Reistijdvergoeding Voorbeeldclausules

Reistijdvergoeding. 1. Recht op een vergoeding van reistijd buiten werktijd ontstaat bij het afnemen van examens buiten het werkgebied en buiten de eventueel individueel overeengekomen examenplaats. Van vergoeding is tevens sprake bij het volgen van opleidingen die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de functie van examinator of TEC-medewerker.
Reistijdvergoeding. Indien de werknemer, als gevolg van de organisatiewijziging te maken krijgt met een verandering van standplaats, dan plegen werknemer en werkgever overleg over consequenties van de wijziging van de standplaats. Als blijkt dat de reistijd voor woon-werkverkeer toeneemt, wordt in dit overleg gesproken over een compensatie reistijd (tijd/geld).
Reistijdvergoeding a. Aan werknemers, die werken buiten de gemeente waar de arbeid gewoonlijk wordt verricht – maar met uitzondering van chauffeurs en bijrijders – zal de tijd voor het gaan naar en terugkeren van het werk in salaris worden betaald, zonder de overwerktoeslag bedoeld in artikel 30.
Reistijdvergoeding. Als de werknemer als gevolg van de organisatiewijziging te maken krijgt met een verandering van standplaats en daardoor reistijd woon-werkverkeer heeft van meer dan 1 uur enkele reis, wordt de extra reistijd boven 1 uur tot arbeidstijd gerekend, ongeacht het vervoermiddel. De extra tijd wordt als salaris uitbetaald, volgens de volgende afbouwregeling: • Gedurende het eerste half jaar 100% • Gedurende het tweede half jaar 75% • Gedurende het tweede jaar 50% • Gedurende het derde jaar 25% De werkgever zal zich inspannen de reistijd woon-werkverkeer te beperken tot maximaal 1 uur enkele reis.
Reistijdvergoeding. Als blijkt dat bij een werknemer, die als gevolg van een interne organisatiewijziging te maken krijgt met een wijziging in standplaats, de reistijd voor woon-werkverkeer toeneemt, wordt reistijd boven 15 minuten van de huidige reistijd als volgt aangemerkt als werktijd: - Gedurende het eerste jaar 100%; - Gedurende het tweede jaar 75%; - Gedurende het derde jaar 50%; Vanaf het vierde jaar vindt geen compensatie reistijd in werktijd meer plaats(0 %).
Reistijdvergoeding. De werknemer in losse dienst heeft tevens recht op ten minste één uurloon als reistijdvergoeding als hij zijn werkzaamheden verder dan twintig kilometer van zijn woonplaats moet verrich- ten.
Reistijdvergoeding. Medewerkers die als gevolg van overplaatsing op een andere locatie worden geplaatst en dientengevolge aantoonbaar meer reistijd woon-werkverkeer hebben, krijgen deze extra reistijd vergoed volgens onderstaande regeling. Om voor deze regeling in aanmerking te komen moet de reistijd woon-werkverkeer in zijn totaliteit met 40 minuten per werkdag zijn toegenomen, reizend met het meest doelmatige vervoer. Vanaf het moment dat de medewerker daadwerkelijk werkzaam is op de nieuwe locatie treedt de regeling van vergoeding extra reistijd woon-werkverkeer in werking, namelijk 100% van de extra reistijd minus 40 minuten gedurende 2 jaar.
Reistijdvergoeding. 8.1. Vosse Entertainment rekent voor reistijd 50% van de overeengekomen uurtarief.
Reistijdvergoeding. Indien de werknemer, als gevolg van de reorganisatie/organisatiewijziging te maken krijgt met een verandering van standplaats, dan plegen werknemer en werkgever overleg over consequenties van de wijziging van de standplaats. Als blijkt dat de reistijd voor woon-werkverkeer toeneemt, wordt in de onderhandelingen gesproken over compensatie (tijd/geld). Voor de extra reiskosten en tijd geldt de staffel (zie 3.7): • Gedurende het eerste half jaar 100% • Gedurende het tweede half jaar 75% • Gedurende het tweede jaar 50% • Gedurende het derde jaar 25%
Reistijdvergoeding. 1. De normale reistijd tussen de woning van de werknemer, dan wel het bedrijf van de werkgever, naar de door de werkgever aangewezen plaats waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en omgekeerd zal, met uitzondering van het eerste halfuur xxxxxxxx en het eerste halfuur terugreis, door de werkgever aan de werknemer worden vergoed.