Voorgeschiedenis Voorbeeldclausules

Voorgeschiedenis. Voor de bestrijding van fraude met levensverzekeringen is soms onderzoek nodig naar de doodsoorzaak en een eventuele voorafgaande ziektegeschiedenis. Die medisch gegevens zijn terecht beschermd met het medisch beroepsgeheim. Om tegemoet te komen aan het belang van fraudebestrijding enerzijds en respectering van de bescherming van de privacy van de verzekerde anderzijds, hebben het Verbond van Verzekeraars (het Verbond) , de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) , het Breed Platform Verzekerden en Werk (Breed Platform) en de Nederlandse Patiënten/Consumentenfederatie (NPCF) op 29 november 1999 het Convenant inzake bestrijding van fraude met gezondheidsgegevens getekend (Convenant). In het Convenant is afgesproken dat een onafhankelijke commissie, de Toetsingscommissie fraude met Gezondheidsgegevens, fraude met gezondheidsgegevens op verzoek van de verzekeraar kan toetsen. Daarmee kwam een einde aan een periode waarin verzekeraars door middel van vooraf door de verzekerde ondertekende machtigingen bij de artsen om informatie vroegen die de arts hun vanwege het medisch beroepsgeheim feitelijk niet kon verstrekken. Het Convenant werd gesteund door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het ministerie is verantwoordelijk voor de Wet medische keuringen, die voorwaarden stelt aan het gebruik van gezondheidsgegevens. Het Convenant heeft het karakter van een proef die dient ter aanvulling op het door verzekeraars te voeren fraudebeleid zoals dat destijds was vastgelegd in het Fraudeprotocol van 25 juni 1998 en vormt een voorlopige nadere concretisering van de Vrede van Tilburg van 1910. Bij die overeenkomst hebben verzekeraars en artsen geregeld in welke gevallen een geneeskundige verklaring met opgave van de doodsoorzaak mag worden afgegeven.
Voorgeschiedenis. Wanneer is de problematiek begonnen? Wat is er aan gedaan? En door wie? Wat was het resultaat? Hoe heeft het zich verder ontwikkeld?
Voorgeschiedenis. Alecto, opgericht in 1970, nam in 1976-1977 de eerste grasvelden in gebruik in De Bloemerd. Tot die tijd speelde ze op diverse tijdelijke plekken in het dorp. Acht jaar later werd het eerste zand ingestrooide kunstgrasveld in gebruik genomen. Per 1 januari 1997 is de huidige overeenkomst voor een periode van 20 jaar in werking getreden. In deze overeenkomst is sprake van de verhuur van viereneenhalf natuurgrasveld, zij het dat het de vereniging expliciet is toegestaan op de plaats van deze velden kunstgrasvelden aan te leggen. Daarmee wordt de feitelijk op dat moment bestaande situatie bevestigd, omdat Xxxxxx dan al druk bezig is de natuurgrasvelden te vervangen door kunstgrasvelden. Bij de berekening van de tienjaarlijkse gemeentelijke bijdrage houdt de gemeente echter vast aan een financiële onderlinge verhouding als ware uitsluitend sprake van natuurgrasvelden in plaats van kunstgrasvelden. Kortom, aan een fictieve situatie.
Voorgeschiedenis. De aanvraag is op 10 maart 2017 ontvangen; op 12 mei 2017 zijn de verschuldigde aanvraagkosten ontvangen.
Voorgeschiedenis. Hoe ziet uw medische geschiedenis eruit? Welke alternatieve / additionele therapieën heeft u voor deze klacht(en) naast de reguliere al gevolgd? Heeft u andere lichamelijke klachten/ziektes of heeft u die gehad? Gebruikt u medicijnen? Zo ja, welke? Datum afspraak Wie en wanneer Wat wordt er gedaan? Medicatie Door wie voorgeschreven? Waarvoor?
Voorgeschiedenis. Een historisch overzicht van het ontstaan der problemen, die in de overeenkomst tot oplossing zijn gebracht, dient aan te vangen met de mededeling in 1956 van Indonesië, dat het zich niet langer gebonden achtte aan de ter Ronde-tafelconfe- rentic gesloten overeenkomsten en het daarop gevolgde besluit de bij de soevereiniteitsoverdracht aanvaardde schulden aan Nederland en de Nederlandsche Bank en de schulden uit hoof- de van Nederlands-Indische openbare obligatieleningen, welke door de Nederlandse Staat zijn gegarandeerd, niet langer te erkennen en niet meer te zullen betalen. Voorts werd ingevolge een besluit van de centrale regering te Djakarta de leningsdienst van de autonome ressorten gestaakt. Politieke ontwikkelingen waren in december 1957 en latere maanden aanleiding tot een reeks maatregelen van de Indone- sische overheid, waardoor aan de Nederlandse economische activiteit in Indonesië over bijna de gehele linie een einde werd gemaakt. De betaling van pensioenen en wachtgelden aan ge- wezen ambtenaren van Nederlandse nationaliteit werd be- ëindigd. Voorts werd thans ook de nakoming opgeschort van betalingsverplichtingen tegenover Nederland, waarvan de rechtsgeldigheid overigens niet buiten twijfel werd gesteld. De aanvankelijke onderbeheerstelling van alle Nederlandse be- drijven werd later gevolgd door nationalisatie krachtens een op 31 december 1958 afgekondigde daartoe strekkende wet (nr. 86/1958). Ten gevolge van de afkondiging van de Indonesische Agrarische Basiswet, in werking getreden op 24 september 1960, verloren vele Nederlandse belanghebbenden de facto de beschikking over hun grond- en huizenbezit. Door sommige particuliere belanghebbenden ondernomen pogingen om rechts- herstel of schadevergoeding te verkrijgen of om verhaal te vinden op Indonesische eigendommen elders, hadden geen resultaat. Bovenvermelde Indonesische maatregelen gaven aanleiding tot een reeks diplomatieke stappen, die echter' zonder effect bleven. Uitvoeriger bijzonderheden over de bovenomschreven ont- wikkelingen zijn opgenomen in de Jaarboeken van het Minis- terie van Buitenlandse Zaken over de betreffende periode. Toen op 17 augustus 1960 de diplomatieke betrekkingen door Indonesië werden verbroken, kwam daarmede tevens een einde aan de mogelijkheid, langs rechtstreekse diplomatieke weg te trachten de aanspraken van belanghebbenden en van de Staat geldend te maken. Gaandeweg werd duidelijk, dat niet meer op teruggave van genationaliseerde bedrijven kon worden gereke...
Voorgeschiedenis. Bij deze vragen dienen feiten vermeld te worden over de voorgeschiedenis van de aanvrager / het bedrijf en/of andere personen van wie het belang wordt meeverzekerd op deze verzekering, die zijn voorgevallen; en indien er sprake is van een rechtspersoon tevens van de statutair directeur(en)/bestuurder(s) van de rechtspersoon. – Is er door een verzekeraar enige vorm van verzekering in de laatste vijf jaar geweigerd of nee ja opgezegd, of zijn er beperkende voorwaarden of verhoogde premies aangekondigd dan wel verplicht gesteld die specifiek en uitsluitend voor dat risico en voor die verzekering golden? – Is er in de laatste acht jaar sprake geweest van een veroordeling of een strafbeschikking nee ja (voor een taakstraf van meer dan 20 uur) ter zake van een misdrijf, van aanraking met justitie er uitvoering van een opgelegde (straf)maatregel in verband daarmee, dan wel is er sprake van een uitgebrachte dagvaarding in een lopende procedure ter zake van een misdrijf? * * Hieronder te verstaan het als verdachte of ter uitvoering van een opgelegde (straf)maatregel in aanraking gekomen zijn met politie en/of justitie in verband met een misdrijf. Hieronder vallen dus niet alle strafbare feiten, maar alleen die wettelijk als misdrijven worden aangemerkt. Toelichting: Deze vraag dient met ”ja” beantwoord te worden als er sprake is (geweest) van: – een veroordeling door de rechter en/of – een strafbeschikking van een officier van justitie voor een taakstraf van meer dan 20 uur en/of – aanraking met justitie ter uitvoering van een opgelegde (straf)maatregel in verband met een veroordeling of strafbeschikking zoals hiervoor genoemd en/of – als sprake is van een uitgebrachte dagvaarding in een lopende procedure, alles ter zake van het (mede)plegen van een misdrijf of voor medeplichtigheid daaraan. Misdrijven die zijn afgedaan met een transactie (schikkingsvoorstel) of met een HALT-procedure vallen hier niet onder. Onder misdrijven vallen alleen de strafbare feiten die wettelijk als misdrijven worden aangemerkt, dus niet andere strafbare feiten zoals overtredingen.
Voorgeschiedenis. 2. In zijn besluit inzake het geschil tussen UPC en KPN1 (hierna: EKAN-besluit) heeft het college het begrip evident kenbaar afzonderlijk netwerk (hierna: EKAN) geïntroduceerd om vast te stellen of het vragen van transittarieven voor het afwikkelen van verkeer naar een bepaald netwerk gerechtvaardigd is. Het college heeft in het betreffende besluit een aantal, niet cumulatieve, criteria geformuleerd waaraan een netwerk moet voldoen om te kwalificeren als EKAN (hierna: EKAN-criteria).
Voorgeschiedenis. De volgende vragen gaan over uw voorgeschiedenis, die van uw bedrijf of die van eventuele andere (rechts)personen die betrokken zijn bij de verzekering. Het gaat hierbij over de afgelopen acht jaar. Vraagt u de verzekering aan voor een rechtspersoon, zoals een bv? Beantwoord de vragen dan ook voor de statutair directeur(en), de bestuurder(s) en/of de aandeelhouders met een belang van 33,3% of meer. Heeft u of hebben andere betrokken (rechts)personen schade Xxx Xx, vul dan onderstaand schema in. veroorzaakt of schade geleden door gebeurtenissen die worden gedekt door de aangevraagde verzekering? Schadejaar Maatschappij Schadebedrag Is de schade Omschrijving voorval openstaand (o), betaald (b) of afgewezen (a) € o b a € o b a € o b a € o b a € o b a € o b a Bent u of zijn andere betrokken (rechts)personen ooit geweigerd door berzekering stopgezet of andere gewijzigde voorwaarden gesteld? Nee Ja Bent u of zijn andere betrokken (rechts)personen op wat voor verband met (verdenking van) het plegen van een misdrijf? Nee Ja Zijn er meer schadegevallen dan in bovenstaand schema past? Voeg dan een bijlage toe met alle gevraagde gegevens. een andere verzekeraar? Of heeft een andere verzekeraar ooit een xxxxxx dan ook in aanraking geweest met politie of justitie in Met ‘plegen’ bedoelen wij ook medeplegen en medeplichtigheid. Met ‘misdrijf’ bedoelen wij alleen de strafbare feiten die wettelijk als misdrijf worden aangemerkt. Het gaat dan meestal om zwaardere delicten die bij veroordeling tot een strafblad leiden. Verkeersovertredingen vallen daar meestal niet onder.
Voorgeschiedenis. De gemeenten in de provincie Groningen oriënteren zich al enige jaren op de vraag hoe zij hun bestuurskracht het effectiefst kunnen versterken en wat dat betekent voor hun bestuurlijke toekomst. In de periode van 2006 tot en met 2008 hebben de meeste Groninger gemeenten hun bestuurskracht laten onderzoeken. Naar aanleiding van de uitkomsten van deze onderzoeken hebben de betreffende gemeenten geprobeerd de gebleken bestuurskrachtproblemen te ondervangen door het inrichten van diverse samenwerkingsverbanden in zogeheten ‘clusters’. Ook de gemeenten Bedum, De Marne en Winsum zijn in clusterverband gaan samenwerken. De gemeente Eemsmond sloot zich in toenemende mate hierbij aan.