Bodem. 6.1 Tenzij anders overeengekomen, is de opdrachtgever verantwoordelijk voor het vooraf (laten) verwij- deren van zich ondergronds of bovengronds bevindende obstakels, die de werkzaamheden van de aannemer of de kwaliteit van het werk nadelig kunnen beïnvloeden of hieraan schade toebrengen. De opdrachtgever zorgt voor het verwijderen van (al dan niet door mensen gemaakte) obstakels (inclusief archeologische objecten) die tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden worden ontdekt. De kosten voor deze werkzaamheden blijven voor rekening van de opdrachtgever.
6.2 Tenzij anders overeengekomen, zorgt de opdrachtgever voor een adequate voorziening voor het verwij- deren van, het verpakken van of de bescherming tegen in de bodem aangetroffen giftige of schadelijke materialen. Indien de aannemer bij de uitvoering van het werk in verband met het aantreffen van voor- werpen of stoffen waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze schade kunnen toebrengen aan personen, goederen of milieu, veiligheidsmaatregelen moet nemen, worden de hieruit voortvloeiende verplichtingen of kosten aan aannemer als meerwerk vergoed door de opdrachtgever.
6.3 De aannemer zorgt ervoor dat aan de verplichtingen op grond van de WION of WIBON is voldaan. Eventuele hieruit voortvloeiende gevolgen of gevolgen verband houdend met de werkelijke locatie van kabels en leidingen voor de uitvoering van het werk en/of het ontwerp komen voor rekening van de opdrachtgever en worden aan aannemer als meerwerk vergoed.
6.4 De aannemer heeft recht op kostenvergoeding en/of termijnverlenging wanneer de uitvoering van de werkzaamheden van de aannemer wordt vertraagd of indien hij anderszins schade lijdt, doordat de opdrachtgever niet aan zijn verplichtingen op grond van dit artikel voldoet, tenzij de kosten en/of ver- traging hun oorzaak vinden in een omstandigheid die de aannemer kan worden toegerekend.
Bodem. 12.1.1 Voor zover Provincie bekend, bevinden zich in de bodem van de Onroerende Zaak geen verontreinigingen.
12.1.2 Koper is gerechtigd voor de eigendomsoverdracht van de Onroerende Zaak een vooronderzoek, dan wel milieuhygiënisch en/of verkennend bodemonderzoek land- en waterbodem uit te laten voeren. Dit onderzoek dient onverwijld na ondertekening van deze Verkoopovereenkomst te zijn gestart.
12.1.3 Indien uit de resultaten van de in artikelen 12.1.2 bedoelde onderzoek blijkt dat in of op de Onroerende Zaak ernstige bodemverontreiniging aanwezig is en zulks op grond van wet- of regelgeving moet worden gesaneerd of gebruiksbeperkingen met zich brengt (voor het huidige gebruik van de Onroerende Zaak) zoals in de Verkoopovereenkomst is vermeld, dan is Koper gerechtigd tot aan de datum van de eigendomsoverdracht (akte van levering) de Verkoopovereenkomst eenzijdig te ontbinden door middel van een schriftelijke verklaring aan de Provincie, zonder rechterlijke tussenkomst en zonder enige schadevergoeding om welke reden of van welke zijde dan ook.
12.1.4 Indien Koper voor de levering geen gebruik heeft gemaakt van haar recht op bodemonderzoek, vervalt het recht voor Koper om op grond daarvan deze Verkoopovereenkomst te ontbinden door middel van een schriftelijke verklaring aan de Provincie. Het risico van de verontreiniging is dan voor Koper.
12.1.5 Een recht van ontbinding bestaat niet indien redelijkheid en billijkheid zich wegens de geringe ernst van de verontreiniging verzetten tegen ontbinding en/of indien Provincie zich, ook in geval van ernstige(r) verontreiniging, verplicht om op haar kosten passende maatregelen te nemen tot opheffing van de verontreiniging dan wel de schadelijke gevolgen daarvan.
12.1.6 Onder verontreiniging als bedoeld in artikel 12.1.1 van deze Verkoopovereenkomst worden niet verstaan: funderingsresten, puin of andere restanten van bouwkundige aard met uitzondering van asbest en asbesthoudende stoffen, de aanwezigheid van de draagkracht van de grond door beïnvloedende omstandigheden, stobben van bomen en struiken.
12.1.7 Mochten de resultaten van het bodemonderzoek op de geplande datum van het passeren van de akte van levering niet bekend zijn, dan zal het passeren van de akte worden uitgesteld tot het moment dat deze resultaten bekend zijn, zonder dat Partijen aanspraak kunnen maken op vergoeding van wettelijke rente of op welke vorm van (schade)vergoeding dan ook.
Bodem. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van het verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de Achtergrondwaarden van het Besluit- en de Regeling bodemkwaliteit, voor zover het de vaste bodem betreft, en gelet op de Streefwaarden grondwater van de Circulaire bodemsanering, voor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. Onder bodemverontreiniging wordt in dit artikel mede begrepen asbestverontreiniging in (puin)verhardingen.
2. Staatsbosbeheer heeft onderzoek laten verrichten naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in het verkochte door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 8 februari 2022 uitgevoerd door WSP Nederland B.V. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer verwijst naar dit - aan deze koopovereenkomst gehechte - onderzoeksrapport voor de hem bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in het verkochte. Staatsbosbeheer is niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen dat het verkochte enige verontreiniging bevat, dan zijn vermeld in het onderzoek. Op basis van de inhoud van voormeld rapport gaan beide partijen ervan uit dat de bodem niet verontreinigd is.
3. De eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van Staatsbosbeheer indien blijkt dat, in afwijking van bovenbedoelde aanname, ten tijde van het passeren van akte toch verontreiniging in de onroerende zaak aanwezig is, waarover Staatsbosbeheer koper verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd.
4. Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in het verkochte sprake is van een partijen ten tijde van het passeren van de akte niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door koper aannemelijk wordt ...
Bodem. De bodem van het terrein waarin werkzaamheden uitgevoerd moeten worden en waarin onderdelen ten behoeve van de installaties van Eneco geplaatst worden, zijn vrij van bodemverontreiniging.
Bodem. In aanvulling op artikel 10.1 van de AV 2014 heeft de gemeente een (verkennend) bodemonderzoek laten uitvoeren. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport, waaruit blijkt dat de kavel geschikt is voor het gebruik, zoals nader omschreven in artikel 35 van de AV 2014.
Bodem a. Het risico van verontreiniging van de bodem die samenhangt met het gebruik van het gehuurde als bedoeld in artikel 2 is voor de huurder.
b. Huurder is verplicht tot het nemen van alle maatregelen die redelijkerwijs van hem verwacht mogen worden om verontreiniging van de bodem te voorkomen en is verplicht om eventuele verontreiniging van de parkeerplaats onverwijld aan de verhuurder te melden.
c. Huurder vrijwaart de verhuurder van aanspraken van derden in verband met verontreiniging als hier bedoeld.
Bodem. Bij Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd.
Bodem. Het is niet toegestaan vloeistoffen in de bodem in te brengen. De leverancier dient maatregelen te treffen om bij het lossen van tankwagens lekvoorzieningen te voorzien welke dit tegengaan. Iedere lekkage veroorzaakt door de leverancier moet worden opgeruimd door de leverancier en terstond worden gerapporteerd aan de contactpersoon. Indien noodzakelijk moet ook de grond/bodem worden schoongemaakt c.q. opgeruimd op kosten van de leverancier.
Bodem. Indien sprake is van een planologische functiewijziging, dient te worden bezien of de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse geschikt is voor het voorgenomen gebruik. Vanwege het gegeven dat het perceel sinds zeer lange tijd agrarisch wordt gebruikt, kan worden verondersteld dat de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming ‘Natuur’. Er hebben immers geen activiteiten plaatsgevonden welke een risico vormen voor (ernstige) bodemverontreiniging. Gelet op vorenstaande vormt het aspect bodem geen belemmeringen voor de beoogde planontwikkeling.
Bodem. Obstakels Giftige of schadelijke materialen Verplichtingen rondom WI(B)ON