Premieovereenkomst Voorbeeldclausules

Premieovereenkomst. De pensioenregeling bestaat uit een solidaire premieovereenkomst (zoals omschreven in artikel 10a van de Pensioenwet). Afwijkend van het bepaalde in de vorige volzin is het onder voorwaarden zoals omschreven in lid 4, toegestaan de pensioenregeling te laten bestaan uit een flexibele premieovereenkomst (zoals omschreven in artikel 10b van de Pensioenwet) met of zonder risicodelingsreserve of uit een premie-uitkeringsovereenkomst (zoals omschreven in artikel 10c van de Pensioenwet).
Premieovereenkomst. De parlementaire behandeling van de Wet toekomst pensioenen stond expliciet stil bij invaren vanuit een uitkeringsovereenkomst. In de praktijk zijn er ook pensioenfondsen met een premieovereenkomst. Een pensioenfonds kan ook opgebouwde pensioenkapitalen en pensioenrechten uit een premieovereenkomst invaren in een solidaire premieregeling of een flexibele premieregeling. Invaren is het besluit om de nieuwe pensioenregels ook toe te passen op de in het verleden opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten. De term pensioenaanspraak gaat ook over een kapitaal dat bij ingang wordt omgezet in een pensioenuitkering. Dat blijkt uit de memorie van toelichting op de Pensioenwet. Als een pensioenfonds opgebouwde pensioenkapitalen en pensioenrechten uit een premieovereenkomst invaart, hoeven geen netto profijt berekeningen gemaakt te worden. De voorwaarden daarvoor zijn: x. xx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx heeft voor de wijziging in het kader van de Wet toekomst pensioenen het karakter van een premieovereenkomst of een kapitaalovereenkomst als bedoeld in artikel 1, zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen; b. de pensioenovereenkomst heeft na de wijziging in het kader van de Wet toekomst pensioenen het karakter van een flexibele premieovereenkomst zonder risicodelingsreserve; en c. bij het wijzigen van de pensioenovereenkomst wordt geen gebruik gemaakt van het overgangsrecht, zoals bedoeld in het voorgestelde artikel 220e Pensioenwet. De reden dat netto profijt berekeningen niet nodig zijn, is dat in een premieregeling zonder risicodeling- of solidariteitsreserve de toekomstige premie-inleg de hoogte van de toekomstige pensioenopbouw volledig bepaalt. Met andere woorden is er geen verandering in netto profijt. Wel moet het pensioenfonds de transitie-effecten in kaart brengen met bruto profijt. Het bruto profijt is gelijk aan de contante waarde van de toekomstige premie-inleg. Het pensioenfonds moet het bruto profijt vaststellen voor de volgende situaties: 1. Het pensioenfonds zet de premieovereenkomst of kapitaalovereenkomst (die geldt vóór de wijziging) ongewijzigd voort op basis van de huidige kaders. 2. De premieovereenkomst zoals die geldt na de wijziging, waarbij rekening wordt gehouden met de effecten van de manier waarop wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten. Om de transitie-effecten in kaart te brengen, zet je de hiervoor beschreven situaties tegen elkaar af.
Premieovereenkomst. De premieovereenkomst is een regeling, waarbij vooraf alleen de af te dragen pensioenpremie vaststaat. Dit is dus de huidige beschikbare premieregeling. Van tevoren staat niet vast welk pensioenkapitaal er op de pensioendatum is. Ook staat niet vast hoe hoog de pensioenuitkeringen zijn die voor het pensioenkapitaal aangekocht kunnen worden.

Related to Premieovereenkomst

  • De arbeidsovereenkomst Lid 1 Arbeidsovereenkomsten moeten schriftelijk worden vastgelegd. Van de getekende arbeidsovereenkomst behouden werkgever en werknemer ieder een exemplaar. Lid 2 In deze schriftelijke arbeidsovereenkomst moeten de volgende bepalingen worden opgenomen: • de aard van het dienstverband; • de duur van het dienstverband; • de jaarurennorm indien van toepassing conform Artikel 18; • bij een deeltijddienstverband: de wekelijkse arbeidsduur; • in welke functie de werknemer bij het aangaan van de overeenkomst werkzaam zal zijn; • de aard van de werkzaamheden; • het loon; • alle overeengekomen toeslagen; • dat de cao van het Hoveniersbedrijf op de arbeidsovereenkomst van toepassing is; • andere onderwerpen waarover partijen regeling wensen. Lid 3 Indien een structurele wijziging optreedt in het niveau van de werkzaamheden, dient de arbeidsovereenkomst te worden aangepast. Lid 4 Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan schriftelijk een wederzijdse proeftijd worden overeengekomen van maximaal 2 maanden. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste twee maanden, indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor meer dan 6 maanden en maximaal 2 jaar. Het is niet toegestaan een proeftijd af te spreken voor contracten voor bepaalde tijd die korter zijn dan 6 maanden. Uit de schriftelijke arbeidsovereenkomst dient te blijken of er een proeftijd is overeengekomen en hoe lang de proeftijd duurt. Zie voor de wettelijke regeling bijlage IX. Lid 5 De cao heeft het karakter van een minimum-cao. Dat betekent dat met de individuele werknemer van de cao afwijkende afspraken mogen worden gemaakt, mits deze voor de werknemer ten minste gelijkwaardig zijn aan hetgeen bij cao is bepaald. De afwijkende afspraken dienen schriftelijk te worden vastgelegd en door beide partijen te worden getekend en maken deel uit van de arbeidsovereenkomst. Bepalingen in de arbeidsovereenkomst welke voor de werknemer in negatieve zin afwijken van de cao zijn nietig.