Kostenveroordeling Voorbeeldclausules

Kostenveroordeling. De in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld om aan de wederpartij te voldoen de in artikel 10 bedoelde arbitragekosten. Voorts kan zij worden veroordeeld om aan de wederpartij te voldoen de kosten van deskundigen en getuigen en de door de Commissie begrote kosten van juridische bijstand van de wederpartij. Indien partijen ieder voor een deel in het ongelijk zijn gesteld, kan de Commissie de hiervoor bedoelde kosten verdelen.
Kostenveroordeling. 37.1 De arbiter zal de in het ongelijk gestelde partij veroordelen om aan de in het gelijk gestelde partij de kosten die deze heeft gemaakt voor de arbitrage te betalen, voor zover de arbiter dit redelijk acht. Indien beide partijen voor een deel in het gelijk zijn gesteld kan de arbiter een gedeeltelijke kostenveroordeling uitspreken, in de mate waarin hij dat gezien de uitkomst redelijk acht. 37.2 Tot de kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt voor de arbitrage worden in beginsel gerekend de kosten van de arbitrage als bedoeld in Artikel 36, de kosten van juridisch advies en procesvertegenwoordiging, de kosten van andere adviseurs en de andere door die partij voor de arbitrage gedane uitgaven en gemaakte kosten, een en ander voor zover naar het oordeel van de arbiter in de betreffende situatie te beschouwen als kosten die in redelijkheid voor de arbitrage zijn gemaakt. Eventuele andere kosten komen voor vergoeding in aanmerking indien deze gevorderd zijn en die vordering door de arbiter wordt toegewezen.
Kostenveroordeling. 1. Bij de overwegingen van Cliënt om Codex Advocatenkantoor een opdracht te geven een procedure aanhangig te maken, dient altijd mede overwogen te worden de mogelijkheid dat bij een voor Cliënt ongunstige of afwijzende beslissing door de rechtsprekende instantie een kostenveroordeling kan worden uitgesproken ten laste van Cliënt. Cliënt wordt daarom uitgenodigd om altijd – voordat opdracht tot het aanhangig maken van een procedure wordt gegeven – dit aspect met Codex Advocatenkantoor te bespreken. Ook indien Cliënt in het gelijk wordt gesteld door de rechtsprekende instantie en ten laste van wederpartij een kostenveroordeling is uitgesproken, dient Cliënt zich te realiseren dat die kostenveroordeling niet kostendekkend is (gerechtelijke instanties hanteren hierbij het zogeheten liquidatietarief). Per saldo zal Cliënt derhalve kosten hebben; verhaal van die totale kosten op de wederpartij is eigenlijk altijd – uitzonderingen daargelaten – uitgesloten.
Kostenveroordeling. 1. De (grotendeels) in het ongelijk gestelde Partij wordt veroordeeld om aan de we- derpartij te voldoen de in artikel 12 bedoelde Arbitragevergoeding. Voorts kan zij worden veroordeeld om aan de wederpartij te voldoen de kosten van deskundigen en getuigen, de door de Arbitragecommissie begrote kosten van juridische bij- stand van de wederpartij alsmede overige op het geding vallende buitengerechte- lijke en gerechtelijke kosten conform vigerende wet- en regelgeving. 2. Indien Partijen ieder voor een vergelijkbaar deel in het ongelijk zijn gesteld, kan de Arbitragecommissie de onder lid 1 bedoelde kosten verdelen.
Kostenveroordeling. De in het ongelijk gestelde partij kan worden veroordeeld tot betaling van de arbitragekosten. Indien meerdere partijen gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, kunnen zij elk voor een door arbiters in redelijkheid te bepalen deel in die kosten worden veroordeeld.
Kostenveroordeling. 1. De Geschillencommissie Hoofdklasse stelt met inachtneming van artikel 64 van dit reglement de kosten van de geschillenbeslechting vast en maakt daarbij onderscheid tussen de kosten voor de KNHB aan de geschillenbeslechting verbonden en de overige kosten, zogenoemd in lid 1 onder b, c en d van genoemd artikel. 2. De Geschillencommissie Hoofdklasse veroordeelt de partij die in het ongelijk is gesteld tot betaling van de kosten van de geschillenbeslechting. Indien elk der partijen gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, kan de Geschillencommissie Hoofdklasse elk der partijen veroordelen tot betaling van een door de Geschillencommissie Hoofdklasse te bepalen gedeelte van de kosten. De Geschillencommissie Hoofdklasse kan ook op grond van bijzondere omstandigheden elk der partijen veroordelen tot betaling van een gedeelte van de kosten. 3. Indien de partij die wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de geschillenbeslechting een waarborgsom genoemd in artikel 65 lid 1 van dit reglement heeft betaald, wordt zij slechts veroordeeld tot betaling van die kosten die niet uit de waarborgsom worden betaald. Xxxxxxx uit een waarborgsom kosten worden betaald, tot betaling waarvan de andere partij is veroordeeld, wordt deze partij veroordeeld om aan de partij die de waarborgsom heeft betaald, deze kosten te vergoeden. 4. Het bepaalde in dit artikel is van toepassing ongeacht of de partij, die in het gelijk is gesteld, heeft gevorderd dat de wederpartij in de kosten zal worden veroordeeld.
Kostenveroordeling. 1. De Arbitragecommissie stelt met inachtneming van artikel 75 van dit reglement de kosten van de arbitrage vast en maakt daarbij onderscheid tussen de kosten voor het NHV aan de arbitrage verbonden en de overige kosten, zogenoemd in het eerste lid, onder b, c en d, van genoemd artikel. 2. De Arbitragecommissie veroordeelt de partij die in het ongelijk is gesteld tot betaling van de kosten van de arbitrage. Indien elk der partijen gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, kan de Arbitragecommissie elk der partijen veroordelen tot betaling van een door de Arbitragecommissie te bepalen gedeelte van de kosten. De Arbitragecommissie kan ook op grond van bijzondere omstandigheden elk der partijen veroordelen tot betaling van een gedeelte van de kosten. 3. Indien de partij die wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de arbitrage een waarborgsom genoemd in artikel 76, eerste lid, van dit reglement heeft betaald, wordt zij slechts veroordeeld tot betaling van die kosten die niet uit de waarborgsom worden betaald. Xxxxxxx uit een waarborgsom kosten worden betaald, tot betaling waarvan de andere partij is veroordeeld, wordt deze partij veroordeeld om aan de partij die de waarborgsom heeft betaald, deze kosten te vergoeden. 4. Het bepaalde in dit artikel is van toepassing ongeacht of de partij, die in het gelijk is gesteld, heeft gevorderd dat de wederpartij in de kosten zal worden veroordeeld.
Kostenveroordeling. Meta Platforms Ireland Ltd., Meta Platforms Inc. en Facebook Nether- lands B.V. hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van redelijke en even- redige proceskosten en overige kosten van deze procedure aan de Stich- ting, bestaande uit: (a) de volledige proceskosten van de Stichting op grond van art. 1018l lid 2 Rv, althans de daadwerkelijk gemaakte proceskosten op grond van art. 237 Rv, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van eindvonnis wijzen, tot aan de dag van algehele voldoening; (b) de volledig door de Stichting gemaakte en te maken (buitengerechte- lijke) kosten op grond van art. 6:96 BW, te vermeerderen met de wette- lijke rente vanaf de datum van eindvonnis wijzen, tot aan de dag van ge- hele voldoening; (c) de volledig door de Stichting aan de procesfinancier te betalen over- eengekomen vergoeding, op grond van art. 6:96 BW en art. 1018l lid 2 Rv; en (d) de volledige kosten voor de schadeafwikkeling, een en ander zoals na- der te begroten.
Kostenveroordeling. De in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld om aan de wederpartij te voldoen de in artikel 26 bedoelde arbitragekosten.
Kostenveroordeling. De Staat heeft het hof verzocht mr. Kool en de cassatieadvocaat te veroordelen in de proceskos- ten. Het hof ziet aanleiding dat verzoek deels toe te wijzen gelet op de grotendeels gelijkluidende verweerschriften en gelijktijdige behandeling van de zaken op de mondelinge behandeling. In de zaak 200.293.759 (de cassatieadvocaat tegen de Staat) stelt het hof de kosten van de procedure in hoger beroep aan de zijde van de Staat vast op 1/3 van het salaris advocaat € 2.228,- overeenkomstig het liquidatietarief (2 punten x € 1.114,- (ta- rief II)), zijnde € 743,-. In de zaak 200.295.201 (mr. Kool tegen de Staat) stelt het hof de kosten van de procedure in hoger beroep aan de zijde van de Staat vast op 1/3 van het salaris advocaat € 2.228,- overeenkomstig het liquidatietarief (2 punten x € 1.114,- (tarief II)), zijnde € 743,-.