Loonsverhogingen. De loonschalen worden per 1 oktober 2014 verhoogd met 4%; per 1 januari 2015 met 1½ % en per 1 januari 2016 met 1½ %. De structurele loonsverhogingen zijn van toepassing voor werknemers op de loon/functieschalen als bedoeld in het ‘salaristabel bioscooppersoneel’; Voor de werknemers ingeschaald in één van de in de cao opgenomen functiegroepen waarvan het feitelijke salaris hoger ligt dan het maximumsalaris uit de cao, geldt de afgesproken structurele loonstijging niet. Echter, op het moment dat het maximum bedrag uit de cao het voor de werknemer geldende salaris weer overstijgt, geldt het meerdere als structurele loonstijging; T.a.v. de schalen 1 en 2. Uitgezonderd zijn alle werknemers van 22 jaar en jonger in de schalen 1 en 2 (zij ontvangen het minimum jeugdloon); 1 T.a.v. de schalen 7 en 8. Deze worden afhankelijk gemaakt van afspraken tussen werkgever en Ondernemingsraad, Personeelsvertegenwoordiging of werknemers die werkzaam zijn in deze schalen. Voor hen kan gelden dat zij meer prestatie gerichte loonsverhogingen krijgen. Deze verhogingen kunnen lager maar ook hoger zijn dan de structurele loonsverhogingen. Daartoe moet op concern/bioscoop niveau nadere afspraken worden gemaakt. Als er al afspraken zijn gemaakt gaan deze voor en krijgen deze werknemers een salarisverhoging conform deze afspraken. Zolang er geen afspraken zijn worden de salarissen per 1 oktober 2014; 1 januari 2015; 1 januari 2016 met respectievelijk 4%; 1 ½ % en 1 ½% verhoogd en is het mogelijk hierover op concern/bioscoop niveau afspraken te maken. De afspraken voor deze werknemers dienen transparant, eenduidig en haalbaar te zijn.
Loonsverhogingen. Op 1 juli 2024 worden de salarisschalen en je salaris structureel verhoogd met 6%. Op 1 juli 2025 worden de salarisschalen en je salaris structureel verhoogd met 3,75%.
Loonsverhogingen. De feitelijke lonen, de loonschalen en de toeslagen worden per 1 januari 2020 met 3,5% verhoogd en per 1 januari 2021 met 3,0%.
Loonsverhogingen. Op de eerste dag van de eerste loonperiode 2015 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen structureel verhoogd met 1,5%.
Loonsverhogingen. De feitelijke lonen en de loonschalen worden per 1 januari 2023 met 7% verhoogd en per 1 januari 2024 met 4 %. Werknemers en uitzendkrachten in dienst binnen de sector op 31-12-2022 ontvangen een eenmalige uitkering van € 1250,- bruto naar rato van de omvang van het dienstverband. - de uitkering wordt uiterlijk 1 februari 2023 uitbetaald. - werknemers die in 2022 nieuw in de sector aan de slag zijn gegaan ontvangen deze uitkering naar rato van het aantal maanden dat het dienstverband in 2022 is aangegaan. - voor parttime werknemers geldt het uitgangspunt dat de uitkering wordt berekend over het aantal uren dat in 2022 is gewerkt, waarbij het overeengekomen aantal uren als minimum uitgangspunt moet worden gehanteerd. -de werkgever waar de werknemer op 31 december 2022 werkt betaalt deze eenmalige uitkering
Loonsverhogingen. De feitelijke lonen en de loonschalen worden per 1 januari 2017 met 1,1% en per 1 januari 2018 met 1,1% verhoogd.
Loonsverhogingen. De volgende loonafspraken zijn gemaakt: • Per 1 april 2024 verhogen we de lonen en loonschalen structu- reel met 3% • Per 1 oktober 2024 verhogen we de lonen en loonschalen struc- tureel met 2% • Per 1 april 2025 verhogen we de lonen en loonschalen structu- reel met 3% • Per 1 oktober 2025 verhogen we de lonen en loonschalen struc- tureel met 2%
Loonsverhogingen. Na afloop van de periode levensloopverlof worden eventuele collectieve verhogingen, die tijdens de verlofperiode aan de medewerkers van het CBR zijn toegekend, vanaf de datum van werkhervatting ook toegekend aan de medewerker.
Loonsverhogingen. Op 1 april 2020 en op 1 april 2021 worden de salarisschalen en je salaris telkens structureel verhoogd met 2,75%.
Loonsverhogingen. Op de eerste dag van de eerste loonperiode in 2012 worden zowel de salarisschalen als de feitelijke salarissen verhoogd met het percentage van de gemiddelde afgeleide prijsindex over de periode gerekend vanaf 1 oktober 2010 tot en met 30 september 2011 (2,3%).