Alcohol- en drugsbeleid Voorbeeldclausules

Alcohol- en drugsbeleid. 2.12 De onderaannemer moet garanderen dat geen van zijn werknemers en vertegenwoordigers die op de werf werken, in het bezit zijn van drugs of alcohol, noch drugs of alcohol gebruiken tijdens de werkzaamheden. De onderaannemer moet een schriftelijk intern beleid of plan inzake drugsmisbruik hebben of bij gebrek daaraan het alcohol- en drugsbeleid van JDN onderschrijven. Dat omvat maar is niet beperkt tot het willekeurig testen op het gebruik van alcohol of drugs bij enig vermoeden; het testen van personeel dat betrokken is bij een ongeval of een ernstig bijna-ongeval.
Alcohol- en drugsbeleid. De ISM-verbodsregels en de in het bedrijf uitgewerkte regels in verband met het alcohol- en drugsgebruik dienen strikt nageleefd te worden.
Alcohol- en drugsbeleid artikel 152. Doel:
Alcohol- en drugsbeleid. ARTIKEL 14. Illegale drugs binnenbrengen, gebruiken, verdelen of verkopen, of onder invloed zijn ervan tijdens de werkuren is niet toegestaan. Werkgerelateerd gebruik van alcohol of drugs beïnvloedt de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van personeelsleden en hun omgeving negatief. Met werkgerelateerd gebruik wordt elk gebruik bedoeld dat zich voordoet tijdens werkgerelateerde uren, zijnde onmiddellijk voorafgaand aan het werk, tijdens de werktijd, inclusief de lunchpauzes, ‘specifieke aangelegenheden’ op het werk en de weg van en naar het werk. Het alcohol- en drugsbeleid bij Het Facilitair Bedrijf sluit aan bij bestaande structuren waarmee het functioneren van personeelsleden wordt geëvalueerd, zoals het evaluatiesysteem PLOEG, de schorsings- en tuchtprocedure en de ontslagprocedure. Het gaat uit van een meerkansenbeleid: pas wanneer de werkprestaties niet verbeteren en eventuele begeleiding niet helpt, zullen er sancties volgen. Het beleid geldt voor alle werknemers van Het Facilitair Bedrijf. Daarbij staan de arbeidsprestaties en de werkrelaties centraal. Wanneer wordt vastgesteld dat de prestaties van een personeelslid of zijn relatie met de werkomgeving worden verstoord, zal dit door de leidinggevende worden vastgesteld en ontvangt het betrokken personeelslid hierover een nota rond zijn functioneren. Er is sprake van acuut overmatig gebruik, waarbij eenmalig overmatig gebruik wordt vastgesteld en het personeelslid heeft zoveel alcohol, medicijnen en/of drugs gebruikt dat hij/zij niet meer in staat is goed te functioneren binnen zijn werkomgeving. De taken van de leidinggevende zijn: × Duidelijke vaststelling van werkonbekwaamheid en snelle verwijdering van de werkvloer. Eventuele vervoerskosten zijn ten laste van het personeelslid. Niet gepresteerde uren worden gecompenseerd met prikklok- of overuren, verlof of onbetaald verlof. × Een functioneringsgesprek met betrokkene kort na het voorval × Opmaak van een nota rond het functioneren, die wordt toegevoegd aan het personeelsdossier Bij de vaststelling van chronisch overmatig middelengebruik is er sprake van een afhankelijkheidsproblematiek. De taken van de leidinggevende zijn: × Vaststellen disfunctioneren × Een functioneringsgesprek met betrokkene om deze te confronteren met het disfunctioneren × Opmaak van een nota rond het functioneren, die wordt toegevoegd aan het personeelsdossier. Daarbij worden periodieke evaluatiemoment(en) afgesproken. × De opstart van een re-integratie traject.
Alcohol- en drugsbeleid. (zie procedure in bijlage) Het bestuur heeft bij collegebesluit d.d.18.06.2007 een beleidsverklaring goedgekeurd houdende de bepaling van strategische, algemene, en operationele doelstellingen m.b.t. welzijn op het werk. Zij wil samen met al zijn medewerkers een kwaliteitsvolle dienstverlening bieden aan de burger. Dit kan enkel als alle medewerkers goed functioneren, als hun welzijn is gewaarborgd en als zij in een zo aangenaam mogelijke omgeving kunnen werken. Het bestuur acht zich medeverantwoordelijk voor het welzijn van haar medewerkers, evenals voor het creëren van een aangename werkomgeving. Het bestuur meent dat misbruik van alcohol, medicatie of drugs onverenigbaar is met de hierboven vernoemde doelstelling. Dit misbruik heeft niet alleen een impact op de werkomgeving en het welzijn, maar ook op de arbeidsprestatie en werkrelaties van medewerkers. Met het beoogde alcohol- en drugsbeleid stelt het bestuur ook het functioneren van iedere medewerker centraal. Preventie, behoud van functie en behoud van tewerkstelling zijn hierbij essentieel. Indien een medewerker toch te kampen heeft met een alcohol- en/of drugprobleem wil het bestuur de medewerker ondersteunen bij de aanpak van dit probleem. Elke medewerker heeft recht op een haalbare kans op herstel. Hierbij wordt ook beroep gedaan op zijn/haar eigen verantwoordelijkheid hierin. Naast het bepalen van procedures die moeten gevolgd worden bij vaststelling van disfunctioneren op het werk ten gevolge van acuut of chronisch misbruik, vindt het bestuur het belangrijk zo vroeg mogelijk in te grijpen in de ontwikkeling van problematisch middelengebruik. Prioriteit hierin is het bespreekbaar maken van de alcohol- en drugthematiek binnen het gemeentebestuur. Personeelsleden dienen geïnformeerd te worden wat mag en niet mag. Daarnaast dient voorkomen te worden dat sociaal gebruik overgaat in probleemgebruik en daarbij een zo vroeg mogelijke herkenning van probleemsituaties, met bijzondere aandacht voor de bepalende rol van de leidinggevende hierin. Ook collega’s worden opgeroepen hierbij alert te zijn. Men helpt de gebruiker niet door niets te doen – integendeel – het probleem wordt doorgaans erger. Tevens dienen hulpverleners (o.a. de arbeidsgeneesheer) de werknemer te motiveren om zijn/haar onderliggend alcohol- of drugprobleem aan te pakken en daartoe eventueel de nodige externe hulpverlening te aanvaarden. Het beleid steunt op vier peilers:
Alcohol- en drugsbeleid. Het alcohol- en drugsbeleid van het OPZ Geel wordt beschreven in addendum XIX.
Alcohol- en drugsbeleid. Het kader voor het alcohol- en drugsbeleid wordt bepaald door de omzendbrief BZ 2011/3 zoals deze zal worden gewijzigd. De essentie van de omzendbrief is gericht op preventie. Voor het agentschap AJH wordt hiervoor een specifiek kader uitgewerkt (bijlage 4).
Alcohol- en drugsbeleid 
Alcohol- en drugsbeleid