Onverenigbaarheden Voorbeeldclausules

Onverenigbaarheden. Het lid van de examencommissie dat meent zich in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden deelt dit mee aan de voorzitter. De voorzitter bestudeert de reden van mogelijke onverenigbaarheid en neemt een beslissing. Wanneer de voorzitter meent zich in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden, deelt hij dit mee aan de algemeen directeur. Deze duidt desgevallend een vervanger aan.
Onverenigbaarheden. Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden zoals bedoeld in artikel.78 van het KB van 08/01/1996.
Onverenigbaarheden. De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op artikel 8 van de wet van 15 juni 2006 en artikel 64 van het koninklijk besluit van 15 juli 2011 in verband met de onverenigbaarheden.
Onverenigbaarheden. Art. IV.38. De voorzitter, de assessor-ondervoorzitter of assessoren die zitten in een zaak, de auditeur- generaal, de directeurs economische en juridische studies en de personeelsleden van de Belgische Me- dedingingsautoriteit, alsmede iedereen die onder hun gezag werkt, mogen mondeling noch schriftelijk de betrokkenen in een zaak verdedigen; zij mogen hun ook geen consult geven.
Onverenigbaarheden. Art. II 10. De hoedanigheid van personeelslid is onverenigbaar met elke activiteit die het personeelslid zelf of via een tussenpersoon verricht en waardoor ofwel:
Onverenigbaarheden. 1. Het lidmaatschap van de Geschillencommissie Hoofdklasse is onverenigbaar met het lidmaatschap van: - het bondsbestuur; - een andere statutaire commissie van de KNHB; - een bondscommissie van de KNHB.
Onverenigbaarheden. (art. 51 DIS)
Onverenigbaarheden. 1. De functie van budgethouder is onverenigbaar met de functie van PAV-er.
Onverenigbaarheden. Artikel 14 Er is onverenigbaarheid tussen het opnemen van een bestuursfunctie van de ouderraad en: - de uitoefening van het mandaat als burgemeester, schepen of gemeenteraadslid in de gemeente Kraainem - de hoedanigheid van ambtenaar die bij de inrichtende macht belast is met het toezicht op onderwijsaangelegenheden
Onverenigbaarheden. Artikel B5.35