Externe melding Voorbeeldclausules

Externe melding. 1. Na het doen van een interne melding van een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid, kan de melder een externe melding doen als: x. xx xxxxxx het niet eens is met het standpunt van de werkgever of van oordeel is dat het vermoeden ten onrechte terzijde is gelegd; x. xx xxxxxx niet tijdig een standpunt heeft ontvangen over zijn interne melding. 2. De melder kan direct een externe melding doen van een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid als het eerst doen van een interne melding in redelijkheid niet van hem kan worden gevraagd. Dat is in ieder geval aan de orde als dit uit enig wettelijk voorschrift voortvloeit of sprake is van: a. acuut gevaar, waarbij een zwaarwegend en spoedeisend maatschappelijk belang onmiddellijke externe melding noodzakelijk maakt; b. een redelijk vermoeden dat de werkgever bij de vermoede misstand betrokken is; c. een situatie waarin de melder in redelijkheid kan vrezen voor tegenmaatregelen in verband met het doen van een interne melding; d. een duidelijk aanwijsbare dreiging van verduistering of vernietiging van bewijsmateriaal; e. een eerdere melding volgens de procedure van dezelfde misstand, die de misstand niet heeft weggenomen; f. een plicht tot directe externe melding. 3. De melder kan de externe melding doen bij een externe instantie die daarvoor naar het redelijk oordeel van de melder het meest in aanmerking komt. Een externe instantie is in ieder geval: a. een instantie die is belast met de opsporing van strafbare feiten; b. een instantie die is belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift; c. een andere daartoe bevoegde instantie waar het vermoeden van een misstand of onregelmatigheid kan worden gemeld, waaronder de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders. 4. Als naar het redelijk oordeel van de melder het maatschappelijk belang zwaarder weegt dan het belang van de werkgever bij geheimhouding, kan de melder de externe melding ook doen bij een externe derde die naar zijn redelijk oordeel in staat mag worden geacht (in)direct de vermoede misstand of onregelmatigheid te kunnen (doen) opheffen.
Externe melding. Als algemeen uitgangspunt geldt dat de melder eerst een interne melding doet, voordat een externe melding wordt gedaan. De melder is hier niet toe verplicht.
Externe melding. Na het doen van een interne melding van een vermoeden van een misstand, kan de melder een externe melding doen als:
Externe melding. 1 Betrokkene kan het vermoeden van een misstand melden bij een externe derde, met inachtneming van het in artikel 6 bepaalde, indien: a hij het niet eens is met het standpunt als bedoeld in artikel 3; b hij niet tijdig een standpunt heeft ontvangen;
Externe melding. 1. Naast intern melden kan de melder een redelijk vermoeden van een misstand ook extern melden bij een daartoe bevoegde autoriteit. 2. Ondanks de mogelijkheid tot het rechtstreeks doen van een externe melding, verdient het eerst doen van een interne melding verreweg de voorkeur. Niettemin is het aan de melder om te kiezen of hij eerst intern of rechtstreeks extern meldt. 3. Bij het genoemde onder lid 1 geldt dat de melding van het vermoeden van een misstand plaats dient te vinden aan die autoriteit die daarvoor naar redelijk oordeel het meest in aanmerking komt.
Externe melding. Een vermoeden van een misstand kan naast een interne melding ook direct extern gemeld kan worden, bijvoorbeeld aan het Huis of aan een andere bevoegde autoriteit. Het is dus niet, zoals voorheen het geval was, langer verplicht eerst intern te melden. Ondanks de mogelijkheid tot het rechtstreeks doen van een externe melding verdient het eerst doen van een interne melding verreweg de voorkeur. Niet alleen wordt op die manier de werkgever de mogelijkheid geboden om mogelijke misstanden zelf aan te pakken en te verbeteren als organisatie. Het past ook bij de te hanteren zorgvuldigheid en het beginsel van goed werknemerschap om zaken in beginsel eerst intern aan te kaarten. Niettemin is het aan de melder om te kiezen of de melder eerst intern of rechtstreeks extern meldt. Als voor een externe melding van een vermoeden van een misstand wordt gekozen dient deze plaats te vinden bij de daarvoor bevoegde autoriteit. Als niet duidelijk is wie de bevoegde autoriteit is kan hierover advies worden gevraagd bij het Huis van Klokkenluiders. De afdeling onderzoek van het Huis van Klokkenluiders ontvangt en beoordeelt ook externe meldingen. De externe melding bij een afdeling onderzoek dient te worden gedaan door middel van een verzoekschrift en moet aan een aantal wettelijke vereisten voldoen. Als het verzoekschrift in behandeling wordt genomen door de afdeling onderzoek, dan zal deze afdeling onderzoek doen naar het vermoeden van een misstand, de wijze waarop de werkgever zich jegens de werknemer heeft gedragen naar aanleiding van een melding van een vermoeden van een misstand en een algemene aanbeveling formuleren over het omgaan met een vermoeden van een misstand.
Externe melding. 1. In de Wet bescherming klokkenluiders is vastgelegd dat het altijd mogelijk is direct extern te melden. De melder kan ook na het doorlopen van de procedure inzake de interne melding als bedoeld in hoofdstuk 2, een redelijk vermoeden van een misstand melden bij een externe derde als bedoeld in dit artikel. 2. De melder kan een redelijk vermoeden van een misstand met voorbijgaan aan de interne meldingsprocedure direct extern melden in de navolgende situaties waarbij sprake isvan: a. acuut gevaar, waarbij een zwaarwegend en spoedeisend maatschappelijk belang onmiddellijke externe melding noodzakelijk maakt; b. een situatie waarin de melder in redelijkheid kan vrezen voor tegenmaatregelen als gevolg van de interne melding; c. een duidelijk aanwijsbare dreiging van verduistering of vernietiging van bewijsmateriaal; d. een eerdere melding overeenkomstig de procedure van dezelfde misstand, die de misstand niet heeft weggenomen; e. een wettelijke plicht tot directe externe melding. 3. De externe derde in de zin van deze regeling is iedere persoon of (vertegenwoordiger van een) organisatie, niet zijnde de Vertrouwenspersoon of een Raadsman, aan wie de melder te goeder trouw een vermoeden van een misstand meldt, omdat naar zijn of haar redelijk oordeel er van een zodanig zwaarwegend maatschappelijk belang sprake is, dat dit belang in de omstandigheden van het geval zwaarder moet wegen dan het belang van NSO-CNA bij geheimhouding. Daarbij geldt dat de melding van het vermoeden van een misstand plaats dient te vinden aan die externe derde die daarvoor naar redelijk oordeel het meest in aanmerking komt, zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Arbeidsinspectie, het Huis voor Klokkenluiders of het Openbaar Ministerie. De melder houdt enerzijds rekening met de effectiviteit waarmee de externe derde kan ingrijpen en anderzijds met het belang van NSO-CNA bij een zo gering mogelijke schade als gevolg van dat ingrijpen.
Externe melding. 1. De ambtenaar kan het vermoeden van een misstand in de provinciale organisatie melden bij de OIO, indien: a. hij het niet eens is met het oordeel, bedoeld in artikel 4; b. hij geen oordeel heeft ontvangen binnen de termijnen, bedoeld in artikel 4. 2. De ambtenaar doet de melding schriftelijk binnen zes weken na ontvangst van het oordeel, bedoeld in artikel 4, dan wel binnen zes weken na afloop van de in artikel 4 bedoelde termijnen als hij binnen die termijnen het oordeel niet heeft ontvangen. 3. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 kan de ambtenaar een vermoeden van een misstand in de pro- vinciale organisatie rechtstreeks schriftelijk melden bij de OIO, indien zwaarwegende belangen toepas- sing van dat artikel in de weg staan. Het bepaalde in de tweede en derde volzin van artikel 2, tweede lid, is van toepassing.
Externe melding. 1. Na het doen van een interne melding van een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid, kan de melder een externe melding doen als: x. xx xxxxxx het niet eens is met het standpunt van de werkgever of van oordeel is dat het vermoeden ten onrechte terzijde is gelegd; x. xx xxxxxx niet tijdig een standpunt heeft ontvangen over zijn interne melding. 2. De melder kan direct een externe melding doen van een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid als het eerst doen van een interne melding in redelijkheid niet van hem kan worden gevraagd. Dat is in ieder geval aan de orde indien dit uit enig wettelijk voorschrift voortvloeit of sprake is van: a. acuut gevaar, waarbij een zwaarwegend en spoedeisend maatschappelijk belang onmiddellijke externe melding noodzakelijk maakt; b. een redelijk vermoeden dat de werkgever bij de vermoede misstand betrokken is; c. een situatie waarin de melder in redelijkheid kan vrezen voor tegenmaatregelen in verband met het doen van een interne melding; d. een duidelijk aanwijsbare dreiging van verduistering of vernietiging van bewijsmateriaal; e. een eerdere melding volgens de procedure van dezelfde misstand, die de misstand niet heeft weggenomen; f. een plicht tot directe externe melding.
Externe melding. De externe melding (bij de OIO) is pas mogelijk als de interne procedure is doorlopen of als de termijnen zijn verstreken waarbinnen gedeputeerde staten op de interne melding een standpunt moeten innemen. In uit- zonderingsgevallen is echter een rechtstreekse melding bij de OIO mogelijk. Zie hiervoor ook de algemene toelichting.