Netwerken Voorbeeldclausules

Netwerken. Moment: 5e lj per 2 Weegfactor: 5% Tijdsduur: n.v.t. Wijze van toetsing: Praktische Opdracht Type toets: Praktische Opdracht Herkansing: Nee Leerstof: Grondslagen-Netwerk. Domeinen: B + L Lesbrief Fons Vitae (Teams)
Netwerken. NETWERKEN werkw. Uitspraak: ['nɛtwɛrkə(n)] Verbuigingen: netwerkte (verl.tijd enkelv.) Verbuigingen: heeft genetwerkt (volt.deelw.) 1) Contacten leggen waar je je voordeel mee kunt doen 2) Professioneel relaties onderhouden 3) Relaties onderhouden 4.1 Wat is de rol van Versa bij het participeren aan netwerken?
Netwerken. Contacten leggen en onderhouden met anderen die (in de toekomst) nuttig kunnen zijn voor het verkrijgen van informatie of het behalen van doelen of resultaten.
Netwerken. 30.1 Het algemeen bestuur kan besluiten tot het instellen van een of meer netwerken. 30.2 Het algemeen bestuur stelt, onder goedkeuring van het ledenparlement, de eisen vast waaraan moet zijn voldaan teneinde in aanmerking te komen voor de instelling als netwerk. 30.3 Bij reglement kunnen per netwerk de bevoegdheden en de organisatie en de wijze van besluitvorming worden vastgesteld. 30.4 Het hiervoor in artikel 30.1, 30.2 en 30.3 bepaalde laat onverlet de mogelijkheid dat een sectorale afdeling of een aantal sectorale afdelingen een netwerk in het leven roept.
Netwerken. De Netwerken van de Coöperatie zijn georganiseerd rondom de verschillende onderwijssectoren (zie artikel 8 van de Statuten). Leden, maar ook niet-leden, organisaties alsook individuen kunnen lid worden van de Netwerken van de Coöperatie.
Netwerken. Vlot en effectief leggen en onderhouden van contacten met anderen ten dienste van het werk. Zich gemakkelijk in allerlei gezel- schap begeven. – bezoekt gelegenheden waar hij de kans ziet om te netwerken; – initieert ontmoetingen met relaties die van pas kunnen komen bij het realiseren van doelstellingen; – kent de belangrijkste spelers/partijen die impact hebben in het vakgebied/beleidsterrein.
Netwerken. Onder het begrip ‘netwerken’ worden meerdere organisatievormen verstaan in de context van dit rapport. Voorbeelden van organisatievormen die beschreven worden zijn: platformen, brancheorganisaties, verenigingen en sectorspecifieke programma’s.
Netwerken. 1.1. Ter waarborging van de uitwisseling van de benodigde gegevens voor de uitvoering van de elektroni- sche postale financiële diensten alsmede voor het zorgen voor de gewenste rapportages en het toezicht op de kwaliteit van de dienstverlening door de Unie, gebruiken de aangewezen aanbieders de syste- men of netwerken die verbonden zijn aan het systeem voor geautomatiseerde gegevensuitwisseling (EDI) van de Unie waarmee de interoperabiliteit van de postale financiële diensten overeenkomstig dit Verdrag kan worden gewaarborgd. 1.2. Onverminderd het bepaalde in punt 1.1 kan de Unie ook een gecentraliseerd platform (en bijbehorende gecentraliseerde databank) ontwikkelen en ter beschikking stellen van aangewezen aanbieders en toe- gelaten spelers in de postale sector in uitgebreide zin (als bedoeld in artikel 5) om onderlinge verbin- ding mogelijk te maken tussen postale financiële diensten en andere financiële of betaaldiensten die niet onder dit Verdrag vallen, op basis van open en interoperabele normen en met inachtneming van alle relevante technische en operationele parameters (waaronder, maar niet beperkt tot, de in artikel 8 genoemde vereisten) die op aanvullende wijze door de Unie zijn vastgesteld. 1.2.1. Het gebruik van voornoemd gecentraliseerd platform voor het bijzondere doel van onderlinge verbinding met andere financiële of betaaldiensten die niet onder dit Verdrag vallen (in het bij- zonder alle daarmee verband houdende overmakings- of betaalmodaliteiten) valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de aangewezen aanbieder en toegelaten spelers in de pos- tale sector in uitgebreide zin. In dit verband is de Unie niet aansprakelijk voor de werking van diensten die niet onder dit Verdrag vallen en waarvan de reikwijdte buiten het toepassingsge- bied van de onderlinge verbinding van de in dit Verdrag genoemde postale financiële diensten blijft.
Netwerken. In toenemende mate vereisen belangrijke klinische onderzoeksvragen een multidisciplinair netwerk van onderzoeksgroepen die verschillende klinische disciplines omvatten (geneeskunde, verpleegkunde, revalidatiewetenschap, dieetkunde, klinische psychologie, tandheelkunde, enzovoort) evenals niet-klinische disciplines (genoom- en proteoomonderzoek, informatica, economie, enzovoort). Het vereist ook een effectief en efficiënt kader van ethiek en regelgeving. Daarom voorziet het CHI bijkomende financiering voor uitmuntende klinische onderzoekgroepen die belangrijke gezondheidsproblemen willen bestuderen via locale, regionale of nationale netwerken. De bedoeling van deze gerichte investeringen is om de vertaling te versnellen van onderzoekskennis in betere klinische praktijkvoering, betere behandeling van ziekten en handicaps, en betere strategieën voor preventie. Het zal ook leiden tot de exploratie van nieuwe onderzoeksgebieden op basis van contacten tussen clinici en andere wetenschappers. Allerlei soorten klinisch onderzoek komen in aanmerking voor financiering: studies van ziektemechanismen, translationeel onderzoek, experimentele of observationele klinische studies van preventie of behandelingen, epidemiologische studies, en studies van het gezondheidszorgsysteem. De voorstellen worden afzonderlijk beoordeeld op kwaliteit (via “peer review”) en relevantie. De maximale financiering bedraagt 1 miljoen C$ per jaar gedurende maximaal 5 jaar. Er is geen hernieuwing mogelijk.
Netwerken. Ontwikkelen en bestendigen van professionele relaties, allianties en coalities en die aanwenden om informatie, steun en medewerking te verkrijgen Niveau 2 – Xxxx nieuwe contacten die voor zijn taak en opdracht nuttig kunnen zijn ✓ Xxxx contacten en onderhoudt ze ✓ Kent de juiste personen om doelen te realiseren en wordt door hen gekend ✓ Zoekt samenwerking met interne en externe partners uit wederzijds organisatiebelang ✓ Xxxx contacten met andere afdelingen als zijn opdracht hen aanbelangt (bv. voor- of natraject, impact, …) ✓ Legt contacten (met andere entiteiten) om de slaagkansen van zijn project te vergroten (informatie, expertise, cocreatie, steun)