BOEKJAAR - JAARREKENING - JAARVERSLAG Voorbeeldclausules

BOEKJAAR - JAARREKENING - JAARVERSLAG. Het boekjaar begint op één januari en eindigt op eenendertig december van elk jaar. Op het einde van elk boekjaar maakt de raad van bestuur een inventaris op als- mede de jaarrekening, De bestuurders stellen tevens een verslag op waarin zij re- kenschap geven van hun beleid. Dat verslag bevat een commentaar op de jaarre- kening waarbij een getrouw overzicht wordt gegeven van de gang van zaken en van de positie van de vennootschap. Dat verslag bevat eveneens de informatie voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen, waaronder een verkla- ring inzake deugdelijk bestuur, die er een specifiek onderdeel van vormt. Deze ver- klaring inzake deugdelijk bestuur bevat tevens het remuneratieverslag dat er een specifiek onderdeel van vormt. Van zodra de oproeping tot de vergadering is gepubliceerd, mogen de aandeelhou- ders kennis nemen van de jaarrekening en de andere stukken vermeld in het Wet- boek van vennootschappen.
BOEKJAAR - JAARREKENING - JAARVERSLAG. 29.1. Het boekjaar van de Vennootschap gaat telkens in op één januari en eindigt op eenendertig december. Op het einde van elk boekjaar worden de boeken en bescheiden af- gesloten en maakt de enige bestuurder de inventaris op, alsmede de jaarrekening en wordt verder gehandeld naar de voorschriften van boek 3 van het Wetboek van vennootschap- pen en verenigingen. De enige bestuurder stelt bovendien een jaarverslag op waarin hij rekenschap geeft van zijn beleid zoals voorge- schreven door het Wetboek van vennootschappen en vereni- gingen. Het jaarverslag bevat tevens een verklaring inzake deugdelijk bestuur, dat er een specifiek onderdeel van vormt en dat tevens het remuneratieverslag bevat. 29.2. Na goedkeuring van de balans beslist de algemene vergadering bij afzonderlijke stemming over de aan de enige bestuurder en commissaris(sen) te verlenen kwijting. 29.3. De jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële ver- slagen van de Vennootschap, die de statutaire en geconso- lideerde jaarlijkse en halfjaarlijkse rekeningen van de Vennootschap bevatten evenals het verslag van de commis- saris(sen), worden ter beschikking gesteld van de aandeel- houders in overeenstemming met de bepalingen die van toe- passing zijn op de emittenten van financiële instrumenten die toegelaten zijn tot verhandeling op een gereglemen- teerde markt. De jaarlijkse en halfjaarlijkse verslagen van de Ven- nootschap, het verslag van de commissaris(sen) evenals deze Statuten van de Vennootschap worden op de website van de Vennootschap gepubliceerd..
BOEKJAAR - JAARREKENING - JAARVERSLAG. Het boekjaar begint op één januari en eindigt op één en dertig december van elk jaar. Op het einde van elk boekjaar maakt de raad van bestuur een inventaris, alsmede de jaarrekening bestaande uit de balans, de resultatenrekening en de toelichting op. Deze documenten worden overeenkomstig de wet opgesteld en neergelegd bij de Nationale Bank van België. De jaarrekeningen worden met het oog op hun neerlegging geldig onderte- kend door een bestuurder of door een persoon belast met het dagelijks bestuur, of hiertoe uitdrukkelijk gemachtigd door de raad van bestuur. De bestuurders stellen bovendien jaarlijks een verslag op overeenkomstig artikel 3:5 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
BOEKJAAR - JAARREKENING - JAARVERSLAG. Het boekjaar begint op één januari en eindigt op één en dertig december van elk jaar. Op het einde van elk boekjaar maakt de statutair zaakvoerder een inventaris, alsmede de jaarrekening bestaande uit de balans, de resultatenrekening en de toelichting op. Deze documenten worden overeenkomstig de wet opgesteld en neergelegd bij de Nationale Bank van België. De statutair zaakvoerder stelt bovendien jaarlijks een verslag op overeenkomstig artikel 95 en 96 van het Wetboek van vennootschappen. De statutair zaakvoerder is evenwel niet gehouden tot het opstellen van een jaarverslag zolang de vennootschap beantwoordt aan de voorwaarden gesteld door artikel 94, eerste lid, 1° van het Wetboek van vennootschappen. Vijftien dagen vóór de gewone algemene vergadering, die binnen zes maanden na de afsluiting van het boekjaar moet bijeenkomen, mogen de vennoten in de zetel van de vennootschap kennis nemen van de jaarrekening en de andere stukken vermeld in het Wetboek van vennootschappen. Na goedkeuring van de balans beslist de algemene vergadering bij afzonderlijke stemming over de aan de statutair zaakvoerder en eventuele commissaris te verlenen kwijting.
BOEKJAAR - JAARREKENING - JAARVERSLAG. Het boekjaar begint op één januari en eindigt op een- endertig december van elk jaar. Van zodra de oproeping tot de vergadering is gepu- bliceerd, mogen de aandeelhouders kennis nemen van de jaarrekening en de andere stukken vermeld in het Wetboek van vennootschappen.
BOEKJAAR - JAARREKENING - JAARVERSLAG. Het boekjaar van de vennootschap gaat telkens in op één januari en eindigt op éénendertig december van ieder jaar. Op het einde van elk boekjaar worden de boeken en bescheiden afgesloten en maakt de raad van bestuur de inventaris op, alsmede de jaarrekening en wordt verder gehandeld naar de voorschriften van de toepasselijke vennootschapswetgeving en GVV-Wetgeving. De raad van bestuur stelt bovendien een jaarverslag op waarin hij rekenschap geeft van zijn beleid. Dit jaarverslag bevat tevens een verklaring inzake deugdelijk bestuur, die er een specifiek onderdeel van vormt. Deze verklaring inzake deugdelijk bestuur bevat tevens het remuneratieverslag dat er een specifiek onderdeel van vormt. Na goedkeuring van de jaarrekening beslist de algemene vergadering bij afzonderlijke stemming over de aan de leden van de raad van bestuur en commissaris te verlenen kwijting. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake worden de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningen van de vennootschap neergelegd bij de Nationale Bank van België. De jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële verslagen, de jaar- en halfjaarrekening en het verslag van de commissaris, alsook de statuten van de vennootschap, zijn eveneens op de zetel verkrijgbaar en kunnen, ten informatieve titel, worden geraadpleegd op de website van de vennootschap.
BOEKJAAR - JAARREKENING - JAARVERSLAG. Het boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar.

Related to BOEKJAAR - JAARREKENING - JAARVERSLAG

  • Onteigening - rooilijn - inneming De verkoper verklaart dat het goed, naar zijn weten, geen voorwerp uitmaakt van een planbatenheffing, noch van onteigeningsmaatregelen, noch getroffen is door een erfdienstbaarheid met betrekking tot een rooilijn en noch belast is met een onder- of bovengrondse inneming in het voordeel van een openbare macht of een derde.

  • Toerekenbare tekortkoming 12.1 Indien één van de Partijen toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van de Overeenkomst en/of deze algemene inkoopvoorwaarden, zal de andere Partij een aangetekend schrijven verzenden aan de tekortkomende Partij, alvorens gebruik te maken van de Partij toekomende wettelijke rechten, behoudens de gevallen waarin ingebrekestelling ingevolge het Burgerlijk Wetboek achterwege kan blijven, in welke gevallen de nalatige Partij direct in verzuim verkeert.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • JAARREKENING BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA OPRICHTINGSKOSTEN VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa

  • Teruggave ter beschikking gestelde zaken 1. Indien gebruiker aan opdrachtgever bij de uitvoering van de overeenkomst zaken ter beschikking heeft gesteld is opdrachtgever gehouden het geleverde binnen 14 dagen in oorspronkelijke staat, vrij van gebreken en volledig te retourneren. Indien de opdrachtgever deze verplichting niet nakomt zijn alle hieruit voortvloeiende kosten voor zijn rekening. 2. Indien opdrachtgever, om welke reden ook, na daartoe strekkende aanmaning, alsnog in gebreke blijft met de onder 1. genoemde verplichting, heeft gebruiker het recht de daaruit voortvloeiende schade en kosten, waaronder de kosten van vervanging, op opdrachtgever te verhalen.

  • Dienstverlening en beschikbaarheid C.6.1 Alle diensten van Opdrachtnemer worden uitgevoerd op basis van een inspanningsverplichting, tenzij en voor zover in de Schriftelijke Overeenkomst Opdrachtnemer uitdrukkelijk een resultaat heeft toegezegd en het betreffende resultaat tevens met voldoende bepaaldheid is omschreven. C.6.2 De elektronische transmissie van gegevens van Opdrachtgever in het kader van de Diensten, op welke wijze dan ook, geschiedt voor risico en rekening van Opdrachtgever. C.6.3 Opdrachtnemer is nimmer gehouden om de op afstand beschikbaar gestelde applicaties tevens op een fysieke gegevensdrager (bijv. cd of usb-stick) te leveren aan Opdrachtgever. C.6.4 Indien de Diensten (mede) geleverd worden via Diensten en/of netwerken van Opdrachtnemer, zal Opdrachtnemer zich inspannen om daarbij zo min mogelijk downtime te laten bestaan. C.6.5 Opdrachtnemer biedt geen garanties over de precieze hoeveelheid uptime, tenzij anders is overeengekomen in de offerte middels een als zodanig aangeduide SLA. Voor zover niet in een toepasselijke SLA anders is bepaald, geldt dit artikel. C.6.6 Behoudens tegenbewijs zal de door Opdrachtnemer gemeten beschikbaarheid en serviceniveau gelden als volledig bewijs. C.6.7 Opdrachtnemer zal zich inspannen om te zorgen dat Opdrachtgever gebruik kan maken van de netwerken die direct of indirect verbonden zijn met het netwerk van Opdrachtnemer. Opdrachtnemer kan echter niet garanderen dat deze netwerken op enig moment beschikbaar zijn. Aan het gebruik van netwerken van derden kunnen wettelijke en contractuele voorwaarden verbonden zijn. Opdrachtnemer zal zich inspannen om Opdrachtgever hierover tijdig te informeren. C.6.8 Indien naar het oordeel van Opdrachtnemer een gevaar ontstaat voor het functioneren van de Diensten of het netwerk van Opdrachtnemer of derden en/of van de dienstverlening via een netwerk, in het bijzonder door overmatig verzenden van e-mail of andere gegevens, slecht beveiligde Diensten of activiteiten van virussen, trojans en vergelijkbare software, is Opdrachtnemer gerechtigd alle maatregelen te nemen die zij redelijkerwijs nodig acht om dit te voorkomen. C.6.9 Opdrachtnemer heeft het recht om de Diensten of gedeelten daarvan tijdelijk buiten gebruik te stellen ten behoeve van onderhoud, aanpassing of verbetering daarvan. Opdrachtnemer zal proberen een dergelijke buitengebruikstelling zoveel mogelijk buiten kantooruren om te laten plaatsvinden en zich inspannen om Opdrachtgever tijdig op de hoogte stellen van de geplande buitengebruikstelling. Opdrachtnemer is echter nooit gehouden tot vergoeding van schade die is ontstaan in verband met zodanige buitengebruikstelling, tenzij Schriftelijk expliciet anders is overeengekomen, bijvoorbeeld in een SLA. C.6.10 Slechts indien Schriftelijk uitdrukkelijk overeengekomen is Opdrachtnemer gehouden te beschikken over een uitwijkcentrum of andere uitwijkfaciliteiten. C.6.11 Tenzij de Overeenkomst anders bepaalt, is Opdrachtnemer niet gehouden reservekopieën (back-ups) te maken van door Opdrachtgever op Diensten van Opdrachtnemer opgeslagen gegevens. Eventueel gemaakte back-ups kunnen na beëindiging van de Overeenkomst op elk moment vernietigd worden. Het is de verantwoordelijkheid van Opdrachtgever om te verzoeken om een back-up bij beëindiging of ontbinding.

  • Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1. Het begin en het einde van het dienstverband moeten bepaald zijn in de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen duur is verstreken, dus zonder dat voorafgaande opzegging vereist is. De aanzegplicht is vermeld in artikel 15 van deze cao. 2. Werkgever en werknemer kunnen een keten van maximaal 3 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten, die samen niet langer duren dan 36 maanden. Om een nieuwe keten van tijdelijke arbeidsovereenkomsten te kunnen starten moet er een periode van langer dan 6 maanden tussen twee arbeidsovereenkomsten zijn gelegen. 3. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden opgezegd als deze mogelijkheid in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze opzeggingsmogelijkheid van toepassing.

  • Afrekening en betaling 14.1 De klant is de in de horecaovereenkomst overeengekomen prijs verschuldigd. De prijzen worden vermeld op lijsten die door het horecabedrijf op een voor de gast zichtbare plaats zijn aangebracht of zijn opgenomen in een lijst die aan de klant, desnoods op diens verzoek, wordt overhandigd of die via digitale bronnen toeganke- lijk is voor de klant. Een lijst wordt geacht voor de klant zichtbaar aangebracht te zijn indien deze zichtbaar is in de normaal toegankelijke ruimten van het horecabedrijf. 14.2 Voor bijzondere diensten, zoals het gebruik van garderobe, garage, safe, wasserij of stomerij, telefoon, internet, wifi, roomservice, t.v.-huur e.d. kan door het horecabedrijf een extra vergoeding in rekening worden gebracht. 14.3 Alle rekeningen, daaronder mede begrepen rekeningen ter zake annulering of no-show, zijn door de klant verschuldigd op het moment dat ze aan hem worden gepresenteerd. De klant dient voor contante betaling of betaling per bank of giro zorg te dragen, tenzij anders overeengekomen. 14.4 De gast en de klant zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle bedragen die één van hen of beiden aan het hore- cabedrijf uit welken hoofde ook verschuldigd zijn. Horecaovereenkomsten worden behoudens andersluidend beding geacht mede namens elke gast gesloten te zijn. Door te verschijnen geeft de gast te kennen dat de klant bevoegd was hem bij het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst te vertegenwoordigen. 14.5 Zolang de klant niet geheel aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan is het horecabedrijf gerechtigd om alle goederen welke door de klant in het horecabedrijf zijn meegebracht onder zich te nemen en te houden, totdat de klant ten genoegen van het horecabedrijf aan al zijn verplichtingen jegens het horecabe- drijf heeft voldaan. Naast een retentierecht komt het horecabedrijf in voorkomend geval een pandrecht toe op de betreffende goederen. 14.6 Indien andere dan contante betaling is overeengekomen dienen alle facturen, voor welk bedrag ook, door de klant binnen veertien dagen na factuurdatum aan het horecabedrijf te worden voldaan. Indien een factuur wordt gezonden is het horecabedrijf te allen tijde bevoegd een kredietbeperkingstoeslag van 2% van het fac- tuurbedrag in rekening te brengen, welke vervalt indien de klant de factuur binnen veertien dagen voldoet. 14.7 Indien en voor zover tijdige betaling achterwege blijft, is de klant in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist. Uitsluitend indien de klant een natuurlijk persoon (consument) is, stuurt het horecabedrijf bij achterwege blijven van betaling, eenmalig een ingebrekestelling met een termijn van tenminste 14 dagen om alsnog te betalen. 14.8 Indien de klant in gebreke is moet hij aan het horecabedrijf alle op de inning vallende kosten vergoeden. De buitengerechtelijke inningskosten worden in rekening gebracht volgens de wet. 14.9 Indien het horecabedrijf goederen als bedoeld in artikel 14.5 onder zich heeft en de klant van wie het horecabe- drijf de goederen onder zich heeft gekregen gedurende drie maanden in gebreke is, is het horecabedrijf gerech- tigd deze goederen publiekelijk dan wel onderhands te verkopen en zich op de opbrengst daarvan te verhalen. De aan de verkoop verbonden kosten komen eveneens ten laste van de klant en het horecabedrijf kan zich ook daarvoor op de opbrengst van de verkoop verhalen. Hetgeen na het verhaal van het horecabedrijf resteert, wordt aan de klant uitgekeerd. 14.10 Iedere betaling zal, ongeacht enige door de klant bij die betaling geplaatste aantekening dan wel gemaakte opmerking, worden geacht te strekken in mindering op de schuld van de klant aan het horecabedrijf in de na- volgende volgorde: • De kosten van executie • De gerechtelijke en buitengerechtelijke inningskosten • De rente • De schade • De hoofdsom 14.11 Betaling geschiedt in Euro’s. Indien het horecabedrijf buitenlandse betaalmiddelen accepteert dan geldt de op het moment van betaling geldende marktkoers. Het horecabedrijf kan daarbij bij wijze van administratiekosten een bedrag in rekening brengen dat overeenkomt met maximaal 10% van het bedrag dat in vreemde valuta wordt aangeboden. Het horecabedrijf kan dit bewerkstelligen door de geldende marktkoers met maximaal 10% aan te passen. 14.12 Het horecabedrijf is nimmer gehouden om andere betaalmiddelen dan contanten te accepteren en kan aan acceptatie van dergelijke andere betaalmiddelen voorwaarden verbinden.

  • Arbeidstijdenwet Voor deze cao gelden, tenzij anders bepaald, de normen van de Arbeidstijdenwet en de daarop berustende bepalingen, met dien verstande dat in werkroosters maximaal 5 nachtdiensten achter elkaar mogen worden ingeroosterd.

  • Arbeidsduur 8.1. De arbeidsduur bij een voltijds dienstverband bedraagt 38 uur per week. 8.2. Voor werknemers van tenminste 60 jaar wordt de normale arbeidsduur, berekend op jaarbasis, met 5 werkdagen of diensten verminderd. Bij deeltijd worden deze werkdagen of diensten naar rato toegepast. Bedoelde werkdagen of diensten worden toegekend naast de in artikel 17 lid 1 sub b extra toegekende vakantiedagen voor werknemers van 60 jaar en ouder. 8.3. Aan een verzoek van een werknemer om vermindering of vermeerdering van zijn arbeidsduur binnen de eigen functie, is de werkgever verplicht tegemoet te komen. Indien het verzoek van de werknemer naar oordeel van de werkgever vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen niet gehonoreerd kan worden, zal de werkgever de werknemer hiervan schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen. De werknemer kan tegen deze beslissing bij de Bezwarencommissie in beroep komen. 8.4. De uitspraak van de Bezwarencommissie op het beroep dat wordt ingesteld tegen een afwijzende beslissing van de werkgever om aanpassing van de arbeidsduur heeft het karakter van een bindend advies. 8.5. De werkgever stelt de werktijden, na overleg met de werknemer, vast. 8.6. Indien de werktijden bij rooster worden vastgesteld, dient de werkgever de dagen waarop gewerkt moet worden zo spoedig mogelijk, met inachtneming van artikel 4 lid 2 van de Arbeidstijdenwet, ter kennis te brengen van de betrokken werknemer. Daarbij zijn werkgever en werknemer zich ervan bewust dat op korte termijn wijzigingen in het rooster noodzakelijk kunnen zijn in verband met calamiteiten en/of onvoorziene omstandigheden, waarbij bij dit laatste vooral gedacht moet worden aan afgelastingen en weersomstandigheden. 8.7. De invulling van de normale arbeidsduur van 38 uur per week gemiddeld bij een voltijds dienstverband vindt plaats binnen de volgende bandbreedtes: minimaal 7 uur per dag en minimaal 35 uur per week en maximaal 9 uur per dag en maximaal 45 uur per week waarbij een maximum geldt van gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 13 achtereenvolgende weken. 8.8. In dagdienst wordt als regel gewerkt op de eerste vijf dagen van de week tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.9. Indien de aard van de functie met zich meebrengt dat ook het werken op zaterdag en zondag als normaal kan worden aangeduid, geldt, in afwijking van het in lid 6 bepaalde, dat op alle dagen van de week kan worden gewerkt tussen 07.00 en 23.00 uur. 8.10. Incidentele afwijkingen van de normale dagelijkse arbeidsduur van een half uur of minder worden geacht deel uit te maken van de normale arbeidsduur. 8.11. De werknemer is in bijzondere gevallen ook gehouden buiten de op het rooster aangegeven uren arbeid te verrichten. 8.12. Indien het belang van de organisatie zich daartegen niet verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, zal de werkgever op verzoek van de werknemer deze in de gelegenheid stellen om ten behoeve van zorgtaken extra verlof op te nemen. Jaarlijks kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over de wijze waarop dit verlof opgebouwd c.q. gecompenseerd zal worden. 8.13. Indien het belang van de werkgever zich er niet tegen verzet en dit binnen de bestaande mogelijkheden kan, kan de werkgever de werknemer, onder in onderling overleg te bepalen condities, volgens met het medezeggenschapsorgaan overeengekomen richtlijnen, toestemming verlenen tot thuiswerken of telewerken.