Tijd voor tijd. De leidinggevende kan jou de uren die je hebt overgewerkt op een andere dag of in een andere week laten opnemen. Hierbij gelden de volgende regels: ▪ het inhalen van de overuren (tijd voor tijd) moet (in opdracht van de leidinggevende) binnen dertien weken plaatsvinden ▪ overuren, die niet binnen dertien weken zijn ingehaald kun je op twee manieren laten vergoeden:
Tijd voor tijd. De volgende rechten op vrije tijd kan de werknemer verkopen: • Maximaal 5 vakantiedagen per jaar* • maximaal 90 vrije overwerkuren per jaar, inclusief de extra vergoeding in tijd De volgende rechten op vrije tijd kan de werknemer aankopen: • 10 extra vakantiedagen per jaar • 5 níet op de functie gerichte studiedagen • Vermindering van de wekelijks arbeidstijd • Vervroeging van de datum van pensioen
Tijd voor tijd. Compensatie in tijd voor - bijvoorbeeld - verricht overwerk.
Tijd voor tijd. Je roostert in overleg met je leidinggevende de compensatie in tijd in voor het verrichte overwerk. De tijd voor tijd moet binnen het kalenderjaar plaatsvinden. Wanneer de compensatie in tijd aan het einde van een kalenderjaar niet is opgenomen, wordt het saldo tot een maximum van 120 uren naar het volgende jaar overgeboekt. De uren boven de 120 uur worden uitbetaald.
Tijd voor tijd. Overuren worden per maand uitbetaald respectievelijk in vrije tijd opgenomen. Een werknemer kan de gewerkte overuren in overeenkomstige vrije tijd opnemen. Alle toeslagen worden echter uitbetaald in geld.
Tijd voor tijd. Voor de eerste twee overuren per week geldt dat de extra gewerkte tijd vergoed kan worden in tijd, waarbij de werknemer daarnaast een toeslag ontvangt volgens artikel 26.1. Deze tijd moet binnen 6 weken na het over- werk worden opgenomen. De werkgever bepaalt de dag of het dagdeel waarop de werknemer deze tijd opneemt; hij doet dit in overleg met de be- trokken werknemer. Als de werknemer de extra gewerkte tijd gecompenseerd krijgt in de vorm van tijd, ontvangt hij daarnaast de toeslag conform artikel 26.1.
Tijd voor tijd. Van de in de artikelen 12.10.3 en 12.10.4 genoemde overwerkpercentages zal, indien de bedrijfsomstandigheden dit toelaten, 100% worden gecompenseerd door vrije tijd. Deze vrije tijd kan ook aan de afwijkende uren voorafgaan of in het weekend worden opgenomen. Opgenomen compenserende vrije tijd wordt per uur voor 100% in mindering gebracht op het saldo tijd voor tijd- uren. De vrije tijd moet uiterlijk zijn opgenomen voor of op de datum die ligt 3 kalendermaanden na de laatste dag van de maand waarin de afwijkende uren worden gemaakt. Indien deze tijd voor tijd- uren dan nog niet zijn opgenomen, volgt uitbetaling hiervan in de daaropvolgende maand. Voor de looptijd van de cao zal de periode van het mogen opnemen van tijd voor tijd uren worden verlengd van 3 naar 6 kalendermaanden. Eind 2021 zullen partijen dit evalueren en meenemen in de volgende cao-onderhandelingen.
Tijd voor tijd. 1 De medewerker kan tot een maximum van 168 uren tijd sparen voor betaald verlof. Voor de medewerker met een onvolledige arbeidsduur wordt dit aantal naar even- redigheid vastgesteld. Indien het maximum aantal uren is gespaard, kan na opname van gespaarde uren opnieuw worden gespaard tot het maximum is bereikt. De aan- spraak op de gespaarde tijd blijft bij overschrijding van een kalenderjaar in stand.
2 Als spaarbronnen voor deze keuzemogelijkheid gelden:
a de vakantie-uren, met uitzondering van de wettelijke minimum vakantie- aanspraak.
b de meer gewerkte uren krachtens artikel 6.1.1 (uitbreiding volledige arbeidsduur).
3 De medewerker dient over opname van het gespaarde verlof van tevoren overleg te plegen met zijn leidinggevende, bij voorkeur in het jaargesprek. Het extra verlof kan niet worden opgenomen binnen een jaar voorafgaand aan de ingang van ouderdomspensioen of VUT/FPU. Ten aanzien van eenmaal verleende toestemming voor opname van het verloftegoed is het bepaalde in artikel 7.1.3 zevende lid (opnemen van vakantie) van overeenkomstige toepassing.
4 De waarde van een gespaard uur is in tijd gelijk aan een opgenomen verlofuur.
5 In geval van ziekte van de medewerker is het bepaalde in artikel 18.4.1 vijfde en zesde lid van overeenkomstige toepassing.
6 Opname van het verloftegoed wordt bij verlof wegens zwangerschap, bevalling en orgaandonatie direct opgeschort.
7 Indien het dienstverband eindigt door ontslag, dient de medewerker het opgebouwde verloftegoed op te nemen voorafgaand aan de datum van ontslag. In de gevallen dat opname van het verlof niet mogelijk is of de werkgever de medewerker verzoekt het verlof niet voorafgaand aan het ontslag op te nemen, vindt uitbetaling van het spaartegoed plaats.
8 In geval van overlijden van de medewerker is het bepaalde in artikel 18.4.3 derde lid van overeenkomstige toepassing.
Tijd voor tijd. 2.3.1 Waar gaat het om?
2.3.2 Inzetten van tijd-voor tijd-uren
2.3.3 Betaling van tijd-voor-tijd uren
Tijd voor tijd. Werknemers hebben de mogelijkheid om overuren en toeslagen tot een maximum van 112,5 uren (15 werkdagen) om te zetten in tijdvoortijd. De werknemer dient tijdig aan te geven of hij gewerkte overuren en/of overurentoeslag in tijd wil sparen, dan wel geheel of gedeeltelijk in geld vergoed wil krijgen. Bij het opnemen van tijdvoortijd uren dienen de volgende cumulatieve voorwaarden in acht te worden genomen: - vrije uren dienen in overleg met de werkgever vastgesteld te worden; - Tijd voor tijd uren dienen in beginsel aan het eind van ieder jaar te zijn verbruikt. Voor zover er aan het einde van het kalenderjaar nog enig saldo resteert, kan dit tot een maximum van 37,5 uur (5 werkdagen) worden meegenomen naar het volgende kalenderjaar. Het saldo niet opgenomen tijdvoortijd uren wordt, behoudens het bepaalde in de vorige volzin, met de salarisbetaling van april worden afgerekend. Tijdvoortijd uren uit een vorig kalenderjaar dienen conform de regeling voor 1 april te worden opgenomen.