Verplichte uitsluitingsgronden Voorbeeldclausules

Verplichte uitsluitingsgronden. 1° deelneming aan een criminele organisatie;
Verplichte uitsluitingsgronden. In overeenstemming met artikel 67 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en artikel 61 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, tenzij in het geval waarbij de kandidaat of de inschrijver, in overeenstemming met artikel 70 van de wet van 17 juni 2016 (corrigerende maatregelen), aantoont toereikende maatregelen te hebben genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen, sluit de aanbestedende overheid een kandidaat of inschrijver van deelname aan de plaatsingsprocedure uit, in welk stadium van de procedure ook, wanneer ze heeft vastgesteld of anderszins ervan op de hoogte is dat deze kandidaat of inschrijver door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld is voor een van de volgende misdrijven:
Verplichte uitsluitingsgronden a. Uitsluitingsgronden verbonden aan strafrechtelijke veroordelingen (cf. Art. 67, 1° tot 7° van de wet van 17 juni 2016 en art. 61 van het KB van 18 april 2017)
Verplichte uitsluitingsgronden. In afwijking van het SB 250 wordt alle inschrijvers gevraagd een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke instantie of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst, waaruit blijkt dat de betrokkene niet veroordeeld is geweest voor een misdrijf bedoeld in art. 67 Wet 2016 en art. 61 KB Plaatsing, steeds toe te voegen aan de offerte. De uittreksels uit het strafregister aan te leveren door de Belgische inschrijvers zijn niet ouder dan zes maanden te rekenen vanaf de datum van de indiening van de offertes. Voor de uittreksels ingediend door de buitenlandse inschrijvers is de geldigheidstermijn afhankelijk van de regelgeving in het land van herkomst.
Verplichte uitsluitingsgronden. (art. 67 van de Wet en art. 61 KB Plaatsing): Uitsluitingsgrond fiscale en sociale schulden (art. 68 van de Wet en art. 62 en 63 KB Plaatsing)
Verplichte uitsluitingsgronden. 1. De aanbesteder behoudt zich het recht voor een Gegadigde op wie een of meer van de uitsluitingsgronden van toepassing zijn van deelneming aan de verdere aanbestedingsprocedure uit te sluiten indien er sprake is van omstandigheden zoals bedoeld in 2.86 a Aanbestedingswet.
Verplichte uitsluitingsgronden. Met het invullen van Deel II A en B en Deel III A en B van het UEA en ondertekenen van het in Bijlage 1 opgenomen UEA verklaart inschrijver niet in de verplichte uitsluitingsomstandigheden te verkeren als genoemd in Deel III/ A en B van het UEA. Deze verplichte uitsluitingsgronden hebben betrekking op: • A. een eventueel strafrechtelijke onherroepelijke veroordeling van het bestuurs- leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming die inschrijft of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft; en • B. een eventueel onherroepelijk en bindende rechterlijke of administratieve beslissing dat de onderneming niet voldoet aan zijn verplichting tot betaling van de belastingen of sociale zekerheidspremies. Indien een inschrijver voor gunning in aanmerking komt, dient de inschrijver binnen 10 werkdagen na schriftelijk verzoek van de Aanbestedende dienst het wettelijk bewijsstuk te overleggen.
Verplichte uitsluitingsgronden. De misdrijven die in aanmerking worden genomen door de aanbestedende overheid of in aanmerking kunnen worden genomen door de overheidsbedrijven en personen die bijzondere of exclusieve rechten genieten, voor de toepassing van de in artikel 50 van de wet bedoelde verplichte uitsluitingsgronden zijn: Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn of in artikel 2.1, van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector; De kandidaat of inschrijver die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn sociale zekerheidsbijdragen, wordt door de aanbestedende overheid uitgesloten van de toegang tot een plaatsingsprocedure, overeenkomstig artikel 51 van de wet. De toegang tot de procedure wordt evenwel niet ontzegd aan een kandidaat of inschrijver die geen bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 euro of die voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
Verplichte uitsluitingsgronden. (artikel 67 van de wet van 17 juni 2016) Overeenkomstig artikel 67 van de wet van 17 juni 2016 wordt, in elk stadium van de procedure, uitgesloten van deelname aan de plaatsingsprocedure de inschrijver die veroordeeld is door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde waarvan de aanbestedende overheid op de hoogte is, voor: Deelneming aan een criminele organisatie Omkoping Fraude Terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit Witwassen van geld of financiering van terrorisme Kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel Tewerkstelling van onderdanen van derde landen die illegaal in het land verblijven De veroordeling moet zijn uitgesproken bij een rechterlijke beslissing waartegen geen gewoon rechtsmiddel (hoger beroep of verzet) meer openstaat. In geval van een strafrechtelijke veroordeling moet de inschrijver bewijzen dat hij maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks een verplichte uitsluitingsgrond, overeenkomstig artikel 70 van de wet van 17 juni 2016 (corrigerende maatregelen).
Verplichte uitsluitingsgronden. 18.1.1.1. In kracht van gewijsde gegane veroordeling (art. 67 van de wet van 17 juni 2016 en 61 van het KB van 18 april 2017) Tenzij de inschrijver aantoont, in overeenstemming met artikel 70 van de wet van 17 juni 2016, dat hij voldoende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid te bewijzen, sluit de aanbestedende overheid in elk stadium van de procedure een inschrijver uit van deelname aan de plaatsingsprocedure, wanneer deze heeft vastgesteld of op een andere manier op de hoogte is gebracht van het feit dat deze inschrijver bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing is veroordeeld voor een van de in artikel 61 van het KB van 18 april 2017 vastgestelde strafbare feiten.