Mededingingsbeleid Voorbeeldclausules

Mededingingsbeleid. De partijen bevorderen de economische concurrentie door middel van hun mededingingswet- en regelgeving. De partijen komen overeen informatie uit te wisselen over het mededingingsbeleid en aanverwante kwesties en de samenwerking tussen hun mededingingsautoriteiten te intensiveren.
Mededingingsbeleid. 1. De partijen bevorderen eerlijke concurrentie bij economische activiteiten door volledige handhaving van hun wet- en regelgeving betreffende mededinging. 2. Bij het streven naar het in lid 1 van dit artikel genoemde doel en in overeenstemming met de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Korea betreffende samenwerking ter bestrijding van concurrentieverstorende activiteiten werken de partijen samen: a) door de noodzaak van de mededingingswetgeving en de mededingingsautoriteiten te erkennen en te streven naar proactieve toepassing van de wet om een eerlijk mededingingsklimaat te scheppen; b) door informatie te delen en de samenwerking tussen de mededingingsautoriteiten te bevorderen.
Mededingingsbeleid. 1. De partijen stimuleren de doeltreffende vaststelling en toepassing van mededingingsregels en de ver- spreiding van informatie om de transparantie en juridische zekerheid voor ondernemingen die actief zijn op elkaars markt te bevorderen, overeenkomstig hun respectieve wetten en voorschriften. 2. Beide partijen streven ernaar op onderling overeengekomen gebieden samen te werken om het weder- zijds begrip van elkaars mededingingswetgeving en -beleid te vergroten.
Mededingingsbeleid. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, derde deel, titel VII, hoofdstuk 1, Regels betreffende de mede­ dinging 1. Bij de toetreding worden de volgende steunregelingen en individuele steun die in Kroatië vóór de toetredingsdatum ten uitvoer zijn gebracht en na die datum nog steeds van toepassing zijn, als bestaande steun in de zin van artikel 108, lid 1, VWEU aangemerkt: a) vóór 1 maart 2002 ten uitvoer gebrachte steunmaatregelen; b) in het aanhangsel bij deze bijlage opgenomen steunmaatregelen; c) steunmaatregelen die vóór de toetredingsdatum door de Kroatische mededingingsautoriteit zijn beoordeeld en verenigbaar met het acquis van de Unie zijn bevonden, waartegen de Commissie geen bezwaar heeft aangetekend vanwege ernstige twijfel aan de verenigbaarheid van de maatregel met de interne markt overeenkomstig de procedure van punt 2. Alle na de datum van toetreding nog toepasselijke maatregelen die overheidssteun vormen en niet aan de hierboven genoemde voorwaarden voldoen, worden voor de toepassing van artikel 108, lid 3, VWEU bij de toetreding als nieuwe steun aangemerkt. Het voorgaande is niet van toepassing op steun voor activiteiten die verband houden met de productie, de behandeling of het op de markt brengen van de in bijlage I bij het VEU en het VWEU opgenomen producten. 2. Indien Kroatië wenst dat de Commissie een steunmaatregel onderzoekt volgens de procedure van punt 1, onder c), verstrekt hij de Commissie regelmatig: a) een lijst van bestaande steunmaatregelen die door de Kroatische mededingingsautoriteit zijn beoordeeld en door die autoriteit verenigbaar met het acquis van de Unie zijn bevonden, en b) alle overige informatie die essentieel is om te beoordelen of de te onderzoeken steunmaatregel verenigbaar is, overeenkomstig de door de Commissie voor gegevensverstrekking voorgeschreven concrete vorm. Indien de Commissie binnen de drie maanden na ontvangst van de volledige informatie over de bestaande steunmaat­ regel, of na ontvangst van de verklaring van Kroatië waarin het de Commissie meedeelt dat het de verstrekte gegevens als volledig beschouwt omdat de gevraagde extra informatie niet beschikbaar is of reeds is verstrekt, geen bezwaar aantekent tegen die maatregel vanwege ernstige twijfel aan de verenigbaarheid van de maatregel met de interne markt, wordt zij geacht geen bezwaar te hebben aangetekend. Op alle volgens de in punt 1, onder c), vóór de datum van toetreding aan de Commissie voorgelegde steunmaatregelen is de bovenge...
Mededingingsbeleid. (Artikelen 11.1 tot en met 11.9)
Mededingingsbeleid. 1. De partijen houden mededingingsregels en -autoriteiten in stand. De partijen passen deze regels op doeltreffende, niet-discriminerende en transparante wijze toe teneinde de rechtszekerheid op hun grondgebied te garanderen. 2. Daartoe kunnen de partijen activiteiten ontwikkelen voor capaci- teitsopbouw en andere samenwerkingsactiviteiten voor de ontwikkeling en uitvoering van de wet- en regelgeving inzake mededinging, afhan- kelijk van de financiële middelen die daarvoor beschikbaar zijn in het kader van de samenwerkingsactiviteiten en -programma's van de partij- en.
Mededingingsbeleid. 1. Bij de toetreding worden de volgende steunregelingen en individuele steun die in een nieuwe lidstaat vóór de toe­ tredingsdatum ten uitvoer zijn gebracht en na die datum nog steeds van toepassing zijn, als bestaande steun in de zin van artikel 88, lid 1, van het EG-Verdrag aangemerkt: a) vóór 10 december 1994 ten uitvoer gebrachte steun­ maatregelen; b) in het aanhangsel bij deze bijlage opgenomen steun­ maatregelen; c) steunmaatregelen die vóór de toetredingsdatum zijn beoordeeld door de toezichthoudende autoriteit inzake overheidssteun van de nieuwe lidstaat en verenigbaar met het acquis zijn bevonden, waartegen de Commissie geen bezwaar heeft aangetekend vanwege ernstige twij­ fel aan de verenigbaarheid van de maatregel met de gemeenschappelijke markt overeenkomstig de pro­ cedure van punt 2. Alle na de datum van toetreding nog toepasselijke maat­ regelen die overheidssteun vormen en niet aan de hier­ boven genoemde voorwaarden voldoen, worden voor de toepassing van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag bij de toetreding als nieuwe steun aangemerkt. de vier cumulatieve criteria uit de definitie van staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag: de (36) PB 2002 C 119/22. Het voorgaande is niet van toepassing op steun voor de vervoersector of op activiteiten die verband houden met de productie, de behandeling of het op de markt brengen van de in bijlage I bij het EG-Verdrag opgenomen pro­ ducten, met uitzondering van visserijproducten en produc­ ten op basis daarvan. Het voorgaande laat voorts de in deze akte opgenomen overgangsmaatregelen betreffende het mededingingsbeleid onverlet.”.
Mededingingsbeleid. 1. De partijen erkennen het belang van een vrije en onvervalste mededinging voor hun handelsbetrekkingen. De partijen erkennen dat mededingingverstorende zakelijke activiteiten de goede werking van markten kun- nen verstoren en de voordelen van de liberalisering van het handelsverkeer kunnen ondergraven. 2. De partijen nemen passende maatregelen om mededingingverstorend zakelijk gedrag te verbieden, waar- bij zij erkennen dat dergelijke maatregelen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeen- komst zullen bijdragen. 3. De partijen werken samen bij aangelegenheden met betrekking tot het verbod van mededingingversto- rende zakelijke activiteiten in de vrijhandelszone in overeenstemming met de Overeenkomst tussen de Euro- pese Gemeenschappen en de regering van Canada betreffende de toepassing van hun mededingingsrecht, gedaan te Bonn op 17 juni 1999.

Related to Mededingingsbeleid

  • Beleggingsbeleid Het Fonds tracht zijn beleggingsdoel te verwezenlijken door hoofdzakelijk te beleggen in Aandelen en aan Aandelen gerelateerde effecten (inclusief warrants en converteerbare effecten) van bedrijven van eender welke marktkapitalisatie die zijn gevestigd of hun voornaamste bedrijfsactiviteiten uitvoeren in Europese landen. Het Fonds zal in het bijzonder proberen om inkomsten te realiseren via belegging in Aandelen die volgens de Beleggingsbeheerder een aantrekkelijk aandelenrendement (dividend yield) bieden bij aankoop en in de toekomst een aantrekkelijk aandelenrendement kunnen hebben. Blootstelling aan effectenleentransacties Het verwachte niveau van de mogelijke blootstelling aan effectenleentrans- acties is 5% van het nettovermogen van het Fonds, met een maximum van 50%. Profiel van Xxxxxxxxx Rekening houdend met de boven- staande beleggingsdoelen kan het Fonds Beleggers aantrek- ken die: Risico-overwegingen Voornaamste risico’s voor de Globale blootstelling De Globale blootstelling van het Fonds Beleggingsbeheerder(s) Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Investment

  • Terbeschikkingstelling 3.5.1.1 Indien in het kader van het Riskmanagement door Opdrachtnemer Personeel aan Opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld voor de duur van een project, is Opdrachtgever gehouden om, zodra hem bekend is op welke datum het project eindigt, Opdrachtnemer onmiddellijk, doch in ieder geval een maand voor het einde van het project, daarvan schriftelijk op de hoogte te stellen. 3.5.1.2 Opdrachtgever staat er voor in dat de arbeidsduur en werktijden van het aan Opdrachtgever ter beschikking gestelde Personeel voldoen aan VPB-CAO en aan de wettelijke voorschriften. Aanvang en duur van de vakantie wordt vastgesteld in onderling overleg tussen Opdrachtgever, Opdrachtnemer en het ter beschikking gestelde Personeel. 3.5.1.3 Opdrachtgever is de vergoeding voor het ter beschikking stellen van Personeel verschuldigd over de volledig overeengekomen arbeidsomvang, vermeerderd met een vergoeding voor eventueel meer gewerkte uren en door het Personeel gemaakte onkosten, tenzij het Personeel niet werkzaam is geweest wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid, verlof of een andere reden die in de risicosfeer ligt van Opdrachtnemer. Indien buiten de gebruikelijke werktijden werkzaamheden worden verricht gelden de met Opdrachtgever overeengekomen toeslagen. 3.5.1.4 Opdrachtnemer factureert aan de hand van de door Opdrachtgever voor akkoord getekende urenverantwoording van het Personeel. Opdrachtgever is verantwoordelijk voor de juiste invulling van gewerkte uren en overuren en van door het Personeel gemaakte onkosten. 3.5.1.5 Indien Opdrachtgever weigert de urenverantwoording voor akkoord te tekenen heeft Opdrachtnemer het recht het aantal door het Personeel gewerkte uren zelf vast te stellen overeenkomstig de opgave van de werknemer dan wel, bij gebreke van een dergelijke opgave, vast te stellen op de overeengekomen arbeidsomvang.

  • JAARREKENING BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA OPRICHTINGSKOSTEN VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa

  • Borgstelling Wanneer ter zake van een schade door een overheid een borgsom wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of de invrijheidstelling van verzekerden te verkrijgen, zal verzekeraar deze borgsom verstrekken tot ten hoogste € 50.000 voor alle verzekerden samen, op voorwaarde dat de betrokken verzekerden jegens verzekeraar aanspraak op vergoeding van de schade hebben. Uitsluitend verzekeraar is gerechtigd over de verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven. Verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.

  • Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.

  • Toepassingsbereik 2.1 Deze kantoorklachtenregeling is van toepassing op iedere overeenkomst van opdracht tussen Xxxxxxx Advocaten en de cliënt. 2.2 Iedere advocaat van Xxxxxxx Advocaten draagt zorg voor klachtafhandeling conform de kantoorklachtenregeling.

  • Wijzigingsbeding NL Actief is gerechtigd de algemene leveringsvoorwaarden, in overleg met de Consumentenbond, te wijzigen of aan te vullen. Bij wijzigingen wordt de Consument op voorhand te kennen gegeven waar deze op ziet en wordt hij in de gelegenheid gesteld de Overeenkomst te ontbinden conform artikel 6:237 onder c BW. De Ondernemer informeert de Consument minimaal twee maanden van tevoren over de gewijzigde voorwaarden en de ingangsdatum daarvan. Als de Consument de overeenkomst wil opzeggen naar aanleiding van de wijziging, dan moet hij dit minimaal een maand voor de ingangsdatum doen. De opzegging gaat een maand na ontvangst van de opzegging door de Ondernemer in.

  • Kwaadwillige besmetting Het - buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Werkloosheid 1 Bij gehele of gedeeltelijke werkloosheid kan de (gewezen) werknemer aanspraak maken op een uitkering ingevolge de WW alsmede aanspraak maken op een bovenwettelijke uitkering ingevolge de BWRHBO indien hij voldoet aan de bepalingen van deze regelingen. 2 In afwijking van lid 1 kan bij gehele of gedeeltelijke werkloosheid ontstaan voor 1 januari 2001 de (gewezen) werknemer als bedoeld in artikel T-1, aanspraak hebben op een uitkering ingevolge de BWRHBO, indien hij voldoet aan de bepalingen van de BWRHBO. 3 Ter voorkoming en beperking van werkloosheid heeft de werknemer recht op een persoonsgebonden re-integratietraject indien hij voldoet aan de in deze cao vastgestelde voorwaarden. Deze voorwaarden en de uitwerking van het persoonsgebonden re-integratietraject zijn opgenomen in bijlage XI van deze cao.