Kampwerk. A. De werkgever kan de werknemer de opdracht geven om een kamp te leiden of te begeleiden, dat vanuit de instelling of organisatie wordt georganiseerd.
B. Voor het leiden of begeleiden van een kamp gelden de volgende bepalingen:
1. De maximaal aaneengesloten periode waarvoor de werknemer met de leiding of de begeleiding van een kamp kan worden belast is 14 dagen.
2. De werkgever is verplicht om tussen het einde en het begin van eventuele verschillende kampperioden waarvoor een werknemer met de leiding of begeleiding is belast, te zorgen voor een onderbreking van kampwerk van 7 dagen.
3. Per jaar kunnen aan de werknemer maximaal 5 kampweken worden opgedragen.
C. De werknemer heeft voor iedere dag dat hij belast is met de leiding van een kamp recht op salaris. Daarnaast heeft de werknemer recht op 4 uur verlof voor iedere dag waarbij een gedeelte van een dag als een volledige dag wordt beschouwd.
D. De werknemer heeft gedurende de kampperiode geen recht op onregelmatigheidstoeslag (artikel 6.12).
E. Conform de bepalingen in artikel 1.3 kan de werkgever met instemming van de or of pvt een maatwerk-afspraak vastleggen over de bepalingen in dit artikel.
Kampwerk. A De werkgever kan de werknemer de opdracht geven om een kamp te leiden of te begeleiden, dat in het kader van de instelling of organisatie wordt georganiseerd.
B Voor het leiden of begeleiden van een kamp gelden de volgende bepalingen:
1 De maximaal aaneengesloten periode waarvoor de werknemer met de leiding of de begeleiding van een kamp kan worden belast is 14 dagen.
2 De werkgever is verplicht om tussen het einde en het begin van eventuele verschillende kampperioden waarvoor een werknemer met de leiding of begeleiding is belast, te zorgen voor een onderbreking van kampwerk van 7 dagen.
3 Per jaar kunnen aan de werknemer niet meer dan 5 kampweken worden opgedragen.
C De werknemer heeft recht op 4 uur verlof met behoud van salaris voor iedere dag dat hij belast is met de leiding of begeleiding van een kamp. Voor de toepassing hiervan wordt een gedeelte van een dag beschouwd als een volledige dag. Deze regeling komt niet in de plaats van het recht op compensatie in vrije tijd van de werknemer, mocht deze dit werk op arbeidsvrije dagen verrichten.
D De werknemer heeft gedurende de kampperiode geen recht op onregelmatigheidstoeslag (artikel 6.12).
E Conform de bepalingen in artikel 1.3 kan de werkgever met instemming van de OR of PVT een maatwerk-afspraak vastleggen met betrekking tot de bepalingen in dit artikel.
Kampwerk. Slaapdiensten in de Maatschappelijke Opvang
Kampwerk a. De werkgever kan de werknemer opdragen om een kamp te leiden of te begeleiden dat in het kader van de instelling wordt georganiseerd.
b. De onder a. bedoelde leiding of begeleiding kan de werknemer maximaal voor een aaneengesloten periode van veertien dagen worden opgedragen.
c. Indien aan de werknemer het leiden of begeleiden van verschillende kampen wordt opgedragen dan dient tussen het einde en het begin van deze verschillende kampperioden een onderbreking te zijn van zeven dagen, waarin aan hem geen kampweek mag worden opgedragen.
d. Tijdens de kampweek zijn de bepalingen ex artikel 27.1 en artikel 18 van het Algemeen gedeelte van de CAO niet van toepassing gedurende op zijn hoogst 14 dagen in elke periode van 26 achtereenvolgende weken.
e. Na het verrichten van de arbeid tijdens kampweek heeft de werknemer rechtop een onafgebroken rusttijd van tenminste 36 uren, welke rusttijd aanvangt uiterlijk op de derde dag na terugkeer van het kamp.
Kampwerk a. Voor iedere dag dat de werknemer belast is met leiding of begeleiding van een kamp als bedoeld in artikel 17.6, heeft hij recht op 3,6 uur verlof met behoud van salaris.
b. Voor de toepassing van het onder a. gestelde wordt een gedeelte van de dag aangemerkt als een volledige dag.
c. Deze regeling laat onverlet de compensatie in vrije tijd, waar de werknemer recht op heeft indien deze werkt op arbeidsvrije dagen.
d. Voor de toepassing van de verlof- en compensatieregeling krachtens dit artikel, wordt de werknemer met een deeltijddienstverband, die gedurende het leiden of begeleiden van de kampweek op eenzelfde wijze inzetbaar is als de fulltime werkende werknemer, aangemerkt als een werknemer met een volledig dienstverband.
e. De werknemer, belast met de leiding of begeleiding van een kamp heeft gedurende de kampperiode geen recht op overwerkvergoeding, toelage onregelmatige diensten en compensatie in vrije tijd voor aanwezigheidsdienst.
Kampwerk a. De werkgever kan de werknemer opdragen om in het kader van de werkzaamheden van de organisatie een kamp te leiden of te begeleiden. Vrijstelling hiervan geldt voor de vrouwelijke werknemer die langer dan twee maanden zwanger is of die borstvoeding geeft.
b. De onder a bedoelde leiding of begeleiding kan de werknemer maximaal voor een aaneengesloten periode van veertien dagen worden opgedragen.
c. Indien aan de werknemer het leiden of begeleiden van verschillende kampen wordt opgedragen dan dient tussen het einde en het begin van deze verschillende kampperioden een onderbreking te zijn van zeven dagen waarin aan hem geen kampwerk mag worden opgedragen.
d. Aan een werknemer kunnen per jaar niet meer dan vier kampweken worden opgedragen. Wanneer een werkgever in enig jaar meer kampweken wil opdragen, kan dat alleen indien de desbetreffende werknemer daarmee instemt.
Kampwerk a. Voor iedere dag dat de werknemer belast is met leiding of begeleiding van een kamp als bedoeld in artikel 18.2, heeft hij recht op 7,2 uur salaris en een vergoeding van € 20,- en ontvangt hij alsmede naar keuze:
1. 4,8 uur verlof met behoud van salaris of
2. 4,8 uur salaris.
b. Deze regeling laat onverlet de compensatie in vrije tijd, waar de werknemer recht op heeft indien deze werkt op arbeidsvrije dagen.
c. De werkgever kan na overleg met de werknemer in afwijking van het gestelde onder a.1, de werknemer een financiële tegemoetkoming gelijk aan het loon van 4,8 uur verlof toekennen, indien de voortgang van de werkzaamheden zich verzet tegen de compensatie in vrije tijd.
d. De werknemer, belast met de leiding of begeleiding van een kamp heeft gedurende de kampperiode geen recht op overwerkvergoeding en evenmin op een toeslag onregelmatige dienst. In plaats daarvan ontvangt hij een vergoeding van 14% van het over de kampperiode door hem verdiende salaris, met dien verstande dat de vergoeding maximaal wordt berekend over het bedrag van salarisschaal 5 periodiek 11.
Kampwerk. 1. Aan de werknemer die door de werkgever in het kader van de instel- ling is belast met de leiding of begeleiding van kampwerk, wordt een vergoeding toegekend overeenkomstig de bepalingen van Uitvoeringsregeling J Kampwerk.
2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing op de werkne- mer die in dienst is van een instelling als genoemd in artikel 2, onderdeel D, eerste vier gedachtestreepjes, van de CAO.
3. De werkgever kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 van de CAO een van Uitvoeringsregeling J afwijkende instellingsregeling vaststellen.
Kampwerk. 1 De werkgever kan de werknemer de opdracht geven om een kamp te leiden of te begeleiden dat in het kader van de instelling wordt georganiseerd.
2 Het leiden of begeleiden van een kamp kan maximaal voor een aaneengesloten periode van 14 dagen aan de werknemer worden opgedragen.
3 Bijlage 11.1 is identiek aan de tekst uit art. 9.3 van de CAO 2007-2008.
4 Bijlage 4 is identiek aan de tekst uit art. 9.5, leden 1 t/m 3 onder e van de CAO 2007-2008.
Kampwerk. Aan de werknemer die door de werkgever in het kader van de werk- zaamheden van de organisatie is belast met de leiding of begeleiding van kampwerk wordt een vergoeding toegekend overeenkomstig de bepalin- gen van Uitvoeringsregeling K Kampwerk.