Verloop van de onderhandelingen Voorbeeldclausules

Verloop van de onderhandelingen. Van 15 tot en met 19 juni 1998, van 1 tot en met 3 september 1999 en van 5 tot en met 9 juli 2004 hebben Nederland en Azerbeidzjan in Den Haag en Bakoe over het Verdrag onder­handeld. Daarbij is uiteindelijk overeenstemming bereikt over alle bepalingen van het belas­tingverdrag. De aanleiding tot de onderhandelingen was de wens van beide partijen om de verdragsloze situatie op te heffen, die na het uiteenvallen van de voormalige Sovjet-Unie in 1991 in de onderlinge relatie was ontstaan. Dit teneinde economische betrekkingen tussen en wederzijdse investeringen door inwoners van Nederland en Azerbeidzjan te bevorderen. De besprekingen zijn aangekondigd in de persberichten van het Ministerie van Financiën van 7 april 2000, nr. 00/078, 27 november 2001, nr. 01/319, 22 januari 2003, nr. 03/016 en 30 maart 2004, nr. 2004/048. Naar aanleiding van deze persberichten zijn geen reacties van burgers of van de zijde van het bedrijfsleven ontvangen. De Nederlandse inzet bij de onderhandelingen was te komen tot een verdrag dat zoveel mogelijk in overeenstemming zou zijn met het Nederlandse verdragsbeleid zoals dat is gepu­bliceerd in de notitie Algemeen fiscaal verdragsbeleid (Kamerstukken II 1987/88, 20 365, nrs. 1 en 2) en in de notitie ‘Uitgangspunten van het beleid op het terrein van het internationaal fis­caal (verdragen)recht’ (Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4; hierna te noemen: ‘Notitie Uit­gangspunten). Deze inzet heeft erin geresulteerd dat de structuur, de inhoud en de bewoor­dingen van het Verdrag in het algemeen overeenstemmen met het gebruikelijke patroon van de door Nederland gesloten verdragen op dit terrein. Bij de meeste artikelen is de tekst gevolgd van het OESO-modelbelastingverdrag 2003 (OESO-publicaties, Parijs 2003; zie xxx.xxxx.xxx; hierna: het OESO-modelverdrag). Bij enkele bepalingen is op verzoek van Azerbeidzjan de tekst gevolgd van de United Nations Model Convention (United Nations Model Double Taxation Convention between Developed and Developing Countries, 2001; hierna: het VN-modelverdrag). Naar de mening van de eerste ondertekenaar vormen de in het Verdrag neergelegde regelingen een resultaat dat, in het licht van de over en weer naar voren gebrachte wensen, als evenwichtig kan worden beschouwd en waarin op bevredigende wijze rekening is gehou­den met de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven. De door Nederland naar voren ge­brachte wensen konden bij de onderhandelingen voor een groot deel worden gerealiseerd. Daaronder kunnen wo...
Verloop van de onderhandelingen. De aanbestedende overheid heeft de mogelijkheid om alle, één of meerdere inschrijvers uit te nodigen voor één of meerdere onderhandelingsronde(n), teneinde de offerte(s) te optimaliseren zodat deze beter beantwoorden aan de behoeften van de aanbestedende overheid. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om de opdracht meteen te gunnen, zonder het voeren van onderhandelingen. In dat laatste geval geldt de eerste offerte als definitieve offerte. Gezien deze mogelijkheid, dienen de inschrijvers reeds alle vereiste en noodzakelijke elementen voor de uitvoering van de opdracht, m.i.v. van hun beste prijs, in hun initiële offerte op te nemen. Indien een offerte een (substantiële) onregelmatigheid bevat, kan de aanbestedende overheid deze (substantiële) onregelmatigheid door de inschrijver laten regulariseren. Een laattijdig ingediende offerte kan echter niet geregulariseerd worden. In het kader van deze onderhandelingen kunnen één of meerdere inschrijvers worden uitgenodigd om één of opeenvolgende aangepaste offertes in te dienen. Indien niet alle regelmatige inschrijvers worden uitgenodigd voor de onderhandelingen, dan worden enkel die inschrijvers uitgenodigd die gunstig gerangschikt zijn op basis van een eerste beoordeling van de offertes in het licht van de gunningscriteria. In dit laatste geval worden de inschrijvers waarmee niet wordt onderhandeld, in een zogenaamde 'wachtkamer' geplaatst. Zij worden niet definitief uitgesloten van deelname aan de onderhandelingen. De inschrijvers in de wachtkamer kunnen opnieuw worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingen indien de onderhandelingen met de beter gerangschikte inschrijver(s) niet tot het gewenste resultaat leiden. De aanbestedende overheid kan elk van de eventuele onderhandelingsrondes al dan niet laten volgen door de indiening van één of meerdere tussentijdse offertes of een definitieve offerte. De aanbestedende overheid kan tijdens de loop van de onderhandelingen aangeven hoe de aangepaste en definitieve offertes moeten worden ingediend.
Verloop van de onderhandelingen. De overeenkomst die nu voorligt is het resultaat van intensieve onderhan- delingen tussen vertegenwoordigers van EU-lidstaten in een ad hoc werkgroep, opgericht ten behoeve van de beëindiging van de investe- ringsverdragen tussen EU-lidstaten. Een merendeel van de EU-lidstaten heeft op 24 oktober 2019 aangegeven in te kunnen stemmen met de tekst van de overeenkomst. Hieronder vallen in ieder geval die EU-lidstaten met wie het Koninkrijk der Nederlanden een bilateraal investeringsverdrag heeft gesloten. Een kleine minderheid van de EU-lidstaten heeft aange- geven geen partij te willen worden bij de overeenkomst. De onderhandelingen duurden langer dan verwacht. Ten behoeve van het creëren van rechtszekerheid voor arbitragetribunalen en investeerders hebben lidstaten van de Europese Unie daarom op 15 januari 2019 een verklaring over de juridische gevolgen van het Achmea-arrest onder- tekend.7 In de verklaring geven de ondertekenende EU-lidstaten aan welke gevolgen zij verbinden aan de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Ten eerste geven de lidstaten aan dat ze als gevolg van de uitspraak de intra-EU investeringsverdragen zullen beëindigen. Ten 6 Ibid. 7 Verklaring van de lidstaten van de Europese Unie van 15 januari 2019 over de juridische gevolgen van de Achmea zaak en over investeringsbescherming, gepubliceerd op 17 januari 2019. Zie xxxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxx/xxxxx/xxxx/xxxxx/xxxxxxxx_xxxxxxx_xxxx/ banking_and_finance/documents/190117-bilateral-investment-treaties_en.pdf (verklaring is enkel beschikbaar in het Engels en Frans). tweede verklaren deze EU-lidstaten de arbitrale vonnissen die reeds voor 6 maart 2018 tenuitvoergelegd zijn niet te zullen betwisten. Ten derde verklaren de lidstaten om, overeenkomstig artikel 19, lid 1, VEU, effectieve juridische bescherming te bieden tegen maatregelen van de staat die onderwerp zijn van lopende intra-EU investeringsarbitrage zaken. Bovendien wordt in de verklaring nogmaals benadrukt dat lidstaten onder Unierecht verplicht zijn om te verzekeren dat hun gerechten en tribunalen voldoen aan de vereisten van effectieve juridische bescherming. De discussies in de ad hoc werkgroep betroffen voornamelijk drie hoofdonderwerpen; (i) de gevolgen van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in het Achmea-arrest voor de intra-EU toepassing van het arbitragemechanisme van het Verdrag inzake het Energiehandvest, (ii) de gevolgen van de uitspraak voor reeds afgeronde arbitragezaken op grond ...
Verloop van de onderhandelingen. Onderhandelingsmandaat Europese Commissie en Nederlandse inzet
Verloop van de onderhandelingen. De Commissie zal de onderhandelingen voeren overeenkomstig deze richtlijnen en zorgen voor een goede coördinatie met lopende en toekomstige onderhandelingen op andere relevante gebieden.
Verloop van de onderhandelingen. De overeenkomst die nu voorligt is het resultaat van intensieve onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van EU-lidstaten in een ad hoc werkgroep, opgericht ten behoeve van de beëindiging van de investeringsverdragen tussen EU-lidstaten. Een merendeel van de EU-lidstaten heeft op 24 oktober 2019 aangegeven in te kunnen stemmen met de tekst van de overeenkomst. Hieronder vallen in ieder geval die EU-lidstaten met wie het Koninkrijk der Nederlanden een bilateraal investeringsverdrag heeft gesloten. Een kleine minderheid van de EU-lidstaten heeft aangegeven op dit moment geen partij te willen worden bij de overeenkomst. De onderhandelingen duurden langer dan verwacht. Ten behoeve van het creëren van rechtszekerheid voor arbitragetribunalen en investeerders hebben lidstaten van de Europese Unie daarom op 15 januari 2019 een verklaring over de juridische gevolgen van het Achmea-arrest ondertekend.7 In de verklaring geven de ondertekenende EU-lidstaten aan welke gevolgen zij verbinden aan de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Ten eerste geven de lidstaten aan dat ze als gevolg van de uitspraak de intra-EU investeringsverdragen zullen beëindigen. Ten tweede verklaren deze EU-lidstaten de arbitrale vonnissen die reeds voor 6 maart 2018 tenuitvoergelegd zijn niet te zullen betwisten. Ten derde verklaren de lidstaten om, overeenkomstig artikel 19, lid 1, VEU, effectieve juridische bescherming te bieden tegen maatregelen van de staat die onderwerp zijn van lopende intra-EU investeringsarbitrage zaken. Bovendien wordt in de verklaring nogmaals benadrukt dat lidstaten onder Unierecht verplicht zijn om te verzekeren dat hun gerechten en tribunalen voldoen aan de vereisten van effectieve juridische bescherming. De discussies in de ad hoc werkgroep betroffen voornamelijk drie hoofdonderwerpen; (i) de gevolgen van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in het Achmea-arrest voor de intra-EU toepassing van het arbitragemechanisme van het Verdrag inzake het Energiehandvest, (ii) de gevolgen van de uitspraak voor reeds afgeronde arbitragezaken op grond van een bilateraal investeringsverdrag tussen twee EU-lidstaten en (iii) de gevolgen voor arbitragezaken die reeds aanhangig waren bij een arbitragetribunaal op grond van een bilateraal investeringsverdrag tussen twee EU-lidstaten. Omwille van een spoedige beëindiging van de investeringsverdragen tussen EU-lidstaten is ten aanzien van de intra-EU toepassing van het Verdrag inzake het E...
Verloop van de onderhandelingen a. De aanbestedende overheid heeft de mogelijkheid om alle, één of meerdere inschrijvers uit te nodigen voor één of meerdere onderhandelingsronde(n), teneinde de offerte(s) te optimaliseren zodat deze beter beantwoorden aan de behoeften van de aanbestedende overheid.
Verloop van de onderhandelingen. De aanbestedende vennootschap beschikt over de mogelijkheid om met één of met verschillende offerte-indieners te onderhandelen over de voorwaarden van de opdracht. Deze onderhandelingen vinden plaats overeenkomstig het beginsel inzake gelijke behandeling. De offerte-indieners die objectief vergelijkbare offertes hebben ingediend, zullen worden uitgenodigd om deel te nemen aan deze onderhandelingen. De presentatieronde wordt aanzien als een eerste onderhandelingsronde. De aanbestedende vennootschap behoudt zich het recht voor, zonder daartoe verplicht te zijn, meerdere onderhandelingsrondes te organiseren met één of meerdere offerte- indieners. Na deze onderhandelingen kunnen één of meerdere inschrijvers worden uitgenodigd om een aangepaste offerte in te dienen (BAFO - “best and final offer”). Voor fase 2: De Jury –met voorzitterschap voor WoninGent- zal worden samengesteld uit ten minste 4 personen: 2 leden van WoninGent, 1 Ruimtelijk Planner/Gemeentelijk Stedenbouwkundig Ambtenaar voor de Stad Gent en 1 sectorarchitect voor de VMSW.

Related to Verloop van de onderhandelingen

  • Klachtenbehandeling 1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten zo volledig en duidelijk mogelijk worden omschreven en moeten tijdig nadat de consument de gebreken heeft ontdekt schriftelijk of elektronisch worden ingediend bij de ondernemer. Niet tijdig indienen van de klacht kan tot gevolg hebben dat de consument zijn rechten terzake verliest.

  • Inleidende bepalingen a. De geldende voorwaarden maken deel uit van deze mantelovereenkomst en vormen daarmee één geheel. De voorwaarden gelden voor zover hier in de mantelovereenkomst daarvan niet wordt afgeweken;

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.

  • Kunnen wij de prijzen van de zorgverlening aanpassen? Wij kunnen elk jaar de prijzen van de zorgverlening aanpassen aan in ieder geval de loon- en prijsontwikkelingen ("indexeren") en wettelijke tarieven.

  • Inschakelen van derden 3.1 Tenzij anders overeengekomen, worden opdrachten aan derden in het kader van de uitvoering van de opdracht, door of namens de opdrachtgever verstrekt. Op verzoek van de opdrachtgever kan de ontwerper, voor rekening en risico van de opdrachtgever, als gemachtigde optreden. Partijen kunnen hiervoor een nader over een te komen vergoeding afspreken.