Verplichte uitsluitingsgronden Voorbeeldclausules

Verplichte uitsluitingsgronden deelneming aan een criminele organisatie;
Verplichte uitsluitingsgronden. De misdrijven die in aanmerking worden genomen door de aanbestedende overheid of in aanmerking kunnen worden genomen door de overheidsbedrijven en personen die bijzondere of exclusieve rechten genieten, voor de toepassing van de in artikel 50 van de wet bedoelde verplichte uitsluitingsgronden zijn: 1. deelneming aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek of in artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit; 2. omkoping als bedoeld in artikelen 246 en 250 van het Strafwetboek of in artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese 3. fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002; 4. terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten als bedoeld in artikel 137 van het Strafwetboek of in de zin van de artikelen 1 of 3 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit als bedoeld in artikel 4 van genoemd kaderbesluit; 5. witwassen van geld of financiering van terrorisme als bedoeld in artikel 5 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme of in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme; 6. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel als bedoeld in artikel 433quinquies van het Strafwetboek of in de zin van artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad; 7. tewerkstelling van onderdanen van derde landen die illegaal in het land verblijven in de zin van artikel 35/7 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers of in de zin van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van vreemde arbeiders.
Verplichte uitsluitingsgronden. (art. 67 van de Wet en art. 61 KB Plaatsing):
Verplichte uitsluitingsgronden. Uitsluitingsgronden verbonden aan strafrechtelijke veroordelingen (cf. Art. 67, 1° tot 7° van de wet van 17 juni 2016 en art. 61 van het KB van 18 april 2017)
Verplichte uitsluitingsgronden. 1er. Tenzij in het geval waarbij de kandidaat of inschrijver, overeenkomstig artikel 70, aantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen sluit de aanbestedende overheid een kandidaat of inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit, in welk stadium van de procedure ook, wanneer zij heeft vastgesteld of anderszins ervan op de hoogte is dat deze kandidaat of inschrijver door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld is om een van de volgende misdrijven:
Verplichte uitsluitingsgronden. In afwijking van het SB 250 wordt alle inschrijvers gevraagd een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke instantie of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst, waaruit blijkt dat de betrokkene niet veroordeeld is geweest voor een misdrijf bedoeld in art. 67 Wet 2016 en art. 61 KB Plaatsing, steeds toe te voegen aan de offerte. De uittreksels uit het strafregister aan te leveren door de Belgische inschrijvers zijn niet ouder dan zes maanden te rekenen vanaf de datum van de indiening van de offertes. Voor de uittreksels ingediend door de buitenlandse inschrijvers is de geldigheidstermijn afhankelijk van de regelgeving in het land van herkomst.
Verplichte uitsluitingsgronden. (art. 67 t.e.m. 69 van de Wet Overheidsopdrachten)
Verplichte uitsluitingsgronden. (Artikel 67 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten)
Verplichte uitsluitingsgronden. (artikel 67 van de wet van 17 juni 2016) Overeenkomstig artikel 67 van de wet van 17 juni 2016 wordt, in elk stadium van de procedure, uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver die veroordeeld is door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde waarvan de aanbestedende overheid op de hoogte is, voor: Deelneming aan een criminele organisatie Omkoping Fraude Terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit Witwassen van geld of financiering van terrorisme Kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel Tewerkstelling van onderdanen van derde landen die illegaal in het land verblijven De veroordeling moet zijn uitgesproken bij een rechterlijke beslissing waartegen geen gewoon rechtsmiddel (hoger beroep of verzet) meer openstaat. In geval van een strafrechtelijke veroordeling moet de inschrijver bewijzen dat hij maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks een verplichte uitsluitingsgrond, overeenkomstig artikel 70 van de wet van 17 juni 2016 (corrigerende maatregelen).
Verplichte uitsluitingsgronden. 1. De aanbesteder behoudt zich het recht voor een Gegadigde op wie een of meer van de uitsluitingsgronden van toepassing zijn van deelneming aan de verdere aanbestedingsprocedure uit te sluiten indien er sprake is van omstandigheden zoals bedoeld in 2.86 a Aanbestedingswet. 2. Indien mocht blijken dat op een natuurlijke of rechtspersoon, met wie de Gegadigde beoogt te voldoen aan de eisen genoemd in § 3.5 van deze selectieleidraad, één of meer van de verplichte Uitsluitingsgronden van toepassing zijn, zal deze natuurlijke of rechtspersoon door de aanbesteder niet worden geaccepteerd en zal de Gegadigde worden uitgesloten van deelneming aan de opdracht. 3. Het onder punt 2 bepaalde geldt mutatis mutandis voor natuurlijke of rechtspersonen bedoeld onder punt 5. 4. Indien zich in de periode tussen de dag van Xxxxxxxxxx tot en met de dag van opdrachtverlening een verandering in de situatie van een geselecteerde Gegadigde voordoet die van invloed is op het al dan niet van toepassing zijn van een uitsluitingsgrond op de geselecteerde Gegadigde, de Gegadigde de aanbesteder op de hoogte dient te stellen van de verandering in de situatie. Voorgaande is eveneens van toepassing op een deelnemer aan een samenwerkingsverband. 5. Indien Aanmelding c.q. inschrijving geschiedt door een samenwerkingsverband van Marktpartijen (Combinatie), al dan niet als vennootschap onder firma, zal het samenwerkingsverband worden uitgesloten van deelneming aan de opdracht, wanneer op één of meer van de Gegadigden één of meer van de uitsluitingsgronden van toepassing zijn. 6. De opdracht wordt uitsluitend gegund aan een hoofdaannemer die voornemens is bij de uitvoering van de opdracht onderaannemers te betrekken op wie geen uitsluitingsgrond zoals opgenomen in de Selectieleidraad van toepassing is. In het geval sprake is van het van toepassing zijn van een uitsluitingsgrond op een onderaannemer, draagt de hoofdaannemer direct zorg voor vervanging van de onderaannemer door een onderaannemer die voldoet aan de in deze aanbesteding voor onderaannemers geldende eisen.