Hefboomfinanciering Voorbeeldclausules

Hefboomfinanciering. In deze paragraaf wordt informatie verstrekt of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. In het Fonds zelf is de hefboomfinanciering naar verwachting conform bovengenoemde berekeningsmethodieken nihil. In overeenstemming met het beleggingsbeleid is er indirect wel sprake van hefboomfinanciering waar het Fonds aan kan blootstaan door de belegging in het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund. Het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund heeft niet de intentie om afgeleide instrumenten extensief te gebruiken, maar enkel ter ondersteuning van het beleggingsbeleid. Doordat het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund gebruik kan maken van afgeleide instrumenten en doordat het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund als debiteur tijdelijke leningen kan aangaan waarmee kan worden belegd met geleend geld, kan er sprake zijn van hefboomfinanciering. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de “brutomethode” (Gross Method) en de “methode op basis van gedane toezeggingen” (Commitment method), zoals beschreven in de AIFM richtlijn,is voor het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund gemaximeerd op 210% (als ratio tussen de exposure van de Beleggingsinstelling en het Fondsvermogen). Het gaat hierbij om een maximaal niveau, bedoeld voor uitzonderlijke omstandigheden. Indien er geen sprake is van hefboomfinanciering, zal dit percentage 100% bedragen. De verwachting is dat het gemiddelde niveau van hefboomfinanciering onder normale omstandighed...
Hefboomfinanciering. Het Fonds zal geen gebruik maken van hefboomfinanciering.
Hefboomfinanciering. Onder hefboomfinanciering wordt verstaan het beleggen door het Fonds met gelden die het Fonds heeft geleend. Zoals in hoofdstuk 8.3 is weergegeven gaat het Fonds in beginsel uitsluitend een hypothecaire lening aan van € 20.140.000. Deze hypothecaire lening kan worden verlengd of worden overgesloten, tot een maximum hoofdsom van € 20.140.000. Voor zover het Fonds naast bedoelde hypothecaire lening gelden zou lenen, is de goedkeuring van de Vergadering van Participanten vereist voor het aangaan of uitbreiden van een of meer leningen indien het totaal van die geleende bedragen - naast bedoelde hypothecaire lening - het bedrag van € 25.000 of meer zou bedragen. De maximale hefboomfinanciering van het Fonds bedraagt derhalve € 20.165.000. Indien naar het oordeel van de Beheerder een verhoging van de maximale hefboomfinanciering wenselijk is, zal de Beheerder: ▪ daar de goedkeuring van de Vergadering van Participanten voor verzoeken waarbij een toelichting wordt gegeven op (a) de oorspronkelijke en de herziene maximale hefboomfinanciering, (b) de aard van alle eventuele rechten op hergebruik van zekerheden, (c) de aard van alle eventueel verleende garanties en (d) de in verband hiermee eventuele wijzigingen in dienstverleners aan het Fonds, de Beheerder, de Stichting of de Bewaarder; en ▪ indien de Vergadering van Participanten bedoelde goedkeuring verleent, in of tegelijkertijd met de jaarrekening informatie verstrekken over het bedrag van de totale hefboomfinanciering (berekend op de bij of krachtens de wet voorgeschreven methodes).
Hefboomfinanciering. Het Fonds zal uitsluitend haar eigen vermogen beleggen en geen leningen opnemen, short posities innemen, effecten in- of uitlenen of andere (derivaten) transacties aangaan door middel waarvan de blootstelling van het Fonds aan (markt)risico’s groter zou worden dan veroorzaakt door de belegging van het eigen vermogen van het Fonds. Het is het Fonds wel toegestaan gedurende een periode van ten hoogste drie (3) Werkdagen debet standen aan te gaan in verband met de settlement van aan- en verkooptransacties, mits deze niet hoger zijn dan tien procent (10%) van de waarde van de Fondsbezittingen.
Hefboomfinanciering. Onder hefboomfinanciering wordt verstaan het beleggen door het Fonds met gelden die het Fonds heeft geleend. Zoals in hoofdstuk 8.3 is weergegeven gaat het Fonds in beginsel geen financieringen aan (de hypothecaire financiering voor de financiering van de vastgoedportefeuille wordt aangegaan door de Vastgoed BV’s en de Vastgoed KG die de winkels in eigendom hebben). Voor zover het Fonds niettemin gelden zou lenen, is de goedkeuring van de Vergadering van Participanten vereist voor het aangaan of uitbreiden van één of meer leningen indien het totaal van de geleende bedragen € 25.000 of meer zou bedragen. De maximale hefboomfinanciering van het Fonds bedraagt derhalve € 25.000. Indien naar het oordeel van de Beheerder een verhoging van de maximale hefboomfinanciering wenselijk is, zal de Beheerder: » daar de goedkeuring van de Vergadering van Participanten voor verzoeken waarbij een toelichting wordt gegeven op (a) de oorspronkelijke en de herziene maximale hefboomfinanciering, (b) de aard van alle eventuele rechten op hergebruik van zekerheden, (c) de aard van alle eventueel verleende garanties en (d) de in verband hiermee eventuele wijzigingen in dienstverleners aan het Fonds, de Beheerder, de Stichting of de Bewaarder; en » indien de Vergadering van Participanten bedoelde goedkeuring verleent, in of tegelijkertijd met de jaarrekening informatie verstrekken over het bedrag van de totale hefboomfinanciering (berekend op de bij of krachtens de wet voorgeschreven methodes).
Hefboomfinanciering. In deze paragraaf wordt informatie verstrekt of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering. De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. In het Fonds zelf is de hefboomfinanciering naar verwachting conform bovengenoemde berekeningsmethodieken nihil. In overeenstemming met het beleggingsbeleid is er indirect wel sprake van hefboomfinanciering waar het Fonds aan kan blootstaan door de belegging in het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund. Het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund heeft niet de intentie om afgeleide instrumenten extensief te gebruiken, maar enkel ter ondersteuning van het beleggingsbeleid. Doordat het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund gebruik kan maken van afgeleide instrumenten en doordat het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund als debiteur tijdelijke leningen kan aangaan waarmee kan worden belegd met geleend geld, kan er sprake zijn van hefboomfinanciering. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de “brutomethode” (Gross Method) en de “methode op basis van gedane toezeggingen” (Commitment method), zoals beschreven in de AIFM richtlijn,is voor het Robeco Q1 Institutional Emerging Markets Enhanced Index Equities Fund gemaximeerd op 210% (als ratio tussen de exposure van de Beleggingsinstelling en het Fondsvermogen). Het gaat hierbij om een maximaal niveau, bedoeld voor uitzonderlijke omstandigheden. Indien er geen sprake is van hefboomfinanciering, zal dit percentage 100% bedragen. De verwachting is dat het gemiddelde niveau van hefboomfinanciering onder normale omstandighed...

Related to Hefboomfinanciering

  • Financiering 2.1 Als de koper de verkoop door een derde wil financieren (verkoop op afbetaling, leasing, enz.) en als de gekozen financiering de betaling door de kredietgever van de volledige of een deel van de prijs rechtstreeks aan de verkoper impliceert, is dergelijke financiering alleen door de verkoper geaccepteerd ten belope van maximum 85% van de prijs. Bijgevolge, als de koper voor dergelijke financiering van zijn aankoop kiest (zoals voorgesteld op het online platform), kan het rechtstreeks door de kredietgever aan de verkoper betaalde bedrag van het krediet niet meer bedragen dan 85% van de prijs.

  • Motorrijtuig Het motorrijtuig dat als zodanig is omschreven op het polisblad.

  • Boetebepaling 7. Indien huurder zich, na door verhuurder behoorlijk in gebreke te zijn gesteld, niet houdt aan de in de huurovereenkomst en de in deze algemene bepalingen opgenomen voorschriften, verbeurt huurder aan verhuurder, voor zover geen specifieke boete is overeengekomen, een direct opeisbare boete van € 250,00 per dag voor elke dag dat huurder in verzuim is. Het vorenstaande laat onverlet het recht van verhuurder op volledige schadevergoeding, voor zover de geleden schade de verbeurde boete overtreft.

  • Uitkering De maatschappij betaalt de schade-uitkering aan de verzekeringnemer, tenzij deze een ander aanwijst of de polisvoorwaarden anders bepalen.

  • Arbeidsduurverkorting ARTIKEL 6

  • Collectieve zorgverzekering 1 De Vereniging Hogescholen sluit voor alle hogescholen een collectieve zorgverzekering. De werknemer kan van deze verzekering gebruik maken, waarbij voor de aanvullende verzekering een specifieke hbo premie geldt. De hogeschool die geen gebruik maakt van de collectieve zorgverzekering, zorgt voor een aanbod aan zijn werknemers bestaande uit een vergelijkbaar pakket tegen vergelijkbare condities.

  • Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd waarin hij salaris heeft ontvangen.

  • Loonsverhoging De loonmarge is het percentage dat de lonen mogen stijgen bovenop de automatische indexering. Tweejaarlijks krijgen de sociale partners de mogelijkheid om hierover te onderhandelen. De hoogte van het percentage wordt bepaald door de loonnormwet. Deze wet moet voorkomen dat de lonen in België sneller stijgen dan de lonen in onze buurlanden. Voor 2023-2024 bedraagt de loonmarge nul procent. Dit betekent dat we niet konden onderhandelen over een stijging van de lonen bovenop de automatische indexering.

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenkomstig artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en dus niet verplicht voor partijen die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en om allesomvattend te zijn, omvat het de clausules van de Brusselse huisvestingscode en andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en die de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten. Wanneer het model voorziet in verschillende opties voor de partijen over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met een selectievakje (□) voor elke optie. De partijen kunnen verwijzen naar de bij de huidige woonhuurovereenkomst bijgevoegde toelichtende nota voor iedere erbij horende aanvullende informatie. □ Als het om een natuurlijke persoon gaat (naam, voornaam en tweede voornaam van de verhuurder(s), rijksregisternummer):……………………………………………………………………………………………... .………………………………...…………………………………………………………………………………... Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: …………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… □ Als het om een rechtspersoon gaat (maatschappelijke benaming van de rechtspersoon): …………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Met maatschappelijke zetel gevestigd te (postcode, gemeente) …………………………………………….. (adres, nr.)…………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………. En met ondernemingsnummer………………………………………………………………………………….. Handelend in de hoedanigheid van........................................................................................................., Hier vertegenwoordigd door .................................................................................................................. (naam, voornaam en tweede voornaam van de eerste medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… (naam, voornaam en tweede voornaam van de tweede medehuurder, rijksregisternummer): …………. .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….... Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. (naam, voornaam en tweede voornaam van de derde medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………….

  • Dekking U heeft aanspraak op rechtsbijstand wanneer u deelneemt aan het verkeer en: