Ontslagvergoeding. De ontslagvergoeding in artikel 10.1 is gelijk aan de uitkomst van het product van A x B x C waarbij: A = aantal gewogen dienstjaren B = brutoloon, als genoemd onder e. C = 1 Voor de berekening van A (aantal gewogen dienstjaren) wordt de diensttijd berekend aan de hand van het aantal dienstjaren als genoemd in art. 1.b en de leeftijd als genoemd in art. 1. c: - dienstjaren, afgerond op hele jaren, tot het bereiken van de leeftijd van 35 jaar (derhalve tot en met de leeftijd van 34 jaar) tellen voor 0,5; - dienstjaren, afgerond op hele jaren, tot het bereiken van de leeftijd van 45 jaar (derhalve tot en met de leeftijd van 44 jaar) tellen voor 1,0; - dienstjaren, afgerond op hele jaren, tot het bereiken van de leeftijd van 55 jaar (derhalve tot en met de leeftijd van 54 jaar) tellen voor 1,5; - dienstjaren, afgerond op hele jaren, vanaf het bereiken van de leeftijd van 55 jaar tellen voor 2,0; met dien verstande dat een periode van een halfjaar en één dag telt als een heel dienstjaar. De ontslagvergoeding is minimaal gelijk aan de vanaf 1 juli 2015 geldende transitievergoeding.
Ontslagvergoeding. Er wordt geen ontslagvergoeding overeengekomen die meer bedraagt dan 12 bruto maandsalarissen, met in achtneming van het conform de WNT geldende maximale bedrag van 75.000 euro, bij een volledig dienstverband. Bij een parttime dienstverband geldt dit maximale bedrag naar rato.
Ontslagvergoeding. De ontslagvergoeding moet duidelijk worden onderscheiden van de transitievergoeding. De transitievergoeding wordt aangemerkt als een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband die voortvloeit uit een wettelijk voorschrift. Voor zover die transitievergoeding rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeit uit artikel 7:673 BW valt die niet onder het WNT-bedrag van maximaal 75.000 euro.
Ontslagvergoeding. Zo werkgever onverhoopt werknemers zal moeten laten afvloeien vanwege financieel economische redenen, zal de ontslagvergoeding op basis van transitievergoeding plaatsvinden. Werkgever zal in voorkomende gevallen geen gebruik maken van de mogelijkheid tot het in mindering brengen van kosten op deze transitievergoeding. Noch zal werkgever op enigerlei andere wijze met individuele werknemers of met de ondernemingsraad afspraken maken over het beperken van ontslagvergoedingen.
Ontslagvergoeding. De ontslagvergoeding berekend conform de artikelen 7, 8 en 9 van dit Sociaal Plan.
Ontslagvergoeding. 7.1 De ontslagvergoeding wordt gebaseerd op de transitievergoeding zoals deze wordt vastgesteld conform het Burgerlijk Wetboek (artikelen 7:673 BW en volgende) waarbij de volgens de wettelijke bepalingen vastgestelde vergoeding wordt vermenigvuldigd met een correctiefactor.
7.2 Uitgangspunt voor de bepaling van de transitievergoeding is de tekst van het Burgerlijk Wetboek zoals deze gold op 13 juli 2018.
7.3 In afwijking van de wettelijke bepalingen geldt in het kader van dit sociaal plan niet dat de arbeidsovereenkomst 24 maanden moet hebben geduurd om in aanmerking te komen voor de ontslagvergoeding.
7.4 De correctiefactor als bedoeld in artikel 7.1 bedraagt 1,85 behoudens in de hierna genoemde situaties. Bij toepassing van de vrijwillige vertrekregeling (artikel 12) bedraagt de correctiefactor 1,2; Bij toepassing van de plaatsmakersregeling (artikel 13) bedraagt de correctiefactor 0,9.
Ontslagvergoeding. De Werknemer ontvangt een Ontslagvergoeding. De hoogte van deze vergoeding bedraagt maximaal 48 maanden Salaris en wordt berekend door middel van onderstaande formule en wordt eenmalig vastgesteld aan de hand van de leeftijd op het moment van de mededeling Boventalligheid. De formule luidt A x B x C, waarbij: • A = het aantal op hele jaren afgeronde dienstjaren bij Werkgever, waarbij de dienstjaren worden vermenigvuldigd met een factor afhankelijk van de leeftijd van de medewerker op het moment van de mededeling Boventalligheid. Deze factor is: o tot 45 jaar voor 1 o vanaf 45 tot 55 jaar voor 1,5 o vanaf 55 jaar voor 2 • B = het Salaris per maand zoals gedefinieerd onder artikel 1L • C = de correctiefactor waarbij de factor 1,8 is Dienstjaren worden afgerond op hele dienstjaren, waarbij een periode van een half jaar en 1 dag telt als een heel dienstjaar. Ongeacht de uitkomst van de berekening van de individuele vergoeding, geldt voor de werknemer een minimum van 100% van het loon, zoals gedefinieerd in artikel 1 sub L, dat de Werknemer gedurende de twaalf kalendermaanden voorafgaand aan de beëindiging van de dienstbetrekking uit de dienstbetrekking heeft genoten. Op de Ontslagvergoeding wordt in mindering gebracht het door de Werknemer ontvangen Xxxxxxx gedurende de periode waarin hij is vrijgesteld van werk. Indien de Werknemer ander werk vindt voor de einddatum van het dienstverband zal de Werknemer het dienstverband beëindigen tegen het moment dat dat andere werk aanvangt, en ontvangt hij de Ontslagvergoeding minus het reeds door hem ontvangen Salaris nadat hij was vrijgesteld van werk. Ook indien de werknemer besluit om te stoppen met de ‘Werkbegeleidingsperiode’ ontvangt hij de Ontslagvergoeding minus het reeds door hem ontvangen Salaris nadat hij was vrijgesteld van werk, mits de arbeidsovereenkomst op dat moment met wederzijds goedvinden wordt beëindigd. Als gevolg van het besluit van de Werknemer om te stoppen met de ‘Werkbegeleidingsperiode’ vervalt op dat moment ook het recht op de eventuele aanvulling op zijn WW-uitkering. De ontslagvergoeding wordt dan vastgesteld volgens de volgende formule: Ontslagvergoeding = berekening formule minus ontvangen Xxxxxxx (maximaal 12 maanden) tijdens de Werkbegeleidingsperiode. Xxxxxxxxx ontvangt in aanvulling op de Ontslagvergoeding ook een vergoeding voor zijn opzegtermijn. De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de aantal maanden opzegtermijn van Werknemer (als bedoeld in artikel 7:672 BW). De vergoeding w...
Ontslagvergoeding. Bij de toekenning van een ontslagvergoeding wordt eveneens uitgegaan van de regel dat het parttime percentage, bij keuzes binnen een bandbreedte van 10% - zowel naar boven als naar beneden - van het bruto all-in jaarsalaris, ongewijzigd blijft. De eventuele gevolgen voor sociale zekerheid, als gevolg van gemaakte keuzes, worden in een zo vroeg mogelijk stadium gesignaleerd en waar mogelijk aangepast.
Ontslagvergoeding. Bij gedwongen beëindiging van het dienstverband, vanwege bedrijfseconomische reden, zal betreffende werknemer in aanmerking komen voor een vergoeding. Deze bestaat uit een bruto bedrag gebaseerd op het aantal gewogen dienstjaren bij CHC HN. Peildatum is de datum van boventalligheid. De vergoeding wordt berekend aan de hand van de volgende rekenformule: Aantal gewogen dienstjaren van de werknemer (A) vermenigvuldigd met het laatstverdiende maandsalaris (B) (hieronder wordt verstaan: het bruto maandsalaris vermeerderd met 8% vakantietoeslag, ploegentoeslag, AML en Typerating toeslag) vermenigvuldigd met correctiefactor (C), in casu 1. Op de gewogen dienstjaren (B) geldt de wegingsfactor zoals in onderstaande overzicht is uitgewerkt. Leeftijdsgroep Wegingsfactor Xxxxx XXX CHC HN t/m 34 jaar 0.5 35 t/m 44 jaar 0.9 45 t/m 54 jaar 1.2 55 jaar en ouder 1.5 De dienstjaren van de werknemer worden als volgt gewogen: - dienstjaren gewerkt tot de leeftijd 35 jaar tellen voor 0,5; - dienstjaren vanaf de leeftijd van 35 tot de leeftijd van 45 jaar tellen voor 0,9; - dienstjaren vanaf de leeftijd van 45 tot de leeftijd van 55 jaar tellen voor 1,2; - dienstjaren vanaf de leeftijd van 55 jaar tellen voor 1,5. De ontslagvergoeding gebaseerd op bovenstaande formule zal niet hoger zijn dan 15 keer het laatstverdiende bruto maandsalaris vermeerderd met 8% vakantietoeslag, ploegentoeslag, AML en Typerating toeslag en niet lager dan 3 keer het laatstverdiende bruto maandsalaris vermeerderd met 8% vakantietoeslag, ploegentoeslag, AML en Typerating toeslag. De maximale ontslagvergoeding bedraagt niet meer €150.000,- bruto. De ontslagvergoeding wegens bedrijfseconomische reden, als hierboven beschreven, geldt in plaats van de wettelijke transitievergoeding. De werknemer kan hiermee geen aanspraak meer maken op de wettelijke transitievergoeding.
Ontslagvergoeding. Ontslaat de werkgever een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd? Dan betaalt hij de werknemer een ontslagvergoeding. Dit is een eenmalige vergoeding van € 400. Dit bedrag komt bovenop de wettelijke transitievergoeding. • Uitzonderingen: in de volgende gevallen heeft de werknemer geen recht op deze ontslagvergoe- ding: – als het volgens UWV gaat om verwijtbare werkloosheid; – als de werknemer een hoger bedrag ontvangt op basis van een sociaal plan, een uitspraak van de kantonrechter of een vaststellingsovereenkomst met de werkgever.