Spaarurenregeling Voorbeeldclausules

Spaarurenregeling. Voor locaties met een vaste bedrijfssluiting geldt dat indien het aantal vakantiedagen waarop werknemer recht heeft minder is dan het aantal dagen op jaarbasis waarop wegens sluiting van de locatie geen arbeid kan worden verricht, werkgever en werknemer een spaarurenregeling overeen kunnen komen.
Spaarurenregeling. 1. Voor locaties met een vaste bedrijfssluiting geldt dat indien het aantal vakantiedagen waarop werknemer recht heeft minder is dan het aantal dagen op jaarbasis waarop wegens sluiting van de locatie geen arbeid kan worden verricht, werkgever en werknemer een spaarurenregeling overeen kunnen komen. 2. Werkgever deelt werknemer bij plaatsing op een locatie met een vaste bedrijfssluiting mede dat werknemer periodiek geen arbeid kan verrichten op die locatie vanwege de vaste bedrijfssluiting. Werkgever biedt werknemer aan een spaarurenregeling overeen te komen. Voorschriften voor toepassing van een spaarurenregeling zijn opgenomen in het direct aan het onderhavige hoofdstuk opgenomen bijlage 1.
Spaarurenregeling a. De spaarurenregeling geldt voor rijdende werknemers in de sector. Voor niet-rijdende werknemers, met uitzondering van de directiesecretaresse(is), functies op P&O-gebied en functies in de boekhouding, kan in overleg een spaarurenregeling worden overeengekomen. De spaarurenregeling geldt tenzij er een jaarurenregeling is overeengekomen. Deze regeling geldt voor een periode van maximaal 1 jaar. b. Werknemers die voldoen aan de voorwaarden van artikel 5 lid 5 van deze cao vallen niet onder de spaarurenregeling. a. In deze regeling worden uren die worden gewerkt boven het contractuele aantal uren, maandelijks (of per 4 wekenperiode) eerst opgebouwd en in een latere maand (of 4 wekenperi- ode) weer opgenomen. De opgebouwde spaaruren worden in overleg tussen werkgever en werknemer in vrije tijd op standplaats opgenomen in hele of halve dagen (tenzij tussen werkgever en werknemer iets anders wordt overeengekomen). b. Er kunnen niet meer spaaruren worden opgenomen dan er zijn opgebouwd. Er kan derhalve na afloop van enige betalingsperiode geen sprake zijn van een negatief saldo. 3. De eerste 100 bovencontractuele uren zijn (verplichte) spaaruren. 4. De uren boven de 100-uursgrens worden maandelijks (of per 4 wekenperiode) uitbetaald, tenzij werkgever en werknemer, jaarlijks schriftelijk afspreken dat deze uren ofwel als spaaruren worden aangemerkt, ofwel dat een combinatie van spaaruren en uitbetalen geldt. 5. Indien in enige maand meer dan 173,33 uur (of 160 uur per 4 wekenperiode) is gewerkt, is sprake van overuren, waarvoor een 35% toeslag geldt. Deze toeslag wordt maximaal één keer vergoed. 6. De 35% toeslag wordt de eerstvolgende betalingsperiode uitbetaald, tenzij schriftelijk een vergoeding in tijd door toevoeging aan het spaarurentegoed is afgesproken. 7. Indien op de einddatum van het spaarurenjaar niet alle spaaruren zijn opgenomen, dienen deze uren te worden uitbetaald à 100%. De toeslag van 35% is reeds geregeld in lid 5. 8. De ingangsdatum en looptijd van de regeling kunnen verschillen per werknemer. Uiterlijk in de maand na de laatste kalenderdag van de regeling dienen alle niet opgenomen uren en toeslagen te worden afgerekend. 9. Voor een modeladministratieformulier: zie bijlage 5b.
Spaarurenregeling a. De spaarurenregeling geldt voor rijdende werknemers in de sector. Voor niet-rijdende werk- nemers, met uitzondering van de directiesecretaresse(is), functies op P&O-gebied en functies in de boekhouding, kan in overleg een spaarurenregeling worden overeengekomen. b. Werknemers die voldoen aan de voorwaarden van artikel 5 lid 5 van deze cao vallen niet onder

Related to Spaarurenregeling

  • Klachtenregeling Artikel 17 - Geschillen

  • Geschillenregeling 1. Als de consument en de ondernemer een geschil hebben, kan elk van beiden dit geschil voorleggen aan de Geschillencommissie Waterrecreatie, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx (xxx.xxx.xx). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a. Het geschil gaat over de totstandkoming of de uitvoering van een overeenkomst tussen de ondernemer en de consument. b. De overeenkomst betreft diensten of zaken die de ondernemer aan de consument gaat leveren of heeft geleverd. c. Op de overeenkomst zijn deze algemene voorwaarden van toepassing. 2. De Geschillencommissie neemt een geschil alleen in behandeling als: a. de consument zijn klacht eerst bij de ondernemer heeft ingediend; b. de ondernemer en de consument samen niet tot een oplossing zijn gekomen; c. het geschil aan de Geschillencommissie is voorgelegd binnen 12 maanden nadat de consument zijn klacht bij de ondernemer heeft ingediend; d. het geschil aan de commissie is voorgelegd in de vorm van een brief of in een andere vorm die door de commissie is bepaald. 3. De Geschillencommissie neemt in principe alleen geschillen in behandeling die een financieel belang hebben van maximaal € 14.000,-. Heeft een geschil een financieel belang van meer dan € 14.000,-, dan kan de commissie dit alleen behandelen als beide partijen hier uitdrukkelijk mee instemmen. 4. Als een consument een geschil voorlegt aan de Geschillencommissie, is de ondernemer verplicht om dat te accepteren. Als de ondernemer een geschil wil voorleggen aan de Geschillencommissie, moet hij de consument vragen om binnen 5 weken te laten weten of hij daarmee akkoord gaat. De ondernemer moet daarbij aankondigen dat hij - als de consument niet binnen die 5 weken reageert - een procedure bij de rechtbank kan starten. 5. Bij de behandeling van het geschil en het doen van de uitspraak volgt de Geschillencommissie het reglement dat voor de commissie geldt. Desgevraagd wordt dit reglement naar de consument en/of de ondernemer toegestuurd. De uitspraken van de Geschillencommissie hebben de vorm van een bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. 6. Alleen de rechter en de genoemde Geschillencommissie zijn bevoegd om kennis te nemen van geschillen tussen de ondernemer en de consument.