Landbouwproducten Voorbeeldclausules

Landbouwproducten. 1. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle douanerechten en heffingen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Bosnië en Herzegovina, andere dan die van de posten 0102, 0201, 0202, 1701, 1702 en 2204 van de gecombineerde nomenclatuur. Voor de producten die vallen onder de hoofdstukken 7 en 8 van de gecombineerde nomenclatuur, waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een ad-valoremdouanerecht en een specifiek douanerecht voorziet, is de afschaffing uitsluitend op het ad-valoremdeel van de douanerechten van toepassing. 2. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst stelt de Gemeenschap de douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in de Gemeenschap van de in bijlage II gedefinieerde producten van de categorie "baby beef" van oorsprong uit Bosnië en Herzegovina vast op 20% van het ad- valoremrecht en 20% van het specifieke recht als vastgesteld in het gemeenschappelijk douanetarief, binnen een jaarlijks tariefcontingent van 1 500 ton geslacht gewicht. 3. Vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst verleent de Gemeenschap rechtenvrije toegang aan invoer in de Gemeenschap voor producten van de posten 1701 en 1702 van de gecombineerde nomenclatuur van oorsprong uit Bosnië en Herzegovina, binnen de grenzen van een jaarlijks tariefcontingent van 12 000 ton (nettogewicht). 4. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst neemt Bosnië en Herzegovina de volgende maatregelen: a) de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde in bijlage III a) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden afgeschaft; b) de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van de in bijlage III b), III c) en III d) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden geleidelijk verlaagd volgens het voor ieder product in die bijlage vastgestelde tijdschema; c) de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde in bijlage III e) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap worden afgeschaft binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor de betrokken producten zijn vermeld. 5. In protocol 7 is de regeling neergelegd die van toepassing is op de daarin genoemde wijn en gedistilleerde dranken.
Landbouwproducten. 1. Artikel 3, leden 1 en 2, van Protocol nr. 1, wordt vervangen door: ,,1. Met ingang van 1 januari 2001 mag, tot een hoeveelheid van ten hoogste 50 000 ton, geheel en al in Tunesië verkregen en recht- streeks van dit land naar de Gemeenschap vervoerde ruwe olijfolie van de onderverdelingen 1509 10 10 en 1509 10 90 van de gecom- bineerde nomenclatuur vrij van recht in de Gemeenschap worden ingevoerd. Met ingang van 1 mei 2004 wordt deze hoeveelheid jaarlijks met 700 ton verhoogd. 2. Deze hoeveelheid wordt met ingang van 1 januari 2002 gedu- rende een periode van vier jaar met telkens 1 500 ton per jaar ver- hoogd, zodat zij vanaf 1 januari 2005 56 700 ton per jaar be- draagt.’’.
Landbouwproducten. Vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze over- eenkomst gaat de Gemeenschap over tot afschaffing van alle douanerechten en heffingen van gelijke werking die van toepas- sing zijn op de invoer van landbouwproducten, andere dan die van de posten 0102, 0201, 0202 en 2204 van de Gecombi- neerde Nomenclatuur, van oorsprong uit de Voormalige Joego- slavische Republiek Macedonië. Voor de producten die vallen onder hoofdstukken 7 en 8 van de Gecombineerde Nomenclatuur, voor welke het gemeen- schappelijk douanetarief in een „ad valorem” douanerecht en in een specifiek douanerecht voorziet, is de afschaffing uitsluitend op het „ad valorem” deel van de douanerechten van toepassing.
Landbouwproducten. De Protocollen nr. 1 en nr. 3 bij de Euro-mediterrane overeen- komst worden vervangen door de aan dit protocol gehechte Pro- tocol nr. 1 en de bijlagen daarbij en Protocol nr. 3 en de bijlage daarbij.
Landbouwproducten. Protocol nr. 1 wordt gewijzigd overeenkomstig het bepaalde in de bijlage bij dit protocol.
Landbouwproducten. Protocol 1 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit protocol.
Landbouwproducten. Landbouwproducten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 6, 7, 8, 9, 10 en 12 en post 24.01, die zijn geteeld of geoogst op het grondgebied van een Partij, worden behandeld als van oorsprong uit die Partij, ook indien zij zijn gekweekt uit zaden, bollen, rizomen, wortels, stekken, loten, enten, scheuten, knoppen of andere levende delen van planten uit een derde land.
Landbouwproducten. 1. Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle douanerechten en heffingen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Albanië, andere dan die van de posten 0102, 0201, 0202, 1701, 1702 en 2204 van de gecombineerde nomenclatuur. Voor de producten die vallen onder hoofdstukken 7 en 8 van de gecombineerde nomenclatuur, waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een "ad valorem" douanerecht en een specifiek douanerecht voorziet, is de afschaffing uitsluitend op het "ad valorem"-deel van de douanerechten van toepassing. 2. Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst verleent de Gemeenschap rechtenvrije toegang aan invoer in de Gemeenschap voor producten van de posten 1701 en 1702 van de gecombineerde nomenclatuur van oorsprong uit Albanië, binnen de grenzen van de jaarlijkse tariefcontingenten van 1000 ton. 3. Met ingang van de inwerkingtreding van de overeenkomst moet Albanië: a) de douanerechten afschaffen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde in bijlage II a) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap; b) de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde in bijlage II
Landbouwproducten. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de in bijlage II bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bedoelde producten van oorsprong uit de Gemeenschap en Israël.

Related to Landbouwproducten

  • Producten 15.1 Instelling zal in overleg met Leverancier er zorg voor dragen dat alle voorbereidingen zijn getroffen en alle infrastructurele maatregelen (waaronder meer begrepen de noodzakelijke verbouwingen, aanleg van leidingen, wanden, installaties) zijn genomen die vereist zijn voor de plaatsing, ingebruikname, bediening, gebruik en toepassing van Producten. 15.2 Indien voor een juist gebruik van de Producten verbruiksmaterialen en re-usables nodig zijn, dan levert Leverancier die materialen bij de levering van de Producten, tenzij anders overeengekomen. 15.3 Voorafgaand aan de ingebruikname van nieuwe Producten dient de Leverancier er zorg voor te dragen dat mondeling een deugdelijke gebruikersinstructie heeft plaats gevonden. Deze gebruikersinstructie dient zich ook te richten op ondersteunende diensten als technische dienst en sterilisatie afdeling.

  • Motorrijtuigen Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig, met inbegrip van al hetgeen daarmee met welk doel dan ook is verbonden, dat: ■ een verzekerde in eigendom heeft, bezit, houdt, bestuurt, gebruikt of laat gebruiken; ■ een niet-ondergeschikte gebruikt voor werkzaamheden ter uitoefening van het bedrijf van de verzekeringnemer. Deze uitsluiting geldt evenwel niet voor:

  • Studiekostenregeling De werkgever heeft de mogelijkheid terzake van de in de artikelen 43 en 44 genoemde kosten voor aanvang van de opleiding een studiekostenregeling aan z'n werknemers voor te leggen. Deze studiekostenregeling verplicht de werknemer: - bij ontslagname van de werknemer binnen een jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 75% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen twee jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 50% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen drie jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 25% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen.

  • Stookolietank De overdrager verklaart dat in het verkochte goed noch een ondergrondse noch een bovengrondse stookolietank aanwezig is.

  • Arbeidstijden 1. Gemiddelde arbeidstijd per week

  • Waarvoor gebruiken wij uw gegevens? Om u producten en diensten te leveren. • Om producten en diensten te verbeteren. • Om risico’s in te schatten. • Om onderzoek te doen naar uw kenmerken en voorkeuren. - Zoals wetenschappelijk onderzoek of marktonderzoek. - Bijvoorbeeld op u op het juiste moment een persoonlijk aanbod te kunnen doen. • Om te zorgen dat de financiële sector veilig en betrouwbaar blijft. • Om fraude tegen te gaan. - Ook gegevens over u die wij op internet vinden. • Om ons aan de wet te houden. • Om bij te houden hoe en wanneer wij contact met u hebben. Bijvoorbeeld: - Om de communicatie te verbeteren. - Om de medewerkers te coachen en te trainen. - Om te achterhalen wat wij met u afgesproken hebben.

  • Verontreiniging a. De aanwezigheid van een stof in of op de bodem of het oppervlaktewater in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen (streefwaarde of een overeenkomstige waarde) die gelden op het moment dat de aanwezigheid van de stof zich manifesteert, worden overschreden. b. De aanwezigheid van asbest in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen die gelden op het moment dat de aanwezigheid van asbest zich manifesteert, worden overschreden.

  • Arbeidstijdenwet Voor deze cao gelden, tenzij anders bepaald, de normen van de Arbeidstijdenwet en de daarop berustende bepalingen, met dien verstande dat in werkroosters maximaal 5 nachtdiensten achter elkaar mogen worden ingeroosterd.

  • Arbeidsduur en arbeidstijden 1. De uitzendonderneming maakt afspraken met de uitzendkracht over het aantal te werken uren per dag/week/periode. 2. De arbeids-, pauze- en rusttijden van de uitzendkracht zoals bedoeld in de Arbeidstijdenwet zijn gelijk aan die bij de opdrachtgever. 3. In overleg met de opdrachtgever en uitzendonderneming, is het de uitzendkracht toegestaan af te wijken van de bij de opdrachtgever geldende arbeidsduur en/of arbeidstijden. Dit kan bij aanvang van de uitzendovereenkomst, dan wel gedurende de uitzendovereenkomst worden overeengekomen. Hierbij geldt dat: x. xx xxxxxxxxx niet de voor de opdrachtgever uiterste grenzen van de wet en/of cao van de opdrachtgever (voor zover deze ruimer is) overschrijdt; b. de pauze- en rusttijden voor de uitzendkracht niet korter zijn dan bij de opdrachtgever.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.