sub b blijft bij groep B achterwege indien sinds het tijdstip van indeling op grond van artikel 28, lid 2 niet ten minste drie maanden zijn verstreken.
3. Ten aanzien van het salaris van werknemers in dienst van groep B geldt dat voor de werknemer die ingevolge de aanloopperiodiek voor de schalen 4 en 5 wordt gesalarieerd, zes maanden na indienstneming indeling plaatsvindt op grond van artikel 28, lid 2. Voor de werknemer die overeenkomstig de aanloopperiodieken van de schalen 6 tot en met 16 wordt gesalarieerd, vindt zes maanden na indienstneming indeling plaats op grond van artikel 28, lid 2, tenzij de werknemer op dat moment nog steeds zijn functie niet volledig vervult. In dat geval wordt de volgende aanloopperiodiek toegekend. Na wederom zes maanden vindt indeling plaats op grond van artikel 28, lid 2.
Periodieke verhoging a. Het salaris van de werknemer wordt tot regel 15 jaarlijks, te rekenen vanaf de datum van indiensttreding, verhoogd tot het naast hogere in de salarisschaal vermelde bedrag totdat het maximum van de schaal is bereikt. De verhoging geschiedt met ingang van de eerste kalendermaand, waarin het recht daarop ontstaat.
b. Aan de werknemer die gedurende 10 jaar het voor hem geldende maximumsalaris heeft genoten (regel 15), wordt de 1e anciënniteit (regel 25) toegekend. Vijf jaar daarna wordt de 2e anciënniteit (regel 30) toegekend. Deze verhogingen worden alleen toegekend wanneer de periode van tien respectievelijk vijftien jaren is doorgebracht bij het Metropole Orkest.
c. Als het functioneren van de werknemer daar naar het oordeel van de werkgever aanleiding toe geeft, kan (mits onderbouwd) een extra ervaringsjaar toegekend worden bij excellent functioneren.
d. Als sprake is van slecht/gebrekkig functioneren kan de directie besluiten geen periodieke verhoging toe te kennen. Hiervoor dient echter minimaal 2 maanden voor de periodiekdatum een beoordelingsgesprek te hebben plaatsgevonden waarin dit ook schriftelijk is vastgelegd.
Periodieke verhoging a. Periodieke verhogingen vinden jaarlijks plaats, te rekenen vanaf de datum van indiensttreding. Er wordt een standaard periodieke verhoging van één regel toegekend. De verhoging geschiedt met ingang van de eerste kalendermaand, waarin het recht daarop ontstaat.
b. Als het functioneren van de werknemer daar naar het oordeel van de werkgever aanleiding toe geeft, kan (mits onderbouwd) een extra ervaringsjaar toegekend worden bij excellent functioneren.
c. Als sprake is van slecht/gebrekkig functioneren kan de directie besluiten geen periodieke verhoging toe te kennen. Hiervoor dient echter minimaal 2 maanden voor de periodiekdatum een beoordelingsgesprek te hebben plaatsgevonden waarin dit ook schriftelijk is vastgelegd.
Periodieke verhoging. 1. Het salaris van de werknemer wordt jaarlijks verhoogd met één periodiek tot het maximum van de salarisschaal, tenzij het bepaalde in artikel 6 wordt toegepast.
2. De periodieke verhogingen binnen salarisschalen gaan in op de eer- ste dag van de maand of periode waarin de werknemer: – in dienst trad; – de leeftijd bereikte waarop de laagste periodiek van de van toe- passing zijnde salarisschaal ging xxxxxx; – bevorderd werd; dan wel op de periodiekdatum van de oude functie.
3. In de individuele arbeidsovereenkomst wordt vermeld welke van de in het tweede lid van dit artikel vermelde mogelijkheden van toepas- sing is.
Periodieke verhoging. 1. De werkgever kent aan de werknemer bij een normale uitvoering van zijn werkzaamheden eenmaal per jaar een periodieke verhoging toe, die gelijk is aan een periodiek van de functieloon- schaal waarin hij is ingedeeld, tot de werknemer het maximum van die loonschaal heeft bereikt.
2. Voor nieuwe werknemers geldt als periodiekdatum de datum van indiensttreding.
3. Als de uitvoering van de werkzaamheden daartoe aantoonbare aanleiding geeft, kan de werkgever besluiten om in enig jaar meerdere of geen periodieke verhoging toe te kennen.
4. De werkgever deelt de onthouding van een periodieke verhoging uiterlijk een maand voor het tijdstip waarop de periodieke verhoging zou ingaan schriftelijk aan de werknemer mee, waarbij de redenen voor de onthouding worden genoemd.
5. Als de werkgever besluit de werknemer geen periodieke verhoging toe te kennen, kan de werknemer hiertegen bezwaar maken bij de Interne Bezwarencommissie.
Periodieke verhoging. 1. Het salaris van de werknemer wordt jaarlijks verhoogd met één periodiek tot het maximum van de voor zijn functie geldende sala- risschaal is bereikt.
2. De in lid 1 bedoelde periodieke verhoging gaat in op de eerste dag van de eerste maand van het nieuwe kalenderjaar, dan wel op de eerste dag van de kalendermaand waarin de werknemer: – bij de werkgever in dienst trad; of – de leeftijd van 18 jaar bereikte; of – bevorderd werd naar een hogere functie bij de werkgever.
3. In de individuele arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werkne- mer wordt vermeld welke van de in het tweede lid van dit artikel genoemde mogelijkheden van toepassing is. Bij het ontbreken van deze vermelding geldt als datum van periodieke verhoging de eerste dag van de eerste maand van het nieuwe kalenderjaar.