HET INLENERSTARIEF BIJ UITZENDEN Voorbeeldclausules

HET INLENERSTARIEF BIJ UITZENDEN. De inlener is voor de terbeschikkingstelling van de arbeids- kracht het inlenerstarief aan de onderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt. Het inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de arbeidskracht verschuldigde loon volgens de NBBU-cao voor uitzendkrachten. Het loon en de vergoedingen van de arbeidskracht worden vooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan de beloning van de vergelijkbare werknemer, werk- zaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlener (de zogenoemde inlenersbeloning). De inlenersbeloning bestaat uit: uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal; de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting; alle toeslagen voor werken in onregelmatigheid en/of onder (fysiek) belastende omstandigheden samenhangend met c. de aard van het werk. Te denken valt aan (niet limitatief): overwerk, werken op avond-, weekend- en feestdaguren, verschoven uren, ploegendienst, lage en/of hoge temperaturen, gevaarlijke stoffen, vuil werk); initiële loonsverhoging (vanaf hetzelfde tijdstip als bij de inlener); onbelaste kostenvergoedingen; periodieken; vergoeding van reisuren en/ of reistijd verbonden aan het werk; eenmalige uitkeringen; thuiswerkvergoedingen. Indien de arbeidskracht niet-indeelbaar is in het functiege- bouw bij de inlener wordt de beloning van de arbeidskracht vastgesteld aan de hand van gesprekken die door de onderneming worden gevoerd met de arbeidskracht en inlener. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de benodigde capaciteiten die de invulling van de functie met zich meebrengt, de verantwoordelijkheden, ervaring en het opleidingsniveau. Tariefwijzigingen ten gevolge van een wijziging van de inlenersbeloning, cao-verplichtingen en wijzigingen in of ten gevolge van wet- en regelgeving zoals fiscale en sociale wet- en regelgeving, worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan de inlener doorberekend en zijn dienovereenkomstig door de inlener verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een inleenovereenkomst. Indien er sprake is van een terbeschikkingstelling voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 13.1 en partijen geen afspraak hebben gemaakt over de opzegtermijn, dan geldt een opzegtermijn van ten minste tien kalenderdagen, tenzij de arbeidskracht beschikt over een uitzendovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd, dan geldt een opzegter- mijn van é...
HET INLENERSTARIEF BIJ UITZENDEN. 21.1De inlener is voor de terbeschikkingstelling van de arbeidskracht het inlenerstarief aan de onderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt.
HET INLENERSTARIEF BIJ UITZENDEN. 21.1 De Inlener is voor de terbeschikkingstelling van de Werknemer het Inlenerstarief aan Xxxxxxxx verschul- digd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt. 21.2 Het Inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de Werknemer verschuldigde loon volgens de NBBU-cao voor uitzendkrachten. Het loon en de vergoedingen van de Werknemer worden vooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan de beloning van de vergelijkbare werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de Inlener (de zogenoemde Inlenersbeloning). 21.3 De Inlenersbeloning bestaat uit: a. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal; b. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting; c.alle toeslagen voor werken in onregelmatigheid en/of onder (fysiek) belastende omstandigheden samenhangend met de aard van het werk. Te denken valt aan (niet limitatief): overwerk, werken op avond-, weekend- en feestdaguren, verschoven uren, ploegendienst, lage en/of hoge temperaturen, gevaarlijke stoffen, vuil werk);
HET INLENERSTARIEF BIJ UITZENDEN. 21.1 De inlener is voor de terbeschikkingstelling van de arbeidskracht het inlenerstarief aan de onderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt. 21.2 Het inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de arbeidskracht verschuldigde loon volgens de NBBU-cao. Het loon en de vergoedingen van de arbeidskracht worden vooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan de beloning van de vergelijkbare werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlener (de zogenoemde inlenersbeloning). 21.3 De inlenersbeloning bestaat uit: a. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal; b. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting; c. toeslagen voor overwerk, voor werken in onregelmatigheid (waaronder feestdagen), verschoven uren, ploegendienst en werken onder fysiek belastende omstandigheden samenhangend met de aard van het werk (waaronder werken onder lage of hoge temperaturen, werken met gevaarlijke stoffen of vuil werk); d. initiële loonsverhoging; e. onbelaste kostenvergoedingen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk wegens de uitoefening van de functie; f. periodieken; g. vergoeding van reisuren of reistijd verbonden aan het werk. h. eenmalige uitkeringen i. thuiswerkvergoedingen j. vaste eindejaarsuitkeringen (hoogte, tijdstip en voorwaarden zoals bij de opdrachtgever bepaald) 21.4 Indien de arbeidskracht niet-indeelbaar is in het functiegebouw bij de inlener wordt de beloning van de arbeidskracht vastgesteld aan de hand van gesprekken die door de onderneming worden gevoerd met de arbeidskracht en inlener. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de benodigde capaciteiten die de invulling van de functie met zich meebrengt, de verantwoordelijkheden, ervaring en het opleidingsniveau. 21.5 Tariefwijzigingen ten gevolge van een wijziging van de inlenersbeloning, cao-verplichtingen en wijzigingen in of ten gevolge van wet- en regelgeving zoals fiscale en sociale wet- en regelgeving, worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan de inlener doorberekend en zijn dienovereenkomstig door de inlener verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een inleenovereenkomst. 21.6 Indien er sprake is van een terbeschikkingstelling voor onbepaalde tijd en partijen geen afspraak hebben gemaakt over de opzegtermijn, dan geldt een opzegtermijn van ten minste tien kalenderdagen, tenzij de arb...
HET INLENERSTARIEF BIJ UITZENDEN. 1. De inlener is voor de terbeschikkingstelling van de arbeidskracht het inlenerstarief aan de onderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt. 2. Het inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de arbeidskracht verschuldigde loon volgens de NBBU-cao. Het loon en de vergoedingen van de arbeidskracht worden vooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan de beloning van de vergelijkbare werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlener (de zogenoemde inlenersbeloning). 3. De inlenersbeloning bestaat uit: 1. Uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal; 2. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting; 3. toeslagen voor overwerk, voor werken in onregelmatigheid (waaronder feestdagen), verschoven uren, ploegendienst en werken onder fysiek belastende omstandigheden samenhangend met de aard van het werk (waaronder werken onder lage of hoge temperaturen, werken met gevaarlijke stoffen of vuil werk); 4. initiële loonsverhoging; 5. onbelaste kostenvergoedingen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk wegens de uitoefening van de functie; 6. periodieken; 7. vergoeding van reisuren of reistijd verbonden aan het werk.
HET INLENERSTARIEF BIJ UITZENDEN. 21.1 De inlener is voor de terbeschikkingstelling van de arbeidskracht het inlener- starief aan de onderneming verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt. » 21.2 Het inlenerstarief staat in directe verhouding tot het aan de arbeidskracht verschuldigde loon volgens de NBBU-cao. Het loon en de vergoedingen van de arbeidskracht worden vooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan de beloning van de vergelijkba- re werknemer, werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van de inlener (de zogenoemde inlenersbeloning). » 21.3 De inlenersbeloning bestaat uit: » a. uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal;

Related to HET INLENERSTARIEF BIJ UITZENDEN

  • Uitzendkrachten 1. Bij de inleen van arbeidskrachten van in Nederland en/of in het buitenland gevestigde uitzendbureaus of payroll-bedrijven, mag alleen gebruik worden gemaakt van NEN 4400/1 en/of 4400/2 gecertificeerde uitzendbureaus of payroll-bedrijven die ingeschreven zijn in het register van de Stichting Normering Arbeid (SNA). De werkgever is gehouden op schriftelijk verzoek van een werknemersorganisatie aan te geven van welk(e) uitzendbureau(s) of payroll-bedrij(f)ven gebruik wordt (worden) gemaakt. 2. De werkgever is gehouden in overeenkomsten met de in Nederland en/of het buitenland gevestigde uitzendbureaus of payroll-bedrijven te bedingen dat de aan de werkgever ter beschikking gestelde arbeidskrachten de basisarbeidsvoorwaarden worden toegekend gelijk aan die van de werknemers, werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de werkgever.

  • Onregelmatigheidstoeslag Verwijzend naar artikel 39 lid 1, waarin wordt verwezen naar de matrixen toeslagen onregelmatige uren bij de verbijzonderende delen, is voor werknemers vóór 1 juli 1994 in dienst bij een werkgever in de zin van deze cao die institutionele cateringactiviteiten verricht, de matrix toeslagen onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4a van toepassing. Op werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 2 deel B, in dienst vanaf 1 juli 1994, kan de matrix onregelmatige uren zoals opgenomen in bijlage B4b worden toegepast. Voor werknemers in de institutionele sector vanaf 1 juli 1999 in dienst, geldt in afwijking van bijlage B4b, van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 20.00 uur, een 0-tarief, een en ander zoals verwerkt in bijlage B4c.

  • Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd waarin hij salaris heeft ontvangen. 2. De vakantie-uitkering wordt vastgesteld via de matrix in bijlage A9 van deze cao, waarbij rekening wordt gehouden met het gestelde in: Berekeningswijze VU. 3. De vakantie-uitkering wordt in de maand mei uitbetaald over de periode van twaalf maanden die eindigt met de maand mei. 4. In afwijking van het derde lid vindt bij ontslag van de werknemer de uitbetaling plaats over het tijdvak, gelegen tussen het einde van de laatst verstreken periode waarover de vakantie-uitkering werd uitbetaald en de datum van ontslag. 5. Onverminderd het zesde lid bedraagt de vakantie-uitkering per kalendermaand 8% van het bedrag dat de werknemer in die maand aan salaris heeft ontvangen. 6. Voor de werknemer die in de van toepassing zijnde maand op grond van het eerste lid aanspraak heeft op een bedrag dat lager is dan het bedrag genoemd in bijlage A9, wordt de vakantie-uitkering vastgesteld op laatstbedoeld bedrag, met dien verstande dat dit bedrag naar evenredigheid wordt verminderd voor de werknemer die is aangesteld in een betrekking met een omvang van minder dan een normbetrekking.