Commissie CAO-zaken Voorbeeldclausules

Commissie CAO-zaken. 1.4.1 De CAO-partijen hebben de Commissie CAO-zaken ingesteld. Deze commissie heeft tot taak om: - te beslissen op verzoeken om ontheffing (dispensatie) van een of meer bepalingen van deze CAO. Als een werkgever en een werknemer bij een individuele overeenkomst willen afwijken van deze CAO, moet de werkgever daartoe een verzoek tot ontheffing (of dispensatie) indienen waarin hij de redenen aangeeft. Er hoeft geen dispensatie te worden gevraagd als gebruik wordt gemaakt van het minimumkarakter van de CAO; - te beslissen op verzoeken om dispensatie van een of meer vangnetbepalingen van deze CAO (hierna: vangnetdispensatie). Wanneer een werkgever en diens ondernemingsraad dispensatie willen van vangnetbepalingen, dient daartoe een verzoek ingediend te worden conform de procedure in hoofdstuk 13 CAO. Er hoeft geen dispensatie te worden gevraagd als gebruik wordt gemaakt van het minimumkarakter van de CAO; - te oordelen over verschillen van mening tussen een werkgever en een werknemer (of een ondernemingsraad) over de uitleg en betekenis van regels (interpretatie) die in deze CAO staan. Hierop zijn twee uitzonderingen: • de bepaling over deeltijd in artikel 2.2 CAO; • de invulling van kaderbepalingen die tussen werkgever en ondernemingsraad zijn afgesproken op grond van artikel 1.2. - te oordelen over de toepassing van het Handboek functie-indeling woondiensten (uitgave november 2003); - het Handboek functie-indeling woondiensten (uitgave november 2003) te onderhouden en te beheren. 1.4.2 De beslissingen van de Commissie CAO-zaken over interpretatie en functiewaarderings- geschillen zijn zwaarwegende adviezen. Indien één van de betrokken partijen bij een interpretatie- of functiewaarderingsgeschil niet het zwaarwegende advies opvolgt, zal hij dit schriftelijk met uitgebreide motivatie aan de andere partij moeten mededelen. Partijen betrokken bij een interpretatie- of functiewaarderingsgeschil kunnen voorafgaand aan het in behandeling nemen van het geschil door de Commissie CAO-zaken, overeenkomen dat de uitspraak van de Commissie CAO-zaken voor hen bindend is. De Commissie CAO-zaken zal dan tot een bindend oordeel komen. 1.4.3 Samenstelling, werkwijze en bevoegdheden ter uitvoering van de taak van de Commissie worden geregeld bij afzonderlijk reglement dat is opgenomen in bijlage 1.
Commissie CAO-zaken. In de grafimedia branche is ingesteld de Commissie cao-zaken met bevoegdheden op het gebied van bemiddeling bij decentraal overleg, dispensatie en interpretatie van de bepalingen van de cao en de behandeling van beroep van een werknemer die bezwaar heeft tegen de indeling van zijn functie. Ook heeft de Commissie cao-zaken desgevraagd adviesbevoegdheid aan de ROGB als er twijfel is over de vraag of een onderneming onder de werkingssfeerbepalingen van deze cao valt. De Commissie adviseert de ROGB dan wel cao-partijen gevraagd en ongevraagd over verduidelijking en actualisatie van de werkingssfeer van de cao. Voorts heeft de Commissie cao- zaken de bevoegdheid om op verzoek van en in samenwerking met de ROGB te beslissen in alle gevallen waarin de cao niet voorziet.
Commissie CAO-zaken. Paritaire bedrijfstakinstantie ingesteld door de ROGB met taken en bevoegdheden (zie paragraaf 1.7.) op het gebied van advisering over het van toepassing zijn van de Grafimedia cao, het verduidelijken en actualiseren van de werkingssfeer van de cao, de bemiddeling bij decentraal overleg, dispensatie en interpretatie van de bepalingen van de cao en de behandeling van beroep van een werknemer die bezwaar heeft tegen de indeling van zijn functie.
Commissie CAO-zaken. De Commissie cao-zaken heeft de volgende taken en bevoegdheden: • aan de ROGB of cao-partijen gevraagd en ongevraagd advies te geven over verdui- delijking en actualisatie van de (werkingssfeer van deze) cao; • om in op zichzelf staande en bijzondere gevallen, afwijkingen en vrijstellingen van bepalingen van deze cao toe te staan, al dan niet voor een daarbij vast te stellen termijn; • om uitleg te geven over bepalingen van deze cao, indien deze niet duidelijk blijken te zijn; • te adviseren over de wijze waarop een vastgelopen overleg op ondernemingsni- veau tot een oplossing kan komen; • te beslissen in een geschil over functie-indeling als een werknemer, na behande- ling van een intern bezwaar tegen functie-indeling, zijn bezwaar handhaaft en in beroep gaat bij de Commissie cao-zaken. Voor de samenstelling en werkwijze van de Commissie cao-zaken wordt verwezen naar het reglement. Dit is op te vragen bij het secretariaat van de Commissie.
Commissie CAO-zaken. De Commissie cao-zaken heeft ter zake deze regeling, naast de bevoegdheden uit artikel 19 en 20 van deze regeling, de volgende taken en bevoegdheden: 1. Op verzoek van een belanghebbende die mogelijk recht zou hebben op een uitkering als bedoeld in deze regeling de juiste uitleg van het begrip ‘zwaar beroep’ te geven, indien hierover onduidelijkheid mocht blijken bestaan. 2. Te beslissen over het recht op uitkering in gevallen waarin onduidelijkheid bestaat over de termijn van 10 jaar uit artikel 11, lid 1 onder c van dit reglement.
Commissie CAO-zaken. 1.4.1 De CAO-partijen hebben de Commissie CAO-zaken ingesteld. Deze commissie heeft tot taak om: - te beslissen op verzoeken om ontheffing (dispensatie) van een of meer bepalingen van deze CAO. Als een werkgever en een werknemer bij een individuele overeen- komst willen afwijken van deze CAO, moet de werkgever daartoe een verzoek tot ontheffing (of dispensatie) indienen waarin hij de redenen aangeeft. Er hoeft geen dispensatie te worden gevraagd als gebruik wordt gemaakt van het minimumkarakter van de CAO; - te oordelen over verschillen van mening tussen een werkgever en een werknemer (of een ondernemingsraad) over de uitleg en betekenis van regels (interpretatie) die in deze CAO staan. Hierop zijn twee uitzonderingen: • De bepaling over deeltijd in artikel 2.2. • De invulling van kaderbepalingen die tussen werkgever en ondernemingsraad zijn afgesproken op grond van artikel 1.2. - te oordelen over de toepassing van het Handboek functie-indeling woondiensten (uitgave november 2003); - het Handboek functie-indeling woondiensten (uitgave november 2003) te onderhouden en te beheren. 1.4.2 De beslissingen van de Commissie CAO-zaken over interpretatie en functie- waarderingsgeschillen zijn bindende adviezen. 1.4.3 Samenstelling, werkwijze en bevoegdheden ter uitvoering van de taak van de commissie worden geregeld bij afzonderlijk reglement dat is opgenomen in bijlage 1.
Commissie CAO-zaken. Met ingang van 1 juli 2010 worden de bestaande paritaire commissies (Commissie Interpretatie en Dispensatie- CID, Beroepscommissie Functie-indeling- BCFI, Commissie Decentrale Afspraken en de Commissie werkingssfeer) samengevoegd tot één commissie cao-zaken. De samenvoeging heeft betrekking op de werkwijze, de taken veranderen niet.
Commissie CAO-zaken. Zie ROGB

Related to Commissie CAO-zaken

  • Termijnen en betalingsregeling De termijnen van de aanneemsom zijn de volgende: 1 Grond, zie onlosmakelijke koopovereenkomst 2 Te declareren na het gereedkomen van de ruwe begane grondvloer van de woning (20%) @@,00 3 Te declareren na het gereedkomen van de ruwe eerste verdiepingsvloer van de woning (7,5%) @@,00 4 Te declareren na het gereedkomen van de ruwe tweede verdiepingsvloer van de woning (7,5%) @@,00 5 Te declareren na het gereedkomen van de ruwbouw gevels begane grond van de woning (7,5%) @@,00 6 Te declareren na het gereedkomen van de ruwbouw gevels verdiepingen van de woning (7,5%) @@,00 7 Te declareren na het waterdicht maken van het dak van de woning (15%) @@,00 8 Te declareren na het aanbrengen van de dekvloeren*) (10%) @@,00 9 Te declareren na het gereedkomen van het stuc-, spuit- en tegelwerk van de woning (15%) @@,00 10 Te declareren bij oplevering van de woning, te betalen vóór oplevering van de woning (10%) @@,00 -4- *) Indien geen dekvloeren worden aangebracht, dan dient in plaats de tekst “Te declareren na het aanbrengen van de dekvloeren”, de tekst “Te declareren na het gereedkomen van de binnenwanden” gelezen te worden.

  • Onzekerheidsvereiste Deze overeenkomst beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade, op vergoeding waarvan jegens MS Xxxxx respectievelijk een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis of een handelen of nalaten waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde of een derde was ontstaan of naar de normale gang van zaken nog zou ontstaan.