Intern toezicht. 1 Het bestuur draagt zorg voor de organisatie van een transparant intern toezicht met betrekking tot het functioneren van (het bestuur van) het pensioenfonds.
2 Met de uitvoering van het intern toezicht is belast een door het bestuur bij schriftelijk besluit in te stellen visitatiecommissie. De visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke door het bestuur te benoemen deskundigen. Het verantwoordingsorgaan heeft het recht een bindende voordracht te doen. Het bestuur is bevoegd de leden van de visitatiecommissie te ontslaan, indien dit naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk is en nadat het verantwoordingsorgaan een bindend advies heeft gegeven.
3 Het bestuur stelt – gehoord de visitatiecommissie – een Reglement intern toezicht vast met daarin een vastlegging van de samenstelling van de visitatiecommissie, de werkwijze en andere zaken omtrent de visitatiecommissie. Het Reglement intern toezicht mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten. Het bestuur is bevoegd het Reglement intern toezicht – gehoord de visitatiecommissie – te wijzigen.
4 De visitatiecommissie beoordeelt en rapporteert minimaal één keer per jaar, of – gehoord het verantwoordingsorgaan – vaker indien daartoe aanleiding is, vóór een door het bestuur aan te geven tijdstip over het beleid van het bestuur en over de algemene gang van zaken in het pensioenfonds. De visitatiecommissie is ten minste belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur en legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het verantwoordingsorgaan en de vennootschap en in het bestuursverslag.
5 Het bestuur bespreekt de rapportage van het interne toezicht en de eventueel daarop gebaseerde (voorgenomen) bestuursbesluiten met het verantwoordingsorgaan. In het bestuursverslag worden de bevindingen van het intern toezicht vermeld.
6 Het bestuur is (desgevraagd) verplicht aan de visitatiecommissie tijdig alle inlichtingen en gegevens te verstrekken die de visitatiecommissie nodig heeft ter vervulling van haar taak. De inlichtingen worden desgevraagd schriftelijk verstrekt.
7 De visitatiecommissie heeft ter vervulling van haar taak het recht op overleg met het (voltallig) bestuur over alle bestuurstaken en het recht de externe accountant en/of de externe actuaris van het pensioenfonds te raadplegen.
8 De kosten van het interne toezicht worden gedragen door het pensioenfonds.
Intern toezicht. Het bestuur van de Stichting heeft gekozen voor intern toezicht door een visitatiecommissie. Deze commissie bestaat uit drie onafhankelijke leden. De leden worden benoemd door het bestuur na raadpleging van het VO. De visitatiecommissie houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de Stichting. De visitatiecommissie is ten minste belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur en legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het VO en de werkgever en in het jaarverslag.
Intern toezicht. Het intern toezicht als bedoeld in de Pensioenwet wordt uitgeoefend door een Raad van Toezicht, die bestaat uit drie onafhankelijke deskundigen.
Intern toezicht. Het bestuur van het Pensioenfonds heeft gekozen voor intern toezicht door een visitatiecommissie. Deze commissie bestaat uit drie onafhankelijke leden. De leden worden benoemd door het bestuur na een bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan. De visitatiecommissie houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in het Pensioenfonds. De visitatiecommissie is ten minste belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur en legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het verantwoordingsorgaan en de werkgever en in het jaarverslag.
Intern toezicht. In het kader van de checks & balances heeft het VO een rol bij de benoeming en ontslag van de leden van de raad van toezicht of visitatiecommissie. Voor het borgen van de kwaliteit van de raad van toezicht is van belang dat de door het VO voorgedragen personen worden getoetst aan het door de raad van toezicht opgestelde profiel. Als het bestuur van mening is dat de voorgedragen persoon wezenlijk afwijkt van het profiel, zal betrokkene niet worden benoemd en zal het VO gevraagd worden met een nieuwe voordracht te komen. Een overzicht van de benoemings- en ontslagprocedure voor het bestuur, de raad van toezicht en visitatiecommissie is als bijlage 2 bij de Code opgenomen.
Intern toezicht. 52 Leden van het intern toezicht zijn betrokken bij het pensioenfonds, maar moeten zich zodanig onafhankelijk opstellen dat belangentegenstellingen worden voorkomen. Ze hebben daarbij het vermogen en de durf om zich kritisch op te stellen richting het bestuur.
53 De raad van toezicht bevordert geschiktheid, collegiaal toezicht en complementariteit (zie paragraaf 2.5) binnen de raad. Daarbij houdt de raad rekening met opleiding, achtergrond, persoonlijkheid, geslacht en leeftijd.
54 De raad van toezicht stelt voor iedere toezichthouder een specifieke profielschets op. Daarin staan de vereiste geschiktheid en het geschatte tijdsbeslag.
55 Het eigen functioneren is voor de raad van toezicht een continu aandachtspunt. De raad evalueert daartoe in elk geval jaarlijks zijn functioneren. Hierbij betrekt de raad één keer in de drie jaar een derde partij. Bij de evaluatie komt aan de orde of de raad voldoende geschikt en divers is en wordt bovendien gekeken naar gedrag en cultuur.
Intern toezicht. 1. Het intern toezicht wordt uitgevoerd door jaarlijkse visitatie door een visitatiecommissie, die bestaat uit tenminste drie natuurlijke personen. De leden van de visitatiecommissie zijn onafhankelijk en laten dit tot uiting komen in het toezicht.
2. Het bestuur stelt de profielschets vast, na advies van het verantwoordingsorgaan.
3. Een lid van de visitatiecommissie is maximaal 8 (acht) jaar betrokken bij het fonds.
4. Een lid van de visitatiecommissie wordt benoemd door het bestuur na een bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan en ontslagen door het bestuur nadat het betreffende lid en de visitatiecommissie zijn gehoord en het verantwoordingsorgaan een bindend advies heeft uitgebracht.
5. De leden van de visitatiecommissie dienen geschikt te zijn voor de uitoefening van het intern toezicht.
6. De visitatiecommissie heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken van het fonds. De visitatiecommissie is ten minste belast met het toezien op adequate risicobeheersing en met het toezien of evenwichtige belangenafweging door het bestuur is toegepast.
7. Het bestuur weegt de aanbevelingen van de visitatiecommissie zorgvuldig en motiveert afwijkingen.
8. De visitatiecommissie legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het verantwoordingsorgaan, de vennootschap en in het bestuursverslag.
9. Het fonds verstrekt desgevraagd aan de visitatiecommissie tijdig alle inlichtingen en gegevens, die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. De inlichtingen worden desgevraagd schriftelijk verstrekt.
Intern toezicht. Inrichting van het interne toezicht 12
Intern toezicht. Het bestuur benoemt een permanente raad van toezicht, bestaande uit drie onafhankelijke leden. Leden van de raad van toezicht hebben verder geen banden met de stichting, de in de statuten genoemde voordragende partijen of aangesloten ondernemingen.
Intern toezicht. 1. Het fonds draagt zorg voor de organisatie van een transparant intern toezicht. Daartoe stelt het bestuur een visitatiecommissie in.
2. De visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke deskundigen.
3. De visitatiecommissie heeft als taak een oordeel te geven over: – de beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks en balances binnen het fonds; – de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd; en – de wijze waarop door het bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn.
4. Het bestuur kan de visitatiecommissie ook andere taken opdragen betreffende intern toezicht.
5. Het bestuur stelt een reglement op aan de hand waarvan de visitatiecommissie haar werk uitvoert. Bij het opstellen van het reglement is het bestuur gebonden aan de betreffende bepalingen in de Principes voor goed pensioenfondsbestuur, zoals geformuleerd door de Stichting van de Arbeid op 16 december 2005.