Eerder stoppen met werken. Het pensioenakkoord biedt de mogelijkheid om medewerkers maximaal drie jaar voor hun AOW een uitkering te bieden om eerder te stoppen met werken. De regeling staat ook bekend als ‘de regeling zware beroepen’. Normaal moet de werkgever bij eerder stoppen met werken een boete betalen, de zogenaamde RVU-heffing (Regeling Vervroegd Uittreden). Maar die boete vervalt in het pensioenakkoord tijdelijk. ProRail heeft vanaf de start van de onderhandelingen aangegeven positief te staan tegenover zo’n regeling. We vinden dit belangrijk als aanvullende regeling voor onze medewerkers in “zware beroepen” en onze medewerkers die al zeer lang in de Sociale Eenheid werkzaam zijn. ProRail wil dan ook deze tijdelijke Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) aanbieden. • Looptijd van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025. Dit betekent dat medewerkers nog van deze regeling gebruik kunnen maken als ze op 31 december 2025 maximaal drie jaar voor de AOW-datum zitten. • Doelgroep:
Eerder stoppen met werken. Cao-partijen zullen zich tijdens de looptijd van de cao oriënteren op de bestaande en eventuele nieuwe mogelijkheden om eerder te stoppen met werken in relatie tot de arbeidsmarkt in de branche.
Eerder stoppen met werken. Partijen gaan in de cao periode verder met elkaar in gesprek over nut en noodzaak van de toepassing van de tijdelijke RVU vrijstelling (bedrijfs-AOW) binnen Welkoop.
Eerder stoppen met werken. Apollo Tyres voert een regeling vervroegd uittreden (RVU regeling) in om eerder stoppen met werken mogelijk te maken. De generatieregeling kent een tijdelijk karakter en wordt niet voortgezet; huidige deelnemers kunnen gebruik blijven maken van de generatieregeling. De hoofdlijnen van de RVU regeling zijn: ˗ Vanaf 2 jaar voor de AOW gerechtigde leeftijd komt iedereen die valt onder de cao schaal A-I en werkt in een direct productie gerelateerde functie, in aanmerking voor deelname aan de regeling. ˗ Van de groep die in aanmerking komt voor deze regeling, kan per jaar 50% toegelaten worden tot deze regeling. Dit om voldoende personele bezetting te behouden om aan de gevraagde productieoutput te kunnen voldoen. ˗ De regeling heeft een looptijd tot en met 31 december 2025. ˗ Het uitkeringsbedrag bedraagt vanaf 1 april 2023 het fiscaal maximum en wordt jaarlijks geïndexeerd; in 2023 vastgesteld op € 2.037,-- bruto per maand (op basis van fulltime). ˗ De regeling is verder uitgewerkt in een procedure en opgenomen als bijlage 8.
Eerder stoppen met werken. Het Flexpensioen was bedoeld om eerder te kunnen stoppen met werken. Dat kan nog steeds, maar om eerder te stoppen met werken is Flexpensioen niet meer de beste oplossing. Het is meestal beter om uw ouderdomspensioen te gebruiken om eerder te stoppen met werken. Daarom zet PFZW op uw 60e uw Flexpensioen om in ouderdomspensioen. Uw ouderdomspensioen kunt u dan onder voorwaarden eerder opnemen. Dat kan op zijn vroegst vijf jaar voordat uw AOW Ingaat. U kunt er ook voor kiezen uw Flexpensioen te behouden en niet om te zetten in ouderdomspensioen. • Xxxx u vóór 1965 geboren? Dan kunt u uw Flexpensioen tussen uw 55e en uw 65e opnemen. • Xxxx u in of na 1965 geboren? Dan kunt u uw Flexpensioen tussen uw 60e en uw 65e opnemen. Uw Flexpensioen stopt op de laatste dag van de maand vóór de maand waarin u 65 jaar wordt. In de periode tussen uw 65e en uw AOW-leeftijd ontvangt u geen pensioen van ons. Zes maanden voor het einde van uw Flexpensioen ontvangt u van PFZW informatie over hoe u uw ouderdomspensioen wél kunt laten aansluiten op uw Flexpensioen.
Eerder stoppen met werken. De AOWleeftijd verschuift. Als mensen langer moeten doorwerken, dan horen daar ook maatregelen bij die dit mogelijk maken. In het pensioenakkoord zijn hier extra afspraken over gemaakt. Er wordt flink geïnvesteerd in duurzame inzetbaarheid en er zijn mogelijkheden om eerder te stoppen met werken voor mensen die in de knel zitten. Binnen het pensioenakkoord zijn de volgende instrumenten beschikbaar gesteld:
Eerder stoppen met werken. Indien de deelnemer vervroegd wil stoppen met werken door middel van het aanspreken van het Levenslooptegoed, moet dit minimaal een half jaar voorafgaand aan de gewenste datum worden aangevraagd bij de direct leidinggevende; De aanvraag voor eerder stoppen met werken zal één maand na aanvraag worden beoordeeld door de direct leidinggevende en eindverantwoordelijke manager en schriftelijk worden teruggekoppeld aan medewerker.
Eerder stoppen met werken. De standaard pensioenleeftijd is 67 jaar. Maar je hebt de mogelijkheid om eerder met pensioen te gaan. Wanneer je eerder stopt, bouw je korter pensioen op en wordt je pensioen langer uitgekeerd. Het bedrag dat je maandelijks ontvangt zal daardoor lager zijn. Op zijn vroegst kun je stoppen wanneer je 62 jaar bent. – Mogelijk sluiten de ingangsdata van prepensioen, ouderdomspensioen en AOW niet naadloos aan bij jouw gewenste situatie. Neem daarvoor contact op met het pensioenfonds via xxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx.
Eerder stoppen met werken. Met ingang van 1 januari 2021 kunnen werkgevers met oudere medewerkers afspraken maken over eerder stoppen met werken. Van 2021 tot en met 2025 betalen werkgevers geen heffing over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing) tot een bedrag dat netto overeenkomt met de AOW van een alleenstaande. Het is een tijdelijke maatregel die betrekking heeft op medewerkers die in de komende vijf jaar binnen drie jaar hun AOW-gerechtigde leeftijd bereiken en vrijwillig van de regeling gebruik willen maken. IFF wordt in de gelegenheid gesteld een uitkering aan de medewerker te betalen ter overbrugging van de periode tot de ingangsdatum van de AOW. Als de RVU-uitkering lager is dan het laatst verdiende loon, dan financiert de medewerker zelf de inkomensachteruitgang. De medewerker kan bijvoorbeeld zijn pensioen vervroegen of zijn spaargeld aanspreken om in zijn levensonderhoud te voorzien.
Eerder stoppen met werken. Generatieregeling (vanaf 60 jaar): geleidelijk abouwen met een bijdrage van de werkgever en doorbetaling van pensioen tot aan aow-leeftijd; Recht op stoppen na 45 jaar werken in Zorg en Welzijn met RVU-bijdrage Verlofsparen tot 100 weken; eigen budget voor werknemer op te nemen gedurende loopbaan of om eerder te stoppen met werken; meerdere spaarbronnen (zoals meeruren); tijd voor tijd. Uitbreiden werkingssfeer met natuurlijke personen Openstellen intranet voor vakbonds- werkzaamheden Technische wijzigingen 210841 Er is al geruime tijd sprake van een personeelstekort in de Gehandicaptenzorg (GHZ). Op de vraag uit onze enquête wat onaantrekkelijk is aan de sector, werd het meest ‘de beloning’ geroepen. Een structurele loonsverhoging is noodzakelijk om de huidige werknemers te behouden en nieuwe werknemers aan te trekken. In een recent rapport van AWVN wordt gesproken over een achterstand van maar liefst 6% (publieke sector) en 9% (private sector). Ook de SER heeft geadviseerd zo spoedig mogelijk extra overheidsmiddelen in te zetten (zie SER-advies van 12 mei 2021 ‘Aan de slag voor de zorg’). - Met een structurele loonsverhoging van 5% wordt voor de werknemers in de GHZ niet alleen een fatsoenlijke koopkrachtstijging bewerkstelligd, maar ook een belangrijke stap gezet om de achterstand t.o.v. de publieke en private sector in te halen. - Door het loon met minimaal € 200,- bruto per maand te verhogen (parttimers naar rato), wordt de feitelijke loonstijging tussen de lager en de hoger ingeschaalde functies meer gelijkgetrokken. De vergrijzing van de werknemerspopulatie in de GHZ wordt voor een groot deel veroorzaakt door het vertrek van een grote groep jonge werknemers uit de GHZ. Van de werknemers die vertrekken uit de GHZ is maar liefst meer dan 60% onder de 40 jaar. Verhoging van het leerlingsalaris en de stagevergoeding vormen een goede basis om de GHZ financieel aantrekkelijker te maken en zo de vergrijzing tegen te gaan. Steeds minder mensen kunnen rondkomen van het huidige minimumloon. Grote oorzaak hiervoor zijn de stijgende prijzen van noodzakelijke zaken zoals huur, energie en verzekeringen blijkt uit een rapport van het Nibud. Met een hoger minimumloon van € 14,- zal voor veel mensen een fatsoenlijke bestedingsruimte ontstaan. Een deel van de werknemers in de GHZ verdient minder dan € 14,- per uur. Voor deze groep is het belangrijk om ook een fatsoenlijke bestedingsruimte te bewerkstelligen middels een loon van minimaal € 14,- bruto per uur. De hoofd...