Jaarplan. 1. De begroting wordt in de Stuurgroep vastgesteld.
2. Het Jaarplan en de verantwoording wordt voorbereid door het Programmateam en vastgesteld door de Stuurgroep.
3. Gedeputeerde Staten van Drenthe besluiten na akkoord van de Stuurgroep over de inzet van het Budget, zoals opgenomen in de Jaarplannen, met inachtneming van artikel 6, vierde lid van deze overeenkomst.
Jaarplan. 1. De begroting wordt in de Stuurgroep vergadering vastgesteld.
2. Het Jaarplan en de verantwoording wordt voorbereid door het Regioteam en vastgesteld door de Stuurgroep.
3. Voor de projecten in 2019, wordt geen Jaarplan vastgesteld. De Stuurgroep stelt hiervoor een plan vast waarin is aangegeven welke projecten in 2019 worden gefinancierd uit de beschikbare middelen voor de Regio Deal Zuid- en Oost Drenthe.
4. Gedeputeerde Staten van Drenthe besluiten na akkoord van de Stuurgroep over de inzet van het budget, zoals opgenomen in de Jaarplannen, met inachtneming van artikel 6, vierde lid van deze overeenkomst.
Jaarplan. 1. Het Programmateam stelt in opdracht van het Directeurenoverleg voor ieder kalenderjaar vooraf een Jaarplan op.
2. Het Jaarplan inclusief de bijbehorende begroting en de toekenning en verdeling van het benodigde Budget wordt in de vergadering van de Bestuurstafel vastgesteld uiterlijk op 1 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop het Jaarplan betrekking heeft.
3. Op 1 juni daaropvolgend besluit de Bestuurstafel naar aanleiding van een tussenrapportage van het Programmateam of het Jaarplan c.q. de daarvan uitmakende onderdelen aanpassing behoeven.
4. Voor de projecten in 2024 wordt geen Jaarplan vastgesteld. De Bestuurstafel stelt voor de betreffende projecten per project een plan vast waarin is aangegeven welke projecten in 2024 worden gefinancierd uit de beschikbare middelen voor de Regio Deal Noardwest Fryslân. Het Programmateam streeft ernaar deze plannen zoveel mogelijk gebundeld bij de Bestuurstafel aan te bieden ter besluitvorming.
5. De Regiokassier besluit na akkoord van de Bestuurstafel over de inzet van de Rijksbijdrage, zoals opgenomen in de Jaarplannen, met inachtneming van artikel 7, vierde lid van deze Overeenkomst.
Jaarplan. 11.1 Het Strategisch overleg stelt jaarlijks uiterlijk 1 oktober een ontwerp-Jaarplan op voor het daarop volgende kalenderjaar, waarin de uitgangspunten van de Visie voor het volgende kalenderjaar worden vertaald naar concrete activiteiten met de bijbehorende middelen.
11.5 Het (ontwerp-)Jaarplan bevat in ieder geval:
a) de concreet te realiseren resultaten voor het volgende kalenderjaar;
b) de begroting voor het volgende kalenderjaar, waarin de bijdrage per Partij voor de uitvoering van het Jaarplan is vastgelegd. Partijen betalen een bijdrage aan de uitvoering van het Jaarplan. De financiële bijdrage van Partijen aan het Jaarplan wordt vastgesteld op basis van de beschikbaarheid van Cfinanciële) middelen bij de individuele Partijen. Ten behoeve van het opstellen van het ontwerp-Jaarplan is elke Partij verplicht vóór 15 september aan te geven welk bedrag op basis de eigen begroting beschikbaar is. Een Partij wordt nimmer verplicht voor een bepaald kalenderjaar een hogere bijdrage te betalen dan volgens eigen opgave beschikbaar is. Het bepaalde in dit artikel laat onverlet het bepaalde in artikei 9 inzake de verantwoordelijkheid van de Provincie voor coördinatie en ondersteuning en de daarmee gemoeide kosten, Het Bestuuriijk overleg neemt jaarlijks uiterlijk 1 november een besiuit over het ontwerp-Jaarplan voor het daarop volgende kalenderjaar. Partijen hebben na vaststelling van het Jaarplan de inspanningsverplichting de middeien ter beschikking te stellen die nodig zijn voor de uitvoering van het Jaarplan.
Jaarplan. 1. Op het moment dat de jeugdzorgaanbieder de overeenkomst heeft ondertekend of als de omzet van de jeugdzorgaanbieder over het afgelopen kalenderjaar meer bedraagt dan € 500.000,00, dan stelt de jeugdzorgaanbieder vóór 1 oktober van het lopende kalenderjaar een jaarplan in.
2. Het jaarplan beschrijft de volgende elementen:
a. Plan van aanpak voor bijdrage aan de centrale doelstelling van de gemeenten, waarbij specifiek wordt ingegaan op:
i. de kerndoelen voor jeugdigen en gezinnen;
ii. uitgangspunten voor de hulpverlening;
iii. de resultaatgebieden
1. doelrealisatie;
2. effectieve samenwerking;
3. maatwerk;
4. (cliënt)tevredenheid en ervaring;
5. transformatiedoelen.
b. Omschrijving van jeugdige en doelgroep en hulpverlening:
i. soort, aantal, doorlooptijd en intensiteit;
ii. prognoses aantallen en ontwikkeling productie;
iii. Pgb-inkomsten van jeugdhulp uit de regio Holland Rijnland.
c. Personele inzet en kwaliteitsborging personeel.
3. De jeugdzorgaanbieder verantwoordt zich uiterlijk 1 april volgend op het kalenderjaar over de uitvoering van de elementen in het jaarplan genoemd onder lid 2.
4. Holland Rijnland kan een (digitaal) format voorschrijven voor het aanleveren van documenten of andere informatie om het jaarplan te (kunnen)evalueren.
Jaarplan. Stichting Trias verplicht zich tot het uitvoeren van de activiteiten genoemd in het jaarplan 2019. In dit jaarplan staan de prestaties omschreven die Stichting Trias wil leveren in 2019 (doelstelling, activiteiten en aantallen). Stichting Trias houdt zich met de volgende werksoorten bezig: - kinderwerk - (ambulant) jongerenwerk - participatie - vrijwilligerswerk en mantelzorg - dorpshuizen - deelname in sociale teams - maatschappelijk werk - huiselijk geweld - deelname in expertiseteam jeugd
Jaarplan. 6.1. Binnen zes (6) maanden na de Datum van Inwerkingtreding en voorts uiterlijk 1 november van elk jaar zal de Operator aan de Medehouder(s) en EBN een voorstel doen voor het vast te stellen Jaarplan.
6.2. De Vergunninghouder en EBN nemen zo spoedig mogelijk na de Datum van Inwerkingtreding een besluit inzake de vaststelling van het Jaarplan. Zij neemt voor elk daaropvolgend jaar uiterlijk op 15 december van het daaraan voorafgaande jaar een besluit inzake de vaststelling van het Jaarplan.
6.3. Het Jaarplan omvat in elk geval het werkprogramma, het investerings- en financieringsplan en het budget voor het betreffende jaar. Onder jaar wordt in deze bepaling kalenderjaar verstaan. Het Jaarplan moet voldoende uitgewerkte en gemotiveerde voorstellen inzake de Werkzaamheden bevatten. Het Jaarplan dient op basis van het in Bijlage B aangegeven model te worden ingediend.
6.4. Bij de indiening van het in artikel 6.1 bedoelde voorstel gaat dit vergezeld van een voorlopig plan van Werkzaamheden voor de eerstkomende vijf jaren of zoveel korter als de Vergunning nog van kracht is.
6.5. De Operator kan uit eigen beweging dan wel op verzoek van EBN voorstellen doen voor tussentijdse wijziging of aanvulling van het Jaarplan. Door de Vergadering zal daarover zo spoedig mogelijk een beslissing worden genomen.
6.6. Partijen werken er aan mede, dat het Jaarplan de Operator in staat zal stellen de Werkzaamheden zodanig in te richten, dat de uitvoering van deze Werkzaamheden uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en goede gebruiken in de Olie- en Gasindustrie verantwoord is met inachtneming van de overeenkomsten zoals bedoeld in de artikelen 12 en 13.
Jaarplan. 1. De centrumorganisatie stelt jaarlijks een jaarplan op, om de afspraken over de uitvoering van taken door de centrumorganisatie concreet uit te werken en te actualiseren.
2. In het jaarplan worden in ieder geval afspraken vastgelegd met betrekking tot:
a. basistaken: - per taaksoort zoals genoemd in artikel 4 lid 1 onder a van deze regeling de daarvoor benodigde personele inzet en de daaraan verbonden kosten; - de kosten van licenties, beheer en onderhoud van specifieke systemen die de centrumorganisatie ten behoeve van de basistaken nodig heeft voor data-analyse en informatievoorziening; - de kostentoerekening aan de deelnemende gemeenten en het waterschap.
b. aanvullende dienstverlening in opdracht: - voor de adviestaken in opdracht van deelnemende gemeenten en het waterschap per opdrachtgever de geplande personele inzet en de daaraan verbonden kosten.
3. Het jaarplan bevat tevens een beknopte doorkijk naar verwachte ontwikkelingen in eerstvolgende jaren.
4. De centrumorganisatie bespreekt het jaarplan met de individuele gemeenten, alvorens dit wordt goedgekeurd door het bestuurlijk overleg.
5. Het jaarplan wordt elk jaar uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop het jaarplan betrekking heeft vastgesteld.
Jaarplan. 1. De werkgroep stelt een jaarplan op, waarin het volgende is opgenomen: o Verslag activiteiten van het voorgaande jaar o Actuele balans vraag- en aanbod aan studentenhuisvesting o Actuele knelpunten en mogelijke oplossingen o Inventarisatie prioriteiten komende jaar o Concrete acties voor het komende jaar o Woonwensen doelgroepen o Evaluatiepunten, ervaringen en aanbevelingen over de samenwerking het voorgaande jaar
2. De werkgroep bespreekt dit jaarplan en legt het voor aan de stuurgroep voor 1 december van het nieuwe jaar.
3. De stuurgroep keurt het jaarplan voor 1 februari van het nieuwe jaar goed.
Jaarplan. 1. Partijen zullen voor de jaren vanaf de integratiedatum vóór 1 augustus van het voorafgaande Jaar in een nadere schriHelijke overeenkomst afspraken vastleggen omtrent de aard en inlioud van de in het komende kalenderjaar te verrichten uitvoeringswerkzaamheden. Deze schriftelijke overeenkomst zal hierna het Jaarplan worden genoemd.
2. Partijen zullen de door ieder van hen voor de totstandkoming van het Jaarplan benodigde gegevens aan de ander vóór 15 mei van het voorafgaande jaar op schrift aanleveren.
3. ABP verricht de uitvoeringswerkzaamheden zoals in het betreffende jaar in het Jaarplan is vastgelegd. Indien partijen voor 1 januari van het betrokken jaar niet tot overeenstemming zijn gekomen over de invulling van het desbetreftende Jaarplan, worden de in het voorafgaan
4. Het concept-Jaarplan wordt, in overeenstemming met de Staat, door ABP opgesteld, waarbij tenminste aandacht wordt besteed aan de volgende onderwerpen:
a. de concretisering van de uitvoeringswerkzaamheden;
b. de bij deze uitvoeringswerkzaamheden te leggen kwantitatieve en kwalitatieve accenten en normeringen;
c. de opsomming van de in het kader van het Besluit bijzondere militaire pensioenen te leveren produkten en diensten;
d. de met aantallen en uitkeringsbedragen onderbouwde begroting van de Programmakosten, gespecificeerd naar aanvullende uitkeringen op hel militaire ouderdomspensioen respectie velijk aanvullende uitkeringen op het militaire nabestaandenpensioen en nader gespecifi- ceerd naar beroeps- respectievelijk verlofspersoncel, alsmede een specificatie van de integrale Uitvoeringskosten met de tarieven en de voorcalculatorische aantallen. Deze tarieven vormen de grondslag voor de maandelijkse factureringen;
e. de vorm en de frequentie van de door ABP aan de Staal te verstrekken informatie.