Common use of Feiten Clause in Contracts

Feiten. Op 9 oktober 2009 (datum van het ontvangstbewijs) dient de aanvrager bij de verwerende partij een aanvraag in voor een stedenbouwkundige vergunning voor “de uitvoering van inrichtingswerken in de , meer bepaald het graven van een gracht in functie van het afvoeren van het grond- en regenwater van hoger gelegen percelen”. Het perceel is volgens de bestemmingsvoorschriften van het bij koninklijk besluit van 7 april 1977 vastgestelde gewestplan ‘Leuven’, gelegen in natuurgebied. Het perceel is niet gelegen binnen een gebied waarvoor een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan geldt, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde, niet vervallen verkaveling. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek, georganiseerd van 23 oktober 2009 tot en met 23 november 2009, wordt één bezwaarschrift ingediend. Het bezwaarschrift gaat uit van de huidige verzoekende partijen. Het Agentschap Ruimte en Erfgoed, afdeling Onroerend Erfgoed, cel Archeologie verleent op 20 oktober 2009 een gunstig advies op voorwaarde dat de vondstmeldingsplicht zoals vermeld in artikel 8 van het Decreet houdende de bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, wordt gerespecteerd. Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent op 3 november 2009 een gunstig advies. De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening verleent op 3 november 2009 een gunstig advies op voorwaarde dat de bouwwerken uitgevoerd worden conform de afspraken gemaakt met de VMW en dat, gegeven de ligging van het perceel binnen de beschermingszone van een waterwingebied, de gracht in geen geval kan worden gebruikt voor de afvoer of de infiltratie van afvalwater. Op 16 december 2009 verleent het college van burgemeester en schepenen van de gemeente een ongunstig advies. Op 10 februari 2010 beslist de verwerende partij de stedenbouwkundige vergunning te verlenen. Zij motiveert haar beslissing als volgt: “… .

Appears in 1 contract

Samples: dbrc.be

Feiten. Op 9 oktober 2009 8 maart 2013 (datum van het ontvangstbewijs) dient de aanvrager tussenkomende partij bij het college van burgemeester en schepenen van de verwerende partij stad Herentals een aanvraag in voor een stedenbouwkundige vergunning voor “de uitvoering van inrichtingswerken in de , meer bepaald het graven afbreken van een gracht in functie woning en het bouwen van het afvoeren van het grond- een appartementsgebouw met zeven appartementen, drie kantoren en regenwater van hoger gelegen percelenbijhorende ondergrondse en bovengrondse parking”. Het perceel is De percelen zijn volgens de bestemmingsvoorschriften van het bij koninklijk besluit van 7 april 1977 28 juli 1978 vastgestelde gewestplan ‘Leuven’„Herentals-Mol‟, gelegen in natuurgebiedwoongebied. Het perceel is niet De percelen zijn eveneens gelegen binnen een gebied waarvoor een de grenzen van het op 23 juni 1998 goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan geldt„Gedempte vaart‟, noch meer bepaald in een zone voor aaneengesloten bebouwing en de zone “strook voor binnenplaatsen en tuinen I”. De percelen zijn niet gelegen binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde, niet niet-vervallen verkaveling. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek, georganiseerd van 23 oktober 2009 12 april 2013 tot en met 23 november 200911 mei 2013, wordt één bezwaarschrift ingediendingediend door de verzoekende partij. Het bezwaarschrift gaat uit Centrum voor Toegankelijkheid van de huidige verzoekende partijenprovindie Antwerpen brengt op 10 april 2013 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De brandweer van de stad Herentals brengt op 11 april 2013 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De nv Fluxys brengt op 16 april 2013 een gunstig advies uit. Het Agentschap Ruimte en Erfgoed, afdeling Onroerend Erfgoed, cel Archeologie verleent Erfgoed brengt op 20 oktober 2009 19 april 2013 een gunstig advies op voorwaarde dat de vondstmeldingsplicht zoals vermeld in artikel 8 van het Decreet houdende de bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, wordt gerespecteerd. Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent op 3 november 2009 een gunstig adviesuit. De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening verleent Milieumaatschappij, afdeling operationeel waterbeheer brengt op 3 november 2009 mei 2013 een gunstig advies op voorwaarde dat de bouwwerken uitgevoerd worden conform de afspraken gemaakt met de VMW en dat, gegeven de ligging van het perceel binnen de beschermingszone van een waterwingebied, de gracht in geen geval kan worden gebruikt voor de afvoer of de infiltratie van afvalwateruit. Op 16 december 2009 verleent het Het college van burgemeester en schepenen van de gemeente stad Herentals verleent op 28 mei 2013 een ongunstig voorwaardelijk gunstig advies. Op 10 februari 2010 beslist Het college van burgemeester en schepenen van de verwerende partij de stad Herentals verleent op 15 juli 2013 een stedenbouwkundige vergunning te verlenen. Zij aan de tussenkomende partij en motiveert haar zijn beslissing als volgt: “… .De verzoekende partij tekent tegen deze beslissing op 10 september 2013 administratief beroep aan bij de verwerende partij. De provinciale stedenbouwkundige ambtenaar adviseert in zijn verslag van 7 november 2013 om dit beroep in te willigen en een stedenbouwkundige vergunning te weigeren op grond van de volgende beoordeling:

Appears in 1 contract

Samples: www.dbrc.be

Feiten. 1. Op 9 oktober 2009 (datum van het ontvangstbewijs) dient de aanvrager bij 2 augustus 2007 verleent de verwerende partij aan de vader van de tussenkomende partij een aanvraag in voor een stedenbouwkundige vergunning voor “de uitvoering van inrichtingswerken in de , meer bepaald het graven verder exploiteren van een gracht in functie varkens- en runderhouderij en de uitbreiding ervan tot een inrichting met 130m³ mest, een stalplaats voor 17 voertuigen en een mazoutopslag. Na overname van het afvoeren van het grond- en regenwater van hoger gelegen percelen”. Het perceel is volgens de bestemmingsvoorschriften van het bij koninklijk besluit van 7 april 1977 vastgestelde gewestplan ‘Leuven’, gelegen bedrijf in natuurgebied. Het perceel is niet gelegen binnen een gebied waarvoor een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan geldt, noch binnen de omschrijving van een behoorlijk vergunde, niet vervallen verkaveling. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek, georganiseerd van 23 oktober 2009 tot en met 23 november 2009, wordt één bezwaarschrift ingediend. Het bezwaarschrift gaat uit van de huidige verzoekende partijen. Het Agentschap Ruimte en Erfgoed, afdeling Onroerend Erfgoed, cel Archeologie verleent op 20 oktober 2009 een gunstig advies op voorwaarde dat de vondstmeldingsplicht zoals vermeld in artikel 8 van het Decreet houdende de bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, wordt gerespecteerd. Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent op 3 november 2009 een gunstig advies. De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening verleent op 3 november 2009 een gunstig advies op voorwaarde dat de bouwwerken uitgevoerd worden conform de afspraken gemaakt met de VMW en dat, gegeven de ligging van het perceel binnen de beschermingszone van een waterwingebied, de gracht in geen geval kan worden gebruikt voor de afvoer of de infiltratie van afvalwater. Op 16 december 2009 2010 verleent het college van burgemeester en schepenen van de gemeente stad Roeselare op 6 september 2010 een ongunstig adviesmilieuvergunning aan de tussenkomende partij voor onder meer 990 vleesvarkens en een bergplaats voor 24 landbouwvoertuigen en/of aanhangwagens. De verwerende partij echter weigert die vergunning, na administratief beroep, op 3 februari 2011 omdat de aanvraag niet in verhouding staat tot het gevraagde aantal dieren en dus niet duidelijk gebonden is aan een concrete landbouwactiviteit. Op 10 februari 2010 beslist 23 mei 2011 dient de tussenkomende partij een nieuwe milieuvergunningsaanvraag in voor de uitbating van een varkensfokkerij, ditmaal met een bergplaats voor 13 voertuigen. Het college van burgemeester en schepenen van de stad Roeselare verleent de milieuvergunning op 30 augustus 2011 onder de bijzondere voorwaarde dat de activiteiten "landbouwgerelateerd" moeten zijn en dat "voertuigen, machines en aanhangwagens bestemd voor grondwerken" niet op de inrichting mogen worden gestald. De vergunde voertuigen en/of aanhangwagens worden in een tweede bijzondere exploitatievoorwaarde uitdrukkelijk opgesomd. De verwerende partij bevestigt, na administratief beroep, op 26 januari 2012 deze vergunning, met dien verstande dat de stedenbouwkundige vergunning te verlenenbijzondere exploitatievoorwaarde met de opsomming van de vergunde voertuigen en/of aanhangwagens wordt geschrapt. Zij motiveert haar beslissing als volgt: “… Met een arrest van 30 januari 2014 (nr. 226.273) verwerpt de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak, de door de verzoekende partijen ingestelde vordering tot vernietiging van deze beslissing.

Appears in 1 contract

Samples: www.dbrc.be

Feiten. Op 9 13 oktober 2009 2011 (datum van het ontvangstbewijs) dient de aanvrager eerste tussenkomende partij bij de verwerende vierde tussenkomende partij een aanvraag in voor een stedenbouwkundige vergunning voor “verkavelingsvergunning. De aanvraag betreft een verkaveling van twaalf loten waarvan er twee gelegen zijn langs de uitvoering bestaande Duffelsesteenweg en de overige tien gelegen zijn langs een nieuw aan te leggen doodlopende weg met een pijpekop. De nieuwe wegenis wordt voorzien langsheen de grens met het agrarisch gebied. De gehele verkaveling bevindt zich in het deel van inrichtingswerken de percelen dat in de woongebied of woongebied met Iandelijk karakter gelegen is. De woningen die voorzien worden zijn vrijstaande woningen (loten 1 en 2, meer bepaald het graven van en loten 9 tot en met 12) of halfopen bebouwingen met een gracht in functie van het afvoeren van het grond- gekoppelde garage (loten 3 tot en regenwater van hoger gelegen percelen”met 8). Het perceel is De percelen zijn volgens de bestemmingsvoorschriften van het bij koninklijk besluit van 7 april 1977 3 oktober 1979 vastgestelde gewestplan ‘Leuven’„Antwerpen‟, gelegen in natuurgebiedwoongebied, woongebied met landelijk karakter en agrarisch gebied. Het perceel is niet De percelen zijn eveneens gelegen binnen een gebied waarvoor een goedgekeurd bijzonder plan de grenzen van aanleg of het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan geldt„Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen‟, noch binnen goedgekeurd met een besluit van de omschrijving Vlaamse Regering van een behoorlijk vergunde, niet vervallen verkaveling19 juni 2009. De gewestplanbestemming blijft gelden. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek, georganiseerd van 23 21 oktober 2009 2011 tot en met 23 19 november 20092011, wordt één worden acht bezwaarschriften ingediend. Ook de verzoekende partijen hebben een bezwaarschrift ingediend. Het bezwaarschrift gaat uit van de huidige verzoekende partijen. Het Agentschap Ruimte en Erfgoed, afdeling Onroerend Erfgoed, cel Archeologie verleent op 20 oktober 2009 een gunstig advies op voorwaarde dat de vondstmeldingsplicht zoals vermeld in artikel 8 van het Decreet houdende de bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 en zijn latere wijzigingen, wordt gerespecteerd. Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent op 3 november 2009 een gunstig advies. De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening verleent op 3 november 2009 een gunstig advies op voorwaarde dat de bouwwerken uitgevoerd worden conform de afspraken gemaakt met de VMW en dat, gegeven de ligging van het perceel binnen de beschermingszone van een waterwingebied, de gracht in geen geval kan worden gebruikt voor de afvoer of de infiltratie van afvalwater. Op 16 december 2009 verleent het college van burgemeester en schepenen brandweer van de gemeente Edegem brengt op 18 oktober 2011 een ongunstig voorwaardelijk gunstig advies uit. De GECORO van de derde tussenkomende partij brengt op 14 november 2011 een voorwaardelijk gunstig advies uit. De vierde tussenkomende partij verleent op 16 januari 2012 het volgende voorwaardelijk gunstig advies: De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar brengt op 16 februari 2012 een voorwaardelijk gunstig advies uit. Op 10 februari 2010 beslist De vierde tussenkomende partij verleent op grond van voormeld advies van de verwerende gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar op 5 maart 2012 een verkavelingsvergunning onder voorwaarden aan de eerste tussenkomende partij de stedenbouwkundige vergunning te verlenen. Zij en motiveert haar beslissing als volgt: “… .:

Appears in 1 contract

Samples: www.dbrc.be