Dienstroostertoeslag Voorbeeldclausules

Dienstroostertoeslag. 23.1. 2- en 3-ploegendienst 23.2. 5-ploegendienst
Dienstroostertoeslag. 19.1 Voor het werken in ploegendienst wordt een dienstroostertoeslag toegekend. De toeslag wordt berekend aan de hand van de navolgende tijdzonematrix, waarbij de toeslag de optelsom is van inconveniëntiewaarden per gewerkt uur, uitgedrukt in een percentage van het uursalaris. van tot maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag 19.2 De dienstroostertoeslag wordt uitgedrukt in een gemiddelde toeslag per maand, rekenkundig afgerond op één cijfer achter de komma. Dit geldt eveneens voor individuele arbeidspatronen.
Dienstroostertoeslag. 8.9.1. Dagdienst a. Hun toeslag is gebaseerd op onderstaande beloning per dienst, rekenkundig afgerond op 0,25%. • per ochtenddienst maandag t/m vrijdag: 0,45% • per middagdienst maandag t/m donderdag: 0,55% • per middagdienst op vrijdag: 0,72% • per nachtdienstmaandag t/m vrijdag: 1,45% • per zaterdagdienst: 2,18% b. Daarnaast bestaat er recht op een toeslag van: • 0,14% voor elk 10e uur van een dienst bij inroostering van 10 uursdiensten; • 0,34% voor elk op basis van vrijwilligheid ingeroosterd uur op zaterdag, voor zover hiermee bij de vaststelling van de dienstroostertoeslag nog geen rekening is gehouden. c. Worden in het kader van toepassing van art. 4.2.4 • 3 nachtdiensten vervangen, dan resteert 88% van de toeslag; • 4 nachtdiensten vervangen, dan resteert 84% van de toeslag; • 5 nachtdiensten vervangen, dan resteert 80% van de toeslag
Dienstroostertoeslag. 1. Werknemers die regelmatig werken op andere uren dan tussen 6 en 18 uur op maandag tot en met vrijdag, ontvangen daarvoor een maandelijkse toeslag, waarvan het bedrag door de werkgever wordt vastgesteld op grond van hun maandsalaris en de voor hen geldende werktijdregeling, met inachtneming van de in lid 2 vermelde richtlijnen en met afronding op hele euro’s. Werknemers ingedeeld in de functiegroepen 9 en 10 ontvangen geen dienstroostertoeslag indien dit werken uitsluitend plaatsvindt in het kader van een opleiding. 2. De toeslag op het maandsalaris bedraagt voor: - Zeven dagen dagdienst: Dagdienst van maandag tot en met zondag (56 productie-uren per week), waarin per 4 weken twee diensten op zaterdag vallen en twee diensten op zondag: 13,7%. - Zes dagen dagdienst: Dagdienst van maandag tot en met zaterdag (48 productie-uren per week), met een, afhankelijk van het rooster, van de zeven dagen dagdienst afgeleid percentage. - Tweeploegendienst: Niet overlappende tweeploegendienst lopende van maandag 6.00 uur tot vrijdag 22.00 uur (80 productie-uren per week): 12,1% met een vaste toeslag van 0,9%. - Drieploegendienst: a. lopend van maandag 6 uur tot zaterdag 6 uur (120 productie-uren per week): 19%; b. lopend van maandag 6 uur tot zaterdag 12 uur (126 productie-uren per week): 20,6%; c. lopend van maandag 6 uur tot zaterdag 14 uur (128 productie-uren per week): 21,1%; d. lopend van zondag 22 uur tot zaterdag 6 uur (128 productie-uren per week): 20,9%; e. afwisselend lopend van maandag 6 uur tot zaterdag 14 uur en van zondag 22 uur tot zaterdag 14 uur (132 productie-uren per week): 21,9%; f. lopend van zondag 22 uur tot zaterdag 14 uur (136 productie-uren per week): 22,7%. - Volcontinu Vijfploegendienst: Werknemers in volcontinudienst (168 productie-uren per week) ontvangen een toeslag op hun maandsalaris van 30% met inachtneming van de minima zoals vermeld in de tabel in bijlage 4. - Andere dienstroosters: Voor werknemers in andere dienstroosters dan genoemde dienstroosters wordt de procentuele toeslag afhankelijk van het rooster vastgesteld. 3. Als een werknemer tijdelijk gedurende een volledige dienstroostercyclus volgens een ander dienstrooster werkt, ontvangt hij de in dit artikel bedoelde toeslag, berekend over de duur van die cyclus. Als voor dat andere dienstrooster echter een lagere toeslag geldt dan die voor het eigen dienstrooster van de werknemer ontvangt deze gedurende tenminste een volledige dienstrooster- cyclus de toeslag die voor zijn eigen ...
Dienstroostertoeslag. 22.1. Voor het werken in ploegendienst wordt een dienstroostertoeslag toegekend. De toeslag wordt berekend aan de hand van de navolgende tijdzonematrix, waarbij de toeslag de optelsom is van inconveniëntiewaarden per gewerkt uur, uitgedrukt in een percentage van het maandsalaris. Van Tot Maandag % Dinsdag % Woensdag % Donderdag % Vrijdag % Zaterdag % Zondag % 22.2. De dienstroostertoeslag wordt uitgedrukt in een gemiddelde toeslag per maand, rekenkundig afgerond op één cijfer achter de komma. Dit geldt eveneens voor individuele arbeidspatronen. 22.3. Daarnaast bestaat er voor de werknemer in dagdienst, 2- en 3-ploegendienst recht op een toeslag van 0,14% bij inroostering van 10-uursdiensten voor elk 10e uur.

Related to Dienstroostertoeslag

  • Dienstrooster Ten aanzien van het werken op feestdagen zal de werkgever jaarlijks een dienstrooster opstellen; daarbij zal dit werken zoveel mogelijk worden gespreid over de werknemers.

  • Ploegentoeslag De werknemer die in ploegendienst werkt krijgt een toeslag van 14% van zijn maandsalaris of van zijn vierwekensalaris.

  • Vakantietoeslag De werknemer ontvangt 8% vakantietoeslag over de in het vakantietoeslagjaar verdiende salaris. De uitbetaling van deze vakantietoeslag zal eenmaal per jaar in de maand ............./periode * doch uiterlijk op 30 juni plaatsvinden.

  • Dienstverband De arbeidsovereenkomst van de werknemer met de werkgever. Onder echtgenote of echtgenoot wordt mede begrepen de levenspartner met wie de werknemer samenwoont en -met het oogmerk duurzaam samen te leven- een gemeenschappelijke huishouding voert op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding, dan wel de persoon met wie een geregistreerd partnerschap is aangegaan. Onder weduwe of weduwnaar wordt mede begrepen de achtergebleven levenspartner. Tot gezinslid wordt in voorkomend geval mede gerekend de levenspartner of geregistreerde partner. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als levenspartner of geregistreerde partner worden aangemerkt. De werkgever kan verlangen dat een schriftelijke verklaring van een notaris wordt overgelegd waaruit blijkt dat een samenlevingscontract als bedoeld in de eerste volzin is gesloten.