Afspiegeling. Voor het bepalen van boventalligheid wordt het afspiegelingsbeginsel gehanteerd. Het gaat dan om de vraag, wie als eerste voor boventalligheid moet worden voorgedragen. Afspiegeling is bedoeld om de leeftijdsopbouw vóór en ná de reorganisatie zoveel mogelijk gelijk te houden. Het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast per categorie uitwisselbare functies op basis van de leeftijdsopbouw binnen die categorie. Het personeel van de categorie uitwisselbare functies wordt ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen, te weten van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar, en van 55 jaar en ouder. Vervolgens wordt binnen elke leeftijdsgroep de werknemer met het kortste dienstverband als eerste boventallig verklaard.
Afspiegeling. Wanneer de opdrachtgever tot opzegging van (een) arbeidsrelatie(s) over gaat wegens bedrijfseconomische redenen, dient het afspiegelingsbeginsel te worden toegepast op zowel de werknemers die rechtstreeks in dienst zijn van de opdrachtgever als op de payroll-medewerkers. Onder overlegging van een genoegzame onderbouwing is het opdrachtgever toegestaan maximaal 10% af te wijken van de uitkomst(en) van het afspiegelingsbeginsel, wanneer het gaat om een of meer payroll- medewerkers die over kennis en bekwaamheden beschikken die voor het functioneren van de onderneming van de opdrachtgever van zodanig belang zijn dat in zijn (of hun) plaats een (of meer) andere payroll-medewerker(s) voor ontslag moet worden voorgedragen.
Afspiegeling. Het toepassen van het anciënniteitbeginsel per leeftijdscategorie, binnen een categorie uitwisselbare functies. Het personeel wordt per categorie uitwisselbare functies in een vijftal leeftijdsgroepen ingedeeld (van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder). Het boventallig verklaren van werknemers binnen elke leeftijdscategorie moet zodanig plaatsvinden dat de procentuele leeftijdsopbouw vóór en ná de organisatieverandering zo veel mogelijk gelijk blijft. Daartoe worden binnen elke leeftijdsgroep de werknemers met het kortste dienstverband als eerste als boventallig aangemerkt (op volgorde van anciënniteit).
Afspiegeling. Indien uit het nieuwe formatieplaatsenplan blijkt dat het aantal formatieplaatsen op deze functies is afgenomen en er binnen dezelfde organisatie-eenheid meer kandidaten zijn die als functievolger voor deze functies in aanmerking komen dan het aantal beschikbare functies, wordt op basis van het afspiegelingsbeginsel bepaald wie voor de beschikbare functie(s) in aanmerking komt. De regels van de Ontslagregeling worden hierbij in acht genomen.
Afspiegeling. 1. Wanneer volgens dit sociaal plan sprake zal zijn van toepassing van het afspiegelingsbeginsel om medewerkers als boventallig aan te wijzen, vindt dit op basis van de volgende criteria, ontleend aan de Ontslagregeling, plaats.
2. De peildatum van de toepassing van het afspiegelingsbeginsel is de datum waarop de directie het definitieve besluit voor de reorganisatie heeft genomen.
3. Allereerst worden alle medewerkers van een groep gelijke of uitwisselbare functies ingedeeld in:
a. Externe medewerkers (uitzendkrachten, ZZP’ers, ingeleende derden)
b. Medewerkers die AOW-gerechtigd zijn
Afspiegeling. 3.4.1 Als gevolg van de Wet gelijke behandeling, op grond van leeftijd bij de arbeid en het ontslag besluit zoals dat per 1 maart 2006 geldt, zal bij bepaling van boventalligheid rekening gehouden worden met het afspiegelingbeginsel: dit heeft betrekking op de leeftijdsopbouw in de organi satie en gaat uit van een evenwichtige leeftijds opbouw van het personeelsbestand. Hierbij wordt een indeling in vijf leeftijdsgroepen gehanteerd: ▸ 15 tot 25 jaar ▸ 25 tot 35 jaar ▸ 35 tot 45 jaar ▸ 45 tot 55 jaar ▸ 55 tot 65 jaar. Binnen deze leeftijdsgroepen geldt het anciënni teitsprincipe.
3.4.2 Van het afspiegelingsbeginsel kan alleen worden afgeweken in overeenstemming met het GO
Afspiegeling. Klik hier voor informatie over dit begrip.
Afspiegeling. Indien er sprake is van boventalligheid binnen een groep van Uitwisselbare Functies binnen één bedrijfsvestiging van CEVA Logistics dan wordt het Afspiegelingsbeginsel toegepast.
Afspiegeling. In het geval waarin het aantal te plaatsen medewerkers het aantal beschikbare uitwisselbare functies overtreft, wordt het afspiegelingsbeginsel zoals beschreven in de door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgestelde Ontslagregeling (artikel 1 en 17) overeenkomstig toegepast.
Afspiegeling