Informatieverstrekking door het pensioenfonds Voorbeeldclausules

Informatieverstrekking door het pensioenfonds. Informatie over de pensioenregeling‌
Informatieverstrekking door het pensioenfonds. 1. Het pensioenfonds draagt er voor zorg dat de deelnemers in dienst van de werkgever worden geïnformeerd overeenkomstig de eisen in artikel 21 van de Pensioenwet. Deelnemers ontvangen van het pensioenfonds tijdig een Pensioen 1-2-3 en informatie over wijzigingen in de pensioenregeling van het pensioenfonds. 2. Het pensioenfonds kan op verzoek onder de volgende voorwaarden gegevens verstrekken aan sociale fondsen in de sectoren die onder de verplichtstelling van het pensioenfonds vallen: a. De gegevens worden uitsluitend verstrekt ten behoeve van arbeids- en arbeidsmarktgerelateerde activiteiten die op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst door sociale fondsen worden uitgevoerd. b. De door het pensioenfonds verstrekte gegevens mogen uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor het pensioenfonds de gegevens heeft verstrekt. c. De door het pensioenfonds ter beschikking gestelde gegevens mogen uitsluitend voor publicatie worden gebruikt als: • de publicatie niet op gespannen voet staat met het beleid, standpunten en publicaties van het pensioenfonds; • het pensioenfonds als bron wordt vermeld; en • het pensioenfonds minimaal een week voor de datum van publicatie van de inhoud van de publicatie op de hoogte wordt gesteld. Het pensioenfonds is niet verantwoordelijk voor de bewerking van de gegevens en de inhoud van de publicatie. d. Het pensioenfonds brengt de kosten die het voor de gegevensverstrekking maakt, in rekening bij het sociale fonds. 3. Het pensioenfonds kan een verzoek als genoemd in het tweede lid afwijzen.
Informatieverstrekking door het pensioenfonds. 1. Het pensioenfonds informeert de werkgever jaarlijks over de vaststelling van de premie als bedoeld in artikel 3, over de vaststelling en de argumentatie ten aanzien van de toeslagverlening als bedoeld in artikel 9 en over een voorgenomen besluit: a. tot het wijzigen van de in de toekomst op te bouwen en/of over verstreken deelnemersjaren opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen in de situatie dat de middelen van het pensioenfonds ontoereikend zijn; b. tot het wijzigen van het pensioenreglement en/of de statuten van het pensioenfonds, onder overlegging van het gewijzigde pensioenreglement en/of de gewijzigde statuten; c. in een situatie als bedoeld in artikel 20 van de statuten, waarin de statuten en/ of het pensioenreglement niet voorzien en die een verzwaring van de verplichting van de werkgever tegenover het pensioenfonds tot gevolg heeft; d. tot ontbinding van het pensioenfonds. 2. Het pensioenfonds verstrekt de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de overige aanspraakgerechtigden de informatie die bij of krachtens de Pensioenwet (op verzoek) verstrekt dient te worden.
Informatieverstrekking door het pensioenfonds. Het Fonds verstrekt de onderstaande informatie aan de deelnemers , gewezen deelnemers, partners bij scheiding en gepensioneerden • Periodieke te verstrekken informatie: 1. Voor de deelnemers jaarlijks: 1. aan de deelnemer wordt zowel een opgave van de hoogte van de opgebouwde en bereikbare pensioenaanspraken verstrekt, als een opgave van de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van de pensioenaanspraken overeenkomstig de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen 2. tevens wordt aan de deelnemer een opgave verstrekt van de verleende toeslagverlening over het afgelopen jaar. 2. Voor de gewezen deelnemers eens in de vijf jaar: 1. een opgave van de opgebouwde aanspraken; 2. informatie over de toeslagverlening. 3. Voor de gewezen partner bij scheiding eens in de vijf jaar: 1. een opgave van de opgebouwde aanspraken; 2. informatie over de toeslagverlening 4. Voor de gepensioneerden jaarlijks: 1. een opgave van het pensioenrecht; 2. een opgave van de opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen wanneer de regeling daarin voorziet; 3. informatie over de toeslagverlening. • Incidenteel te verstrekken informatie: 5. Bij beëindiging van de deelneming ontvangt de deelnemer de volgende informatie: 1. een opgave van de opgebouwde pensioenaanspraken; 2. informatie over de toeslagverlening; 3. informatie die voor de deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging relevant is; 4. eventuele informatie over de omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van de pensioenuitvoerder. 6. Bij echtscheiding ontvangt de gerechtigde op bijzonder partnerpensioen de volgende informatie: 1. een opgave van de opgebouwde pensioenaanspraak op partnerpensioen 2. informatie over de toeslagverlening; 3. informatie die voor de gewezen partner specifiek van belang is. 7. Bij pensioeningang ontvangt de pensioengerechtigde in spe de volgende informatie: 1. een opgave van zijn pensioenrecht; 2. een opgave van de opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen wanneer de regeling daarin voorziet; 3. informatie over de toeslagverlening.
Informatieverstrekking door het pensioenfonds. Het pensioenfonds draagt er voor zorg dat de deelnemers in dienst van de werkgever worden geïnformeerd overeenkomstig de eisen in de Pensioenwet. Deelnemers ontvangen van het pensioenfonds tijdig Pensioen 1-2-3 en informatie over wijzigingen in de pensioenregeling van het pensioenfonds.
Informatieverstrekking door het pensioenfonds 

Related to Informatieverstrekking door het pensioenfonds

  • Informatieverstrekking door de klant De klant stelt alle informatie, gegevens en bescheiden die relevant zijn voor de correcte uitvoering van de overeenkomst tijdig en in gewenste vorm en op gewenste wijze beschikbaar aan TNW Interieur.

  • Informatieverstrekking door opdrachtgever 1. Opdrachtgever stelt alle informatie die voor de uitvoering van de opdracht relevant is beschikbaar voor dienstverlener. 2. Opdrachtgever is verplicht alle gegevens en bescheiden, die dienstverlener meent nodig te hebben voor het correct uitvoeren van de opdracht, tijdig en in de gewenste vorm en op de gewenste wijze ter beschikking te stellen. 3. Opdrachtgever staat in voor de juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van de aan dienstverlener ter beschikking gestelde gegevens en bescheiden, ook indien deze van derden afkomstig zijn, voor zover uit de aard van de opdracht niet anders voortvloeit. 4. Opdrachtgever vrijwaart dienstverlener voor elke schade in welke vorm dan ook die voortvloeit uit het niet voldoen aan het in het eerste lid van dit artikel gestelde. 5. Indien en voor zover opdrachtgever dit verzoekt, retourneert dienstverlener de betreffende bescheiden. 6. Stelt opdrachtgever niet, niet tijdig of niet behoorlijk de door dienstverlener verlangde gegevens en bescheiden beschikbaar en loopt de uitvoering van de opdracht hierdoor vertraging op, dan komen de daaruit voortvloeiende extra kosten en extra honoraria voor rekening van opdrachtgever.

  • Informatieverstrekking Xxxxx informatie krijgt u?

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • informatie bij aanvang dienstverlening 1. Deze kantoorklachtenregeling is openbaar gemaakt. De advocaat wijst de cliënt voor het aangaan van de overeenkomst van opdracht erop dat het kantoor een kantoorklachtenregeling hanteert en dat deze van toepassing is op de dienstverlening. 2. De advocaat heeft in de overeenkomst van opdracht opgenomen bij welke onafhankelijke partij of instantie een klacht die na behandeling niet is opgelost kan worden voorgelegd ter verkrijging van een bindende uitspraak en heeft dit bij de opdrachtbevestiging kenbaar gemaakt. 3. Klachten als bedoeld in artikel 1 van deze kantoorklachtenregeling die na behandeling niet zijn opgelost worden voorgelegd aan de rechtbank.

  • Informatie door de reiziger 3.1 De persoon die de pakketreisovereenkomst afsluit, moet aan de organisator en de doorverkoper alle nuttige inlichtingen verstrekken omtrent hemzelf en zijn medereizigers die van belang kunnen zijn voor het sluiten of de uitvoering van de overeenkomst. 3.2 Wanneer de reiziger verkeerde inlichtingen verstrekt en dit tot extra kosten leidt voor de organisator en/of doorverkoper, mogen die kosten in rekening worden gebracht.

  • Informatieverplichting De werkgever kan achteraf van de werknemer verlangen dat hij aannemelijk maakt dat hij zijn arbeid niet heeft verricht in verband met de noodzakelijke verzorging van een persoon als bedoeld in artikel 5:1.

  • Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is gebaseerd op een geïndexeerd middelloonsysteem. De opbouw per jaar bedraagt 1,75% van de pensioengrondslag van het betreffende jaar. Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.

  • Informatie verstrekking 1. Indien een Ouder interesse heeft in de mogelijke plaatsing van zijn kind in een Kindercentrum, verstrekt de Ondernemer de Ouder een informatiepakket, waarin de Ondernemer een omschrijving van de dienstverlening in het Kindercentrum verstrekt, die voldoende gedetailleerd is om de Ouder bij zijn oriëntatie op de markt in staat te stellen een nadere keus te maken tussen verschillende Kindercentra. 2. Het informatiepakket wordt Schriftelijk verstrekt en bevat ten minste de elementen genoemd in bijlage 1 bij deze Algemene Voorwaarden, dan wel een verwijzing naar de plaats waar de stukken ter inzage liggen. 3. Na kennisname van het informatiepakket heeft de Ouder de mogelijkheid zich aan te melden bij de Ondernemer als geïnteresseerde voor Kinderopvang.

  • Informatieplicht- en onderzoeksplicht Afgezien van het hiervoor bepaalde staat Verkoper er voor in aan Koper met betrekking tot het Verkochte die informatie te hebben gegeven die naar geldende verkeersopvattingen door hem ter kennis van Koper behoort te worden gebracht. Xxxxx aanvaardt uitdrukkelijk dat de resultaten van het onderzoek naar die feiten en omstandigheden die naar geldende verkeersopvattingen tot zijn onderzoeksgebied behoren, voor zijn risico komen (voor zover deze aan Verkoper thans niet bekend zijn).