Kort geding Voorbeeldclausules

Kort geding. Een werknemer kan zich eveneens, in afwachting van een procedure ten gronde, tot de voorzitter van de arbeidsrechtbank wenden voor een procedure in kort geding.102 Overeenkomstig artikel 584, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek beschikt de voorzitter van de arbeidsrechtbank namelijk over de bevoegdheid om in aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de arbeidsrechtbank behoren, bij voorraad uitspraak te doen in die gevallen die hij spoedeisend acht.103 Vooral de laatste jaren valt een tendens waar te nemen waarbij werknemers die geconfronteerd worden met een volgens hen ongeoorloofde eenzijdige wijziging van hun arbeidsvoorwaarden, zich sneller wenden tot de rechter in 99 X. XXX XXXXXXXX, Aanpasbaarheid van de bedongen arbeid als modaliteit van vastheid van betrekking, Brugge, die Keure, 2016, 365.
Kort geding. De problemen voor Xxxxxxxxx hebben zich al aardig opgestapeld. Twee jaar geleden werd de gemeente op het matje geroepen bij de Europese Commissie omdat de Vinex-locatie niet Europees is aanbesteed. Een miljoenenclaim hing de gemeente boven het hoofd met de dreiging dat de aanbestedingsprocedure overnieuw moest. Na veel diplomatiek verkeer is de gemeente in het gelijk gesteld. Deze week is echter een kort geding op het laatste moment afgewend. Ingenieursbureau Xxxxxx bleek zichzelf een dubbelrol te hebben toebedacht. De projectleider van GEM Xxxxxxxxx speelde zichzelf opdrachten toe bij het bouwrijp maken van deelprojecten. De nieuwe directeur van GEM Xxxxxxxxx heeft daar een stokje voor gestoken. Jurist Xxx xxx Xxxxxx die daarvoor werd ingeschakeld, verbaast zich over de reacties die hij krijgt omtrent Xxxxxxxxx. “Daar is zoveel mis, dat mensen meteen in de lach schieten. Terwijl de situatie alles behalve leuk is.” Als laatste nieuwtje weet hij te vertellen dat de brug die de snelweg met Heemskerk gaat verbinden, 50 centimeter te laag is uitgevallen. Xxxxxxxxx is verworden tot een klucht, waar weinig bij valt te lachen. ‘Dat de wijk weer wordt gesloopt zie ik echt niet gebeuren’ Eerste publicatie door Van een onzer verslaggevers op 6 aug 1999 ‘Bankier geen projectontwikkelaar’ bouwbreed “We moeten niet proberen op de stoel van de projectontwikkelaar te gaan zitten. Uit eigen, slechte, ervaringen hebben we geconcludeerd dat ontwikkelen een vak apart is, waarvoor je speciale expertise nodig hebt. Banken kijken met een andere, veel bredere blik naar de vastgoedmarkt. Daar moet je gebruik van maken, maar van ontwikkeling zelf blijven we af. Dat is te eng.” Daarmee zit de bankier op een lijn met ABN-Amro, die onlangs haar verliesgevende vastgoedpoot van de hand deed. Nolting is naast commissaris van FGH-bank ook lid van de raad van bestuur van de HypoVereinsbank. Deze Duitse hypotheekbank en vastgoedfinancier heeft anderhalf jaar geleden de FGH-bank gekocht en liet andere gegadigden als Bouwfonds met lege handen achter. Nolting begeleidde de overname en beschouwt ook nu nog Bouwfonds Nederlandse Gemeenten als grootste concurrent op de Nederlandse markt. Zes journalisten waren door de bank uitgenodigd de eclips op het dak van het hoofdkantoor in Munchen te bekijken. Daar ook ontvouwde Nolting de buitengewoon ambitieuze plannen van de HypoVereinsbank. Het doel is de derde bank in Europa te worden en ze wil groeien door strategische overnames in zowel West- als Oo...
Kort geding. Artikel 31
Kort geding. Veruit het grootste aantaL voorLopige voorzieningen wordt in kort geding gevorderd. Art. 254 Rv bepaaLt dat in aLLe spoedeisende zaken waarin geLet op de be- Langen van partijen een onmiddeLLijke voorziening bij voorraad wordt vereist, de voorzieningenrechter bevoegd is deze te geven. Hieruit voLgt dat in beginseL aan drie vereisten moet worden voLdaan om de ge- vorderde voorLopige voorziening te kunnen toewij- zen: eiser moet een beLang hebben bij de voorzie- ning, de beLangen van partijen moeten worden afge- wogen én er moet sprake zijn van een spoedeisend beLang. Het Laatste is voLgens de wetgever inherent aan de voorLopige voorziening.8 Art. 254 Rv is onder- deeL van XxxxXxxx 14 Rv, dat ziet op het kort geding. Het spoedeisend beLang in kort geding vaLt uiteen in een vereiste voor de bevoegdheid van de voorzie- ningenrechter de zaak te behandeLen en een vereiste voor toewijzing van de vordering,9 hoeweL dit onder- scheid in de rechtspraak vaak niet wordt gemaakt. Aan het vereiste voor bevoegdheid wordt vrijweL aL- tijd voLdaan door de (aL dan niet impLiciete) steLLing dat de eisende partij een spoedeisend beLang heeft bij de gevorderde voorziening; het wordt ook weL af- geLeid uit de aard van de vordering.10 De vraag of aan het vereiste voor toewijzing is voLdaan, is min- der eenvoudig te beantwoorden. In beginseL heeft de eiser van wie niet kan worden gevergd dat hij een bo- demprocedure afwacht een spoedeisend beLang bij een voorLopige voorziening. Of van de eiser kan worden gevergd of hij een bodemprocedure afwacht, hangt echter af van meerdere factoren. Daarbij kan de omstandigheid dat de eisende partij Lang heeft stiLgezeten een roL speLen, net aLs de constatering dat een rechtsvraag in geschiL is waarop het antwoord niet evident is.11 Daarnaast moet een afweging wor- den gemaakt tussen enerzijds het voorLopige karak- ter van een uitspraak in kort geding en de mate waarin de gevoLgen van een te verLenen voorLopige voorziening ingrijpend zijn voor de gedaagde, en an- derzijds de omvang van de schade die voor de eiser
Kort geding. Bent u het niet eens met deze (voorgenomen) gunning, dan dient u binnen 20 kalenderdagen na dagte- kening van deze publicatie een kort geding aanhangig te maken bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Indien u een kort geding aanspant, verzoeken wij u ons dit binnen voornoemde termijn van 20 kalen- derdagen schriftelijk mee te delen, bij voorkeur door per e-mail opsturen van de conceptdagvaarding op xxxx@xxxxx-xxxx.xx Type recht: Opstal- en/of gebruiksrecht. Duur: 25 jaar.
Kort geding. Hoedanigheden van partijen niet (concreet) onderscheiden. Geen aan- deelhoudersaansprakelijkheid jegens ven- nootschap waarin aandelen worden gehouden. Evenmin sprake van tekortko- mingen t.a.v. aandeelhouders- en samen- werkingsovereenkomsten en OD. [BW art. 2:8, 6:162, 6:163]
Kort geding. Beide partijen mogen daarnaast de rechter altijd in een kort geding vragen om een voorlopige beslissing.

Related to Kort geding

  • Staat van het goed – Gebreken Het goed wordt verkocht in de toestand waarin het zich op de dag van de toewijzing bevindt, ook al voldoet het niet aan de wettelijke voorschriften, zonder vrijwaring voor zichtbare of verborgen gebreken en zonder enig verhaal noch recht om van de koop af te zien, zelfs wanneer de beschrijving van het goed en de opgave van de erfdienstbaarheden foutief, onnauwkeurig of onvolledig is. De vrijstelling van de vrijwaring voor verborgen gebreken geldt niet voor een beroepsverkoper, noch voor een verkoper te kwader trouw.

  • Wat bedoelen we met …? Sportuitrusting: de uitrusting en toebehoren van de volgende sporten: • racket- en balsport • wintersport • wandel-, berg- en klimsport • duiksport • golfsport • ruitersport • vecht- en verdedigingssport • hand- en kruisboog • inlineskaten en skeeleren • surfen • zeilplanksport en kanoën • fietsen

  • Uitbesteding Opdrachtnemer is te allen tijde gerechtigd de uitvoering van aan haar opgedragen werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uit te besteden aan derden.

  • Wat gebeurt er tijdens de zorgplanbespreking? Tijdens de zorgplanbespreking evalueren en actualiseren wij met u het (digitaal) zorgplan en bespreken wij hoe de zorgverlening verloopt en/of er aanpassingen nodig zijn. Wij bespreken met u dan bovendien: • de wijze waarop u uw leven wenst in te richten en welke ondersteuning u daarbij van ons zou willen ontvangen; • de doelen van de zorgverlening voor een bepaalde periode en hoe wij die met u zullen proberen te bereiken; • de zorgverleners die voor de verschillende onderdelen van de zorgverlening verantwoordelijk zijn, de wijze waarop afstemming tussen die zorgverleners plaatsvindt en wie uw aanspreekpunt is; • welke familieleden of anderen bij de zorgverlening worden betrokken of van ons informatie krijgen over de zorgverlening en hoe wij dat zullen doen; • hoe vaak en waarom het (digitaal) zorgplan met u zal worden geëvalueerd en geactualiseerd. Als de zorgvraag verandert en wij niet meer de mogelijkheid hebben om de zorg te bieden, dan laten wij u dat zo snel mogelijk weten en gaan wij met u hierover in gesprek. • Wij houden een zorgdossier bij in verband met de goede zorgverlening aan u. Wij zijn verantwoordelijk voor het zorgdossier en zorgen ervoor dat het zorg- dossier goed en beveiligd bewaard wordt. In het zorgdossier bewaren wij gegevens over u die van belang zijn voor de zorgverlening, zoals onder andere uw wensen en voorkeuren, medische gegevens en de voortgang van de zorgverlening. Het (digitaal) zorgplan maakt deel uit van het zorgdossier. • Voor gegevens uit het zorgdossier geldt een bewaartermijn van twintig jaar vanaf de laatste wijziging in het zorgdossier of zoveel langer als redelijkerwijs nodig is. Na de bewaartermijn wordt het zorgdossier vernietigd. • Zolang u bij ons in zorg bent, kunnen wij niet zonder een zorgdossier werken. Wel kunnen wij op uw verzoek onderdelen daaruit corrigeren of vernietigen wanneer deze niet juist of niet relevant zijn of wanneer u er bezwaar tegen heeft. U kunt daartoe een schriftelijk of elektronisch verzoek doen. Wij zullen dit verzoek met u bespreken en aangeven of en hoe het uitgevoerd kan worden. • Als u een (gedeeltelijk) vernietigingsverzoek schriftelijk of elektronisch doet, dan vernietigen wij het zorgdossier geheel of gedeeltelijk. Wij vernietigen het zorgdossier echter niet als het bewaren van aanmerkelijk belang is voor iemand anders dan u zelf. Het moet dan gaan om een concreet, actueel belang. Wij vernietigen het zorgdossier ook niet als dat niet mag op grond van de wet. Binnen een maand nadat u ons gevraagd heeft om het zorgdossier geheel of gedeeltelijk te vernietigen, laten wij u schriftelijk of elektronisch weten of wij dat gedaan hebben. Wij kiezen daarvoor dezelfde communicatievorm die u gebruikt heeft bij uw vernietigingsverzoek. Deze termijn kunnen wij, zo nodig, met 2 maanden verlengen. Als wij uw verzoek afwijzen, vermelden wij de reden daarvan in onze reactie op uw verzoek. U kunt over dit besluit bij ons een klacht indienen op de wijze zoals beschreven in Hoofdstuk 5 van deze module. • kwaliteitsbewaking en kwaliteitsbevordering van de zorgverlening, bijvoorbeeld voor intercollegiale toetsing of intervisie en supervisie; • financiële afwikkeling en controle; • onderzoek van een intern gemelde incident. Wij informeren u onmiddellijk over de aard en toedracht van dat incident en wat de mogelijkheden zijn om de gevolgen te verhelpen. Wij hebben uw toestemming nodig voor het uitwisselen van uw gegevens uit het zorgdossier met zorgverleners, die niet rechtstreeks betrokken zijn bij onze zorgverlening, zoals bijvoorbeeld het ziekenhuis, de huisarts en apotheek. • U kunt (een deel van) het zorgdossier kosteloos inzien en een schriftelijke kopie krijgen. U kunt één gratis kopie krijgen, voor een tweede kopie vragen wij een redelijke vergoeding op basis van de administratieve kosten. U kunt ook (een deel van) het zorgdossier kosteloos elektronisch inzien en kosteloos een elektronische afschrift krijgen. Wij zorgen ervoor dat wij u op een veilige manier inzage verschaffen. U krijgt geen inzage in of een kopie of elektronische afschrift van (een deel van) het zorgdossier, als de persoonlijke levenssfeer van een ander daardoor wordt geschaad, en dat belang boven het belang van inzage moet prevaleren. Dit zal gelden in uitzonderlijke situaties. • Degenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de zorgverlening of behandeling en hun vervangers, kan zonder uw toestemming inlichtingen of inzage worden gegeven, voor zover nodig voor de uitoefening van hun werkzaamheden. Voor inzage in of een kopie van (een deel van) het zorgdossier door overige mensen hebben wij uw toestemming nodig. • Uw vertegenwoordiger kan zonder uw toestemming inlichtingen of inzage krijgen, voor zover deze informatie noodzakelijk is om, namens u, beslissingen te kunnen nemen. • Als wij wettelijk verplicht zijn om inlichtingen of inzage te geven (zoals aan de IGJ of de politie), kan zonder uw toestemming van inlichtingen of inzage worden gegeven aan anderen, voor zover deze informatie noodzakelijk is voor de uitvoering van de wet. Wij geven na uw overlijden aan uw nabestaanden als regel geen inzage in en afschrift van (een deel van) het zorgdossier. Dat is alleen anders: • wanneer u bij leven hiervoor schriftelijk of elektronisch toestemming heeft gegeven; • wanneer op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een mededeling van een incident is ontvangen; • wanneer er sprake is van een zwaarwegend belang. Aannemelijk moet worden gemaakt, door uw nabestaanden, dat zij een zwaarwegend belang hebben dat meer gewicht heeft dan het belang dat uw privacy ook na uw overlijden wordt beschermd. Nabestaanden moeten aantonen dat inzage in of afschrift van (een deel van) het zorgdossier noodzakelijk is voor de behartiging van dat belang. Wij geven na uw overlijden aan uw nabestaanden geen gegevens uit (een deel van) het zorgdossier als: • daardoor de persoonlijke levenssfeer van een ander wordt geschaad; of • schriftelijk of elektronisch is vastgelegd dat: - u dat niet wenst; én - u, op het moment waarop u dit te kennen gaf, 12 jaar of ouder was; én - u in staat was om hierover weloverwogen te besluiten.

  • OMVANG VAN DE AANBESTEDING II.1.1) Benaming

  • Waarvoor gebruiken wij uw gegevens? Om u producten en diensten te leveren. • Om producten en diensten te verbeteren. • Om risico’s in te schatten. • Om onderzoek te doen naar uw kenmerken en voorkeuren. – Zoals statistisch of marktonderzoek. – Bijvoorbeeld om u op het juiste moment een persoonlijk aanbod te kunnen doen. • Om wetenschappelijk onderzoek te doen. • Om te zorgen dat de financiële sector veilig en betrouwbaar blijft. • Om fraude tegen te gaan. – Ook gegevens over u die we op internet vinden. • Om ons aan de wet te houden. • Om u informatie te geven over onze andere producten en diensten. • Om bij te houden hoe en wanneer Achmea contact met u heeft. Bijvoorbeeld: – Om de communicatie te verbeteren. – Om de medewerkers te coachen en te trainen. – Om te achterhalen wat Achmea met u afgesproken heeft.