Meerwerkregeling Voorbeeldclausules

Meerwerkregeling. Meerwerkuren tot 40 uur per week worden vergoed op basis van 100%. Na 40 uur geldt de beloningssystematiek conform een fulltime dienstverband, als in art. 3.2.2A. Parttimers nemen hun meerwerkuren gedurende het jaar op in de vorm van tijd voor tijd/dagsaldo. Eventueel aan het eind van het jaar resterende uren worden uitbetaald. Voor vergoeding van deze meerwerkuren geldt - naast de extra opbouw van vakantie uren - een toeslag van 11%, bestaande uit 8% vakantietoeslag en 3% eindejaarsuitkering. (voor rekenvoorbeeld: zie Berekeningsregister in bijlage III).
Meerwerkregeling. Het MO is sinds zijn verzelfstandiging in augustus 2013 een orkest dat op basis van de verhouding tussen kosten, inkomsten en toegekende subsidie slechts deeltijd arbeidsovereenkomsten kan aangaan met zijn orkestleden. Zowel werkgever als werknemers hebben echter de nadrukkelijke wens om, naast de speelverplichting zoals die voortvloeit uit de op grond van de beperkte subsidie afgesloten arbeidsovereenkomsten in deeltijd, meerwerk te kunnen genereren. Uitgangspunt voor meerwerk is dat het aannemen van meerwerk voor orkestleden altijd vrijwillig is, meerwerk is uitzondering en specifiek geoormerkt. Meerwerk is daarmee een vrijwillige en incidentele overschrijding van de overeengekomen arbeidstijd in overleg tussen werkgever en werknemer. De inhoud van het meerwerk kan divers zijn, zoals voorstellingen voor een live publiek, producties van audio(-visuele) opnames en/of nader te ontwikkelen activiteiten. Bij werknemers uit Personeelsgroep A zal meerwerk worden uitbetaald conform het voor het orkestlid geldende samengesteld salaris (zie artikel 1 cao) op basis van diens arbeidsovereenkomst. Over de pensioengevende delen van het samengesteld salaris voor het meerwerk wordt pensioen opgebouwd. Zie ook artikel 50 lid a cao. Meerwerk kan hele en halve dagen maar ook een uur in beslag nemen. Een dergelijk uur kan gepland worden in aansluiting op een reguliere repetitie, maar kan ook binnen het tijdsbestek van een reguliere repetitie gerealiseerd worden. Voor meerwerk gelden voorts onverkort alle binnen en buiten de CAO bepaalde arbeidsvoorwaarden als vervoer, lengte werkdag (conform artikel 31 CAO) etc. In afwijking van het gebruikelijke loontijdvak van 1 maand, wordt conform artikel 7.623 BW, het volledige verschuldigde loon (zijnde de som van het uit hoofde van de vaste arbeidsovereenkomst verschuldigde, vermeerderd met het krachtens het verrichte meerwerk verschuldigde) aan het eind van het kwartaal uitbetaald, waarin dit meerwerk is ingegaan. Een eventueel batig saldo van meerwerk wordt door de directie na raadpleging en overleg met Raad van Toezicht en OR bestemd. De OR heeft instemmingsrecht inzake bestemming van het batig saldo. Met de vakorganisaties wordt na evaluatie een regeling batig saldo meerwerk overeengekomen. Orkestassistent E C Floormanager G C Directieassistent H B Medewerker marketing H B Medewerker productie en planning H B Productieassistent H B Senior marketeer I B Bibliothecaris J B Geluidstechnicus J C Administrateur K B Juridisch- en belei...
Meerwerkregeling. Meerwerkuren tot 40 uur per week worden vergoed op basis van 100%. Na 40 uur geldt de beloningssystematiek conform een fulltime dienstverband, als in art. 3.2.2A. Parttimers, waarvan de aanwezigheid op de werkplek een randvoorwaarde is om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren, nemen hun meerwerkuren gedurende het jaar op in de vorm van tijd voor tijd/dagsaldo. Eventueel aan het einde van het jaar resterende uren worden uitbetaald. Voor vergoeding van deze meerwerkuren geldt - naast de extra opbouw van vakantie uren - een toeslag van 11%, bestaande uit 8% vakantietoeslag en 3% eindejaarsuitkering. (voor rekenvoorbeeld: zie Berekeningsregister in bijlage III). Medewerkers waarvan de aanwezigheid op de werkplek géén randvoorwaarde is om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren en die op structurele basis hybride werken, krijgen een open tijdsregistratie rooster toegekend. Een open rooster registreert: - de tijd waarop de medewerker binnenkomt en vertrekt. Deze aanwezigheidsregistratie is enkel bedoeld voor BHV doeleinden. - wanneer de medewerker op kantoor aanwezig is of vanuit huis werkt. De meerwerkregeling zoals voornoemd is niet van toepassing op parttimers binnen deze doelgroep. De plus- en minuren worden bij een open rooster niet geregistreerd. Medewerkers kunnen binnen redelijkheid en billijkheid en in afstemming met de leidinggevende zelf handelen als het gaat om het bewaken van hun werkbare contracturen én de kwantiteit en kwaliteit van hun output.
Meerwerkregeling. De werknemer bedoeld in lid a. ontvangt, indien het daadwerkelijk gespeelde aantal werkzaamheden de hieronder aangegeven maxima overschrijdt, voor iedere werkzaamheid het voor hem geldende remplaçantentarief voor 2 repetities plus 1 voorstelling gedeeld door drie (het zgn. middentarief). Het maximum aantal daadwerkelijk gespeelde werkzaamheden is: a. Plv. 1e concertmeester, 1e blazer, 1e harpist, 1e paukenist, 1e slagwerker, tubaïst: 220 b. Aanvoerders van het strijkorkest, 2e concertmeester, plv. 1e blazers, plv. 1e paukenist: 240 c. Plv. aanvoerders van het strijkorkest, plv. 2e concertmeester, overige blazers en slagwerkers: 260
Meerwerkregeling. Het MO is sinds zijn verzelfstandiging in augustus 2013 een orkest dat op basis van de verhouding tussen kosten, inkomsten en toegekende subsidie slechts deeltijd arbeidsovereenkomsten kan aangaan met zijn orkestleden. Zowel werkgever als werknemers hebben echter de nadrukkelijke wens om, naast de speelverplichting zoals die voortvloeit uit de op grond van de beperkte subsidie afgesloten arbeidsovereenkomsten in deeltijd, meerwerk te kunnen genereren. Uitgangspunt voor meerwerk is dat het aannemen van meerwerk voor orkestleden altijd vrijwillig is, meerwerk is uitzondering en specifiek geoormerkt. Meerwerk is daarmee een vrijwillige en incidentele overschrijding van de overeengekomen arbeidstijd in overleg tussen werkgever en werknemer. De inhoud van het meerwerk kan divers zijn, zoals voorstellingen voor een live publiek, producties van audio(-visuele) opnames en/of nader te ontwikkelen activiteiten. De meerwerkregeling is met de vakorganisaties overeengekomen, waarbij is afgesproken dat voor orkestleden een afwijkend meerwerktarief zal gelden voor meerwerk, als volgt: • de meerwerkregeling zal in 2020 van toepassing zijn boven de ten hoogste in te zetten collectieve speelverplichting op basis van de maximale vaste dienstverbanden van 50% vermeerderd met de maximale tijdelijke uitbreidingen van 15% voor orkestleden. Dat betekent dat in 2020 gewerkte tijd boven de maximale collectieve speelverplichting van 130 dagen zal worden uitbetaald volgens de meerwerktarieven; • de meerwerkregeling zal in 2021 van toepassing zijn boven de ten hoogste in te zetten collectieve speelverplichting op basis van de maximale vaste dienstverbanden van 60% voor orkestleden. Dat betekent dat in 2021 gewerkte tijd boven de maximale collectieve speelverplichting van 120 dagen zal worden uitbetaald volgens de meerwerktarieven; • in het eerste half jaar van 2021 zullen daarnaast in elk geval voor elke positie in het orkest vijf extra en specifiek geoormerkte meerwerkdagen aangeboden worden boven de maximum collectieve speelverplichting van 120 speeldagen. Voor deze vijf specifiek geoormerkte meerwerkdagen zal een voor ieder orkestlid vast te stellen tarief worden uitbetaald op basis van het geldende salaris conform zijn/haar vaste arbeidsovereenkomst als orkestlid in 2021. Voor de uitbetaling van het meerwerk worden de orkestleden ingeschaald in de voor hen van toepassing zijnde functieschaal, waarbij een aangepast dagtarief van toepassing is op meerwerk. Dit dagtarief is inclusief...

Related to Meerwerkregeling

  • Werktijdenregeling 1. De werkgever komt in overeenstemming met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad een werktijdenregeling overeen. Daarbinnen worden afspraken gemaakt op basis van het bepaalde in hoofdstuk J. 2. De werkzaamheden worden evenwichtig over het jaar respectievelijk de contractsperiode gespreid. 3. De werkgever legt schriftelijk vast op welke dagen en dagdelen de werknemer werkzaam zal zijn. Bedoelde dagen of dagdelen kunnen in overleg worden gewijzigd. Van bedoelde wijziging ontvangt de werknemer een schriftelijke bevestiging. 4. Afspraken over taakbelastingsbeleid en wijzigingen daarvan worden ter instemming voorgelegd aan de personeelsgeleding van de MR op het niveau waarop het beleid is vastgesteld.

  • Klachtenregeling Artikel 17 - Geschillen

  • Meerwerk A.7.1 Indien door wensen van Opdrachtgever, die door Opdrachtnemer redelijkerwijs als wijziging of als aanvulling op het gestelde in de offerte dan wel de Overeenkomst kunnen worden beschouwd (waaronder ook valt een vertraging of uitloop ten aanzien van het Project die kan worden toegerekend aan Opdrachtgever), de hoeveelheid werkzaamheden die Opdrachtnemer op grond van deze Overeenkomst dient te verrichten toeneemt dan is er sprake van meerwerk. A.7.2 Indien Opdrachtnemer van mening is dat er sprake is van meerwerk, zal zij daarvan zo spoedig mogelijk melding maken aan Opdrachtgever, en vragen om Schriftelijke goedkeuring voor de uitvoering van het voorgestelde meerwerk en het daarvoor door Opdrachtnemer gedane aanbod inclusief levertermijn. A.7.3 Opdrachtgever zal steeds binnen vijf (5) werkdagen beslissen over het voorgestelde meerwerk. De werkzaamheden die in het kader van geaccepteerd meerwerk zullen worden verricht zullen Schriftelijk worden vastgelegd en door beide partijen worden geaccordeerd. A.7.4 Voor eventuele uitloop van de in de oorspronkelijke offerte genoemde levertermijnen vanwege meerwerk is Opdrachtgever zelf verantwoordelijk. A.7.5 De bepalingen van deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op al het door Opdrachtnemer te verrichten meerwerk, voor zover partijen geen andersluidende voorwaarden zijn overeengekomen.

  • Toepasselijk recht en geschillenregeling 1. Op deze algemene voorwaarden is Nederlands Recht van toepassing. 2. Geschillen tussen de cliënte enerzijds en de kraamzorgaanbieder anderzijds over de totstandkoming of de uitvoering van de overeenkomst, kunnen zowel door de cliënte als door de kraamzorgaanbieder schriftelijk aanhangig worden gemaakt bij de geschillencommissie Verpleging Verzorging en Thuiszorg Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 3. Ten aanzien van geschillen over aansprakelijkheid voor schade is de geschillencommissie slechts bevoegd als de vordering een financieel belang van 5.000 euro niet te boven gaat. 4. Een geschil wordt door de geschillencommissie slechts in behandeling genomen, als de cliënte zijn klacht eerst volledig en duidelijk omschreven in overeenstemming met artikel 22 schriftelijk bij de kraamzorgaanbieder heeft ingediend. 5. Een geschil dient binnen drie maanden na het ontstaan ervan zoals aangegeven in artikel 22 lid 4 bij de geschillencommissie aanhangig te worden gemaakt. 6. Wanneer de cliënte een geschil voorlegt aan de geschillencommissie, is de kraamzorgaanbieder aan deze keuze gebonden. Als de kraamzorgaanbieder een geschil aan de geschillencommissie wil voorleggen, moet hij de cliënte vragen zich binnen vijf weken schriftelijk uit te spreken of zij daarmee akkoord gaat. De kraamzorgaanbieder dient daarbij aan te kondigen dat als de cliënte daarmee niet akkoord gaat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 7. De geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement dat kan worden opgevraagd bij de geschillencommissie. De geschillencommissie beslist in de vorm van een bindend advies. 8. De cliënte is voor de indiening van een geschil een vergoeding verschuldigd. 9. Geschillen kunnen ter beslechting uitsluitend worden voorgelegd aan de hierboven genoemde geschillencommissie of aan de rechter.

  • Geschillenregeling 1. Als de consument en de ondernemer een geschil hebben, kan elk van beiden dit geschil voorleggen aan de Geschillencommissie Waterrecreatie, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx (xxx.xxx.xx). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a. Het geschil gaat over de totstandkoming of de uitvoering van een overeenkomst tussen de ondernemer en de consument. b. De overeenkomst betreft diensten of zaken die de ondernemer aan de consument gaat leveren of heeft geleverd. c. Op de overeenkomst zijn deze algemene voorwaarden van toepassing. 2. De Geschillencommissie neemt een geschil alleen in behandeling als: a. de consument zijn klacht eerst bij de ondernemer heeft ingediend; b. de ondernemer en de consument samen niet tot een oplossing zijn gekomen; c. het geschil aan de Geschillencommissie is voorgelegd binnen 12 maanden nadat de consument zijn klacht bij de ondernemer heeft ingediend; d. het geschil aan de commissie is voorgelegd in de vorm van een brief of in een andere vorm die door de commissie is bepaald. 3. De Geschillencommissie neemt in principe alleen geschillen in behandeling die een financieel belang hebben van maximaal € 14.000,-. Heeft een geschil een financieel belang van meer dan € 14.000,-, dan kan de commissie dit alleen behandelen als beide partijen hier uitdrukkelijk mee instemmen. 4. Als een consument een geschil voorlegt aan de Geschillencommissie, is de ondernemer verplicht om dat te accepteren. Als de ondernemer een geschil wil voorleggen aan de Geschillencommissie, moet hij de consument vragen om binnen 5 weken te laten weten of hij daarmee akkoord gaat. De ondernemer moet daarbij aankondigen dat hij - als de consument niet binnen die 5 weken reageert - een procedure bij de rechtbank kan starten. 5. Bij de behandeling van het geschil en het doen van de uitspraak volgt de Geschillencommissie het reglement dat voor de commissie geldt. Desgevraagd wordt dit reglement naar de consument en/of de ondernemer toegestuurd. De uitspraken van de Geschillencommissie hebben de vorm van een bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. 6. Alleen de rechter en de genoemde Geschillencommissie zijn bevoegd om kennis te nemen van geschillen tussen de ondernemer en de consument.

  • Studiekostenregeling De werkgever heeft de mogelijkheid terzake van de in de artikelen 43 en 44 genoemde kosten voor aanvang van de opleiding een studiekostenregeling aan z'n werknemers voor te leggen. Deze studiekostenregeling verplicht de werknemer: - bij ontslagname van de werknemer binnen een jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 75% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen twee jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 50% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen drie jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 25% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen.

  • Verhuisregeling 1) De Schuldenaar kan de op enig moment van toepassing zijnde rentevoorwaarden van toepassing laten zijn op een nieuwe lening voor een andere woning die de Schuldenaar als hoofdverblijf gaat gebruiken op voorwaarde van de volledige aflossing van de Schuld, als de Schuldenaar dit minimaal één (1) maand voor volledige aflossing van de Schuld aan Tulp Hypotheken laat weten in overeenstemming met artikel 54. Verzoekt de Schuldenaar uiterlijk binnen drie (3) maanden na volledige aflossing van de Schuld als hiervoor bedoeld een Renteaanbod van Tulp Hypotheken, dan is voor de nieuwe lening het bepaalde in dit artikel van toepassing. 2) Een aanvraag van een Renteaanbod wordt behandeld als een leningaanvraag en wordt door Tulp Hypotheken beoordeeld aan de hand van de dan geldende acceptatiecriteria. 3) Als de door Tulp Hypotheken voor het aangaan van Soortgelijke geldleningen gehanteerde rente hoger is dan de rente van de afgeloste Lening, dan wordt voor maximaal de hoogte van het bedrag van de volledige aflossing van de Schuld als bedoeld in artikel 38.1 een apart leningdeel in de nieuwe lening ondergebracht en geldt voor dat leningdeel de rente van de afgeloste Lening voor de resterende Rentevastperiode van de afgeloste Lening, onder aanpassing van de rente van de afgeloste Lening in verband met de alsdan eventuele geldende op- en afslagen in verband met een gewijzigde Tariefklasse. 4) Als sprake is van meerdere Schuldenaren die niet gezamenlijk gebruikmaken van de verhuisregeling, bijvoorbeeld bij echtscheiding, geldt voor de verhuisregeling dat één (1) van deze Schuldenaren gebruik kan maken van de verhuisregeling tot maximaal het afgeloste bedrag, waarbij de andere Schuldena(a)r(en) afstand moet(en) doen van deze verhuisregeling. 5) Op de totale nieuwe lening zijn de dan geldende Algemene voorwaarden van Tulp Hypotheken van toepassing. 6) Voor de verhuisregeling kunnen kosten in rekening worden gebracht. Tulp Hypotheken zal de Schuldenaar tijdig informeren over de hoogte van deze kosten.

  • Regeling De Regeling overgang personeel bij overgang vervoerscontracten (hierna te noemen: OPOV-regeling) is van toepassing op een aanbesteding zoals bedoeld in 1.1n. Voor de navolgende situaties geldt de regeling ‘Overgang van personeel bij contractwisseling’ (OPBC) zoals is opgenomen in bijlage 2b: a) Vervoerscontracten, welke het gevolg zijn van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, die tussentijds eindigen of beëindigd worden, waarbij een derde partij het beëindigde of geëindigde vervoerscontract geheel of gedeeltelijk overneemt of voortzet, uitgezonderd faillissementssituaties, zoals bedoeld onder de ‘Regeling bij faillissementen’, zoals opgenomen in bijlage 2c. b) Een contractpartij aan wie een vervoerscontract, welke het gevolg is van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, werd gegund, die tijdens de looptijd van dat vervoerscontract de daadwerkelijke uitvoering daarvan verwezenlijkt of laat verwezenlijken door één of meer andere vervoerders dan de vervoerder of vervoerders die het vervoer bij aanvang van het betreffende vervoerscontract uitvoerden. Het kan hierbij gaan om de situatie dat een contractpartij de samenwerking met de vervoerder of vervoerders beëindigt of dat de vervoerder of vervoerders de samenwerking met een contractpartij beëindigt resp. beëindigen. c) Een vervoerscontract, welke het gevolg is van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, geëindigd is, voordat de nieuwe aanbesteding definitief is gegund en waarbij direct aansluitend aan de beëindiging van het vervoerscontract middels een tijdelijke voorziening het vervoer wordt uitgevoerd door een andere contractpartij/vervoerder. Voor de navolgende situaties geldt de ‘Regeling bij faillissementen’ (RBF) zoals is opgenomen in bijlage 2c: a) Vervoerscontracten, welke het gevolg zijn van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, die tussentijds eindigen of beëindigd worden als gevolg van een faillissementssituatie van een contractpartij, waarbij een derde partij het beëindigde of geëindigde vervoerscontract geheel of gedeeltelijk overneemt of voortzet. b) Een contractpartij aan wie een vervoerscontract, welke het gevolg is van een aanbesteding zoals opgenomen onder 1.1n, werd gegund, die tijdens de looptijd van dat vervoerscontract de daadwerkelijke uitvoering daarvan verwezenlijkt of laat verwezenlijken door één of meer andere vervoerders dan de vervoerder of vervoerders die het vervoer bij aanvang van het betreffende vervoerscontract uitvoerden, als gevolg van een faillissementssituatie van de vervoerder of vervoerders die het vervoer bij aanvang van het betreffende vervoerscontract uitvoerden. 2.1 Uiterlijk 8 werkdagen na publicatiedatum, waarin ten minste een deel van het door de huidige contractpartij/vervoerder verzorgde vervoer aan de orde is, dient deze contractpartij/vervoerder schriftelijk opgave te doen van het betrokken personeel bij het vervoerscontract dat aanbesteed wordt. De huidige contractpartij/vervoerder dient een volledige opgave te doen aan SFT van: Personeel dat ingezet is bij het vervoerscontract, gerangschikt per perceel / basepoint, per vervoerder (inclusief eigen personeel of dat van ingeschakelde onderaannemers of van een uitzendonderneming) met daarbij de volgende gegevens: a. Voorletter(s), achternaam b. Adresgegevens en telefoonnummer c. Emailadres d. Geboortedatum e. Aantal gewerkte uren per maand/periode/week

  • Klachten- en geschillenregeling Mijn patiënten kunnen met klachten over mij of mijn behandeling terecht bij mij of bij (naam en contactgegevens klachtenfunctionaris): Link naar website:

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.